Bijlage tot het venslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937* BIJLAGE NO. 22.
AL GSM EE NE OPMERKINGEN.
Sectievergaderingen.
11 enl2.V. Een lid was van oordeel, dat in het algemeen in de
laatste jaren de gang van zaken in de secties weinig bevre
digend is. Naar zijn opvatting zijn de sectievergaderingen
zoodanig op te vatten, dat de~Raad gelegenheid krijgt tot
het maken van opmerkingen van algemeenen aard en dat niet
al te zeer in bijzonderheden wordt afgedaald.
Een ander lid daarentegen had den indruk gekregen, dat
men nu een ander karakter aan de secties wenschte te geven.
Hij achtte eenige uitgebreidheid van het sectie-verslag geen
bezwaar, omdat dan verschillende zaken worden toegelicht,
waarop de Raad dan niet breed behoeft in te gaan.
A. De sectievergaderingen ter behandeling van de ontwerp-
begrootingen geven gelegenheid om die begrootingen in vollen
omvang en ook tot in bijzonderheden te bespreken. De vragen,
waarop alsdan een bevredigend antwoord is ontvangen, behoeven
onzes inziens echter niet in het verslag te worden opgenomen.
In eenige uitgebreidheid van het soctieverslag zien wij, zoo
die noodig is, geen bezwaar, mits de schriftelijke behandeling
door middel van verslag en memorie van antwoord dan ook tot
bekorting van de mondelinge behandeling door den Raad leidt.
Dit laatste nu blijkt,in strijd met de bedoeling van de sectie
vergaderingen, in de practijk niet of in geringe mate het
geval te zijn en in zooverre zijn ook wij van oordeel dat in
het algemeen in de laatste jaren do gang van zaken bij de be
handeling van de begrooting niet geheel bevredigend is, mede
omdat ons een soQl^j?heid bij die behandeling mogelijk lijkt,
welke oenerzijds/' weloverwogen behartiging van de gemeentebe
langen niet behoeft te schaden en anderzijds aan de zoo noo-
dige zuinigheid bevorderlijk is.
Algemeene beschouwingen bij behandeling der begrooting.
13en]l|_.V. Meerdere leden achtten het zwaartepunt van deze begroo
ting de verkrijging van een extra-bijdrage en meenden, dat
alles moet worden gedaan, om deze te verkrijgen, al moeten
daartoe maatregelen worden genomen, waarmede men in andere
omstandigheden niet zou instemmen. Zij achtten dan ook het
houden van algemeene beschouwingen bij de behandeling der
begrootingen in den Raad eigenlijk overbodig.
Eenige andere leden meenden daarentegen, dat het bij
deze begrooting niet alleen de extra-bijdrage is, doch dat
er nog vele zaken zijn, die belangrijk genoeg zijn, om in al
gemeene beschouwingen te betrekken.
A. De hier gemaakte opmerkingen geven ons slechts aanlei
ding er bij de leden van den Raad nogmaals opaan te dringen
zich bij de algemeene beschouwingen - zoo deze worden gehou
den - zooveel mogelijk te bekorten. Inderdaad toch valt niet
te ontkennen, dat in verband met het verkrijgen van extra
bijdragen uit het ?/erkloosheidssubsidiefonds de Raad nu een
maal bepaalde maatregelen zal moeten nemen, dan wel nalaten,
waartoe hij anders wellicht niet zou wenschen te besluiten.
Gemeentelijk belastinggebied.
15,16 V. Een d er leden was van meening, in aanmerking genomen het
en 17. belangrijke bedrag, dat aan het gemeentelijk belastinggebied
ten behoeve van het Werkloosheidssubsidiefonds wordt onttrok
ken, dat, wanneer de gemeente zelf de beschikking over die
5
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937* BIJLAGE NO. 22.
belastingopbrengsten zou hebben, de financiëele toestand be
langrijk gunstiger zou zijn.
Een ander lid kon zich met deze opvatting geenszins ver
eenigen.
Een derde lid daarentegen was van oordeel, dat tegenover
het bedrag, dat de gemeente derft aan belastingopbrengsten
door overheveling in het Werkloosheidssubsidiefonds, gesteld
moet worden de hoogere ontvangst wegens bijdrage in de werk
loosheidslasten.
A. Inderdaad is over 1935 en 193^ een "gewone" bijdrage
ontvangen uit het Werkloosheidssubsidiefonds, doch bij de
beoordeeling van het voor- of nadeel, vergeleken met vroeger,
dient in het oog te worden gehouden, dat ook voor 1935 de
kosten der werkloosheidsbestrijding niet geheel ten laste van
de gemeente kwamen.
Over 193^- en vorige jaren ontving de gemeente Leeuwarden
ook bijdragen van het Rijk, waarvoor niet gestort behoefde te
worden.
Inkrimping overheidsbemoeiingen.
l8 en 19. V. Een lid wenschte te weten hoe Burgemeester en Wethouders
denken over inkrimping van de overheidsbemoeiingen. B.v. aan
besteding van vervoer en verwerking van waardeloos vuil;
inkrimping van gemeentelijke werkplaatsen en eigen beheer en
overbrenging van het werk naar het particuliere bedrijf;
aanbesteding van het schoonmaken en zetten van glasruiten in
openbare gebouwen.
Andere leden konden zich niet vereenigen met de door
het ovengenoemde lid ontwikkelde denkbeelden.
A. Het is niet mogelijk in een kort tijdsbestek de voor-
en nadeelen van dit vraagstuk nauwkeurig te overzien, te be-
oordeelen en vervolgens in deze memorie uiteen te zetten.
Wij zullen rapporten over de genoemde punten inwinnen, ons
er over beraden en den Raad te zijner tijd onze meening dien
aangaande kenbaar maken.
Raadsverslag.
20.V. Eenige leden achtten het tegenwoordige verslag van ls
Raads handelingen te beknopt. Een dezer leden zou althans
het verslag der begrootingsvergaderingen even uitvoerig
wenschen als het vorige jaar.
A. Naar aanleiding hiervan brengen wij in herinnering, dat
de Gedeputeerde Staten in hunne nota van opmerkingen d.d.
l6 Mei 1936 betreffende de begrooting 193^ mededeelden "dat
voor het officiëele raadsverslag in het algemeen geen gelden
beschikbaar mogen worden gesteld". Daarom drong genoemd
College aan op verlaging van den desbetreffenden post, bijv.
door het verslag in meer beknopten vorm op te maken. Met het
oog hierop schreven wij in bijlage no. 86 van 193^ aan Uwen
Raad: "Ook het Raadsverslag zouden wij graag in druk behou
den zien. Wij achten dit in de gegeven omstandigheden echter
alleen mogelijk, wanneer het ingrijpend wordt verkort en wij
zijn dan ook voornemens het verslag tot nader order in zeer
beknopten vorm te doen opmaken. Wij vertrouwen in dezen op
de volledige medewerking van de leden van den Raad".
Het is duidelijk, dat uitbreiding van het verslag buiten
de grenzen, waarin wij het tegenwoordig trachten te houden,
tot verhooging van kosten voert en daardoor tot bezwaren
van den kant van het toezichthoudend College van Gedeputeerde
