Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden,1937BIJLAGE NO.18.
BIJLAGE NO.18.
Aan den Gemeenteraad.
Bij artikel 33 der Pensioenwet 1922 (St'aatsblad
no.24o) is bepaald,dat de som,die een ambtenaar tot pensioens
grondslag zal strekken,behoort te worden gesteld op het be
drag zijner jaarlijksche wedde,terwijl artikel 31 dezer wet
bepaalt dat het begrip "wedde" alle,onder welke benaming ook,
aan een betrekking vast verbonden inkomsten omvat.
Naar aanleiding van een over deze bepaling gerezen geschil
heeft de Centrale Raad van Beroep te Utrecht den 3*1sten Janu
ari 1928 ten aanzien van onderscheidene vormen van bezoldi
ging een beslisa. ng genomen en daarbij o.m.uitgemaakt dat de
extra verdiensten wegens verricht overwerk,indien deze steu
nen op een bepaling die voor arbeid buiten den gewonen
roostertijd recht geeft op betaling van zeker loon,zijn te
beschouwen als vast aan een betrekking verbonden inkomsten,
die derhalve in den pensioensgrondslag behooren te worden
opgenomen.
De Inspectiedienst van den Pensioenraad,die dientengevolge
een onderzoek heeft ingesteld bij de verschillende openbare
lichamen,heeft ook in deze gemeente o.m.de door het personeel
genoten extra verdiensten wegens overwerk in de pensioens
grondslagen doen opnemen,zoodat voor deze verdiensten de
gewone pensioensbijdragen aan het Algemeen Burgerlijk Pensi
oensfonds zijn verschuldigd,terwijl van de betrokkenen de
door hen verschuldigde verhaalsbijdragen moeten worden
ingevorderd.
Het wil ons voorkomen,dat de betrokkenen var. deze handel
wijze ten opzichte van hun pensionneering in het algemeen
weinig of geen profijt zullen hebben,aangezien de pension
neering in den regel geschiedt naar de middelsom van de
pensioensgrondslagen over de laatste of "\0 dienstjaren en
zij juist in deze laatste jaren slechts bij uitzondering
overwerkverdiensten genieten,daar in het algemeen het over
werk wordt verricht door de jongere werkkrachten.
Het is dus duidelijk,dat de voor overwerkverdiensten betaal
de pensioenspremiën voor de belanghebbenden dikwijls van
geenerlei belang zijn. "/aar het hier bovendien veelal slechts
om geringe bedragen gaat en uit de bestaande regeling veel
onnoodige administratieve omslag voortvloeithebben wij de
wenschelijkheid overwogen de overwerkverdiensten voortaan
buiten de pensioensgrondslagen te houden. Hiervoor is noo-
dig een wijziging van art.29 van het Ambtenarenreglement
in dien zin,dat de overwerkvergoeding tot een tijdelijke
toelage wordt gestempeld.
De Commissie voor Georganiseerd Overleg,hierover gehoord,
heeft tegen een wijziging als hier bedoeld geen bezwaar,
doch wenscht er nog eenige uitbreiding aan te geven door de
extra verdiensten die op grond van artikel 30 Van het
Ambtenarenreglement (werkzaamheden,verricht in de rusttij
den) worden genoten tevens in de voorgestelde wijziging te
betrekken,indien de belanghebbenden ook hiervan ten opzichte
van hunne pensionneering in het algemeen geen schade zullen
lijden. Het wil ons voorkomen dat zulks ook hier inderdaad
niet het geval zal zijn,zoodat er geen bezwaar bestaat de
verlangde uitbreiding aan ons voorstel te geven.
Voor de overige in het Ambtenarenreglement genoemde
extra verdiensten is wijziging niet noodig,aangezien deze
ook thans niet in de pensioensgrondslagen behoeven te worden
opgenomen.
In verband met het vorenstaande mogen wij Uwe Vergadering
er nog op wijzen,dat in de kortgeleden vastgestelde verorde
ning op de Gemeentepolitie de overwerkverdiensten eveneens