Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden,1957* BIJIAGE NO.28. BIJLAGE NO.28. Aan den Gemeenteraad. Aan de vergunningen,welke verleend zijn aan de ondernemers van de met Rijksmachtiging werkende radio distributiebedrijven in deze gemeente om hun draden boven openbaren gemeentegrond of -water te mogen hebben,is o.a, de voorwaarde verbonden,dat per weg- of waterkruising een jaar lijks che recognitie van f 2,^0 aan de gemeente moet worden betaald» De Minister van Binnenlandsche Zaken wijst er nu in nevens gaande missive op,dat dergelijke vergoedingen slechts krachtens een gemeentelijke belasting-verordening kunnen worden geheven,en maakt bezwaar tegen het handhaven van de desbetreffende voor waarden in vergunningen,als bovenbedoeld. Ofschoon de hier be sproken vergoeding,zoowel als tal van andere recognitieste dezer stede tot dusverre altijd op grond van,hetzij door Uwen Raad,het zij door ons College verleende vergunningen wor den geheven,zijn wij met den Minister van oordeel,dat het inderdaad meer in overeenstemming met de bepalingen der Ge meentewet is (zie de artt.269 en 5) wanneer die heffingen op een plaatselijke belastingverordening berusten. Ook ter wille van de uniformiteit der recognities in gelijk soortige gevallen en daarmede ter wille van een billijke heffing,is het beter,dat er een algemeen geldende regeling komt,dan dat de vaststelling der onderscheidene retributies van geval tot geval plaats vindt. Ten slotte biedt een heffing op grond van een belastingverordening voordeelen met betrek king tot de invordering. Wij hebben daarom naar aanleiding van 's Ministers missive een verordening op de heffing van de zoogenaamde precario rechten ontworpen,zulks op het voetspoor van tal van andere gemeenten,die dergelijke verordeningen reeds lang kennen. Evenwel hebben wij gemeend ons daarbij zooveel mogelijk te moeten houden bij den bestaanden toestand wat betreft de objecten,waarvoor de rechten geheven worden,en dus zoo min mogelijk uitbreiding gegeven aan de gevallen,waarin men bij het hebben van werken,inrichtingen of voorwerpen onder, in,op of boven gemeentegrond of gemeentewater belastingplichtig is Het bleek intusschen niet mogelijk de verordening ook bij de thans geldende tarieven te doen aansluiten,omdat de tegenwoordi ge heffingen (dateerend uit verschillende tijden en opgelegd in verschillende omstandigheden) onderling een zoo groote verscheidenheid te zien geven,dat samenvatting tot voor alle gevallen daarmede overeenkomende tarieven ondoenlijk is. Niettemin gaan de in artikel J van de nieuwe verordening (ontwerp A) vermelde heffingen naar onze meening niet boven de grens van een zeer matige vergoeding voor het genot van den voor den openbaren dienst bestemden gemeentegrond,resp, het gemeentewater,uit Een overgangsbepaling (art.11,2e lid) voorkomt bovendien, dat de reeds bestaande recognities worden verhoogd; zoolang de desbetreffende vergunningen van kracht blijven,worden de op grond daarvan geheven recognities gehandhaafd. Bijzondere toelichting behoeven de artikelen van ontwerp A na het vorenstaande niet; zij zullen U,naar wij vertrouwen, bij enkele lezing duidelijk zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1937 | | pagina 238