Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van- Leeuwarden, 1957* BIJLAGE NO. 70e BIJLAGE NO. 70. Aan den Gemeenteraad. Bij Koninklijk Besluit van 28 April 1937* Staatsblad no. 1+81, is, ter uitvoering van artikel 3, 38 der wet van 29 November 1935» Staatsblad no. 685, tot verlaging der openbare uitgaven, bepaald, dat op de voor 1 Januari 193^ met Rijksfondsen en -instellingen gesloten geldleeningen, waarop versterkte aflossing is uitgesloten, die versterkte aflossing zal zijn toegestaan, mits van het voornomen daartoe ten minste drie maanden tevoren aan den geldgever is kennis gegeven, met dien verstande, dat bij versterkte aflossing binnen de eerste vijf jaren van den looptijd der leening dd geld^gemster een vergoeding zal zijn verschuldigd ten bedrage van een ten honderd van het bedrag dier aflossing. Bovendien is de rentevoet dier leeningen, gerekend met ingang van 15 September 193^» ^ot b% verlaagd. De U bekende leening, oorspronkelijk groot f. 2.000.000.-, aangegaan met de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam krachtens Raadsbesluit van 27 April 1920, no. 218R/96, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 29\ April 1920, no. 123, valt onder de bepalingen van het aangehaalde Koninklijk Besluit. Het in den aanhef door ons genoemde boetebedrag van 1% van het bedrag der versterkte aflossing is op deze leening niet van toepassing, omdat reeds meer dan vijf jaren van haren loop tijd zijn verstreken. Het restant dezer leening zal op 1 September a.s., - don datum, waarop de hieronder vermelde nieuwe leening zal kunnen worden aangegaan - na aftrek van de- gewone jaarlijksche aflossing op 31 Juli a.s. ad f. 50000.-, n°g bedragen f. 1.150.000.-. Biedt de gemelde renteverlaging voor de komende jaren reeds een aanmerkelijke besparing voor de gemeentekas, de huidige stand van de geldmarkt maakt het mogelijk, met gebruik making van het thans gegeven recht tot versterkte aflossing, dit voordeel nog belangrijk te vergrooten. Wij hebben namelijk een aanbieding ontvangen tot het aan gaan van een onderhandsche leening groot f. 1.150.000.-, parikoers, af te lossen in 23 gelijke jaarlijksche termijnen, tegen een rente van 3's jaars, met het recht van de geld- geefster om op of na 1 September 19^4-7 dQ rente te verhoogen tot ten hoogste 1$ per jaar, mits zij van haar voornemen daartoe drie maanden tevoren schriftelijk kennis geeft aan de gemeente. Versterkte aflossing is toegestaan, met dien verstande, dat gedurende do eerste vijf jaren boete verschuldigd zal zijn. De kosten der leening bedragen ^/0 voor provisie. In de hierbij overgelegde ontwerp-overeenkomst zijn do verdere bepalingen omtrent deze goldleening opgenomen, welke eveneens in het besluit van Uwe Vergadering zullen worden ver meld Wij. achten deze aanbieding alleszins aannemelijk; ook do Pinancieele Commissie kan zich met ons voorstel vereenigen. Mitsdien stellen wij U voor te besluiten: a. tot gehoele aflossing van het op 1 September 1937 bes- teerendo bedrag ad f. 1.150.000.- der leening, oorspronkelijk groot f. 2.000.000.-, aangegaan mot de Rijksverzakoringsbank te Amsterdam, bij Raadsbesluit van 27 April 1920, no. 218R/96 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 29 April 1920, no. 125? b. tot het aangaan van een goldleening, groot f. 1,150.000.- op 1 September 1937 do Algemeono Friesche Levonsverzokorings Maatschappij te Leeuwarden, op de voorwaarden, zooals doze zijn opgenomen in de bij dit voorstel behoorende ontworp-overeonkomst van geldleening; c. te bepalen, dat het bedrag der jaarlijksche rente en ailossing van de aan te gano leenxng zal worden gevonden uit de gewono middelen der gemeente. Leeuwarden, 3 Juni 1937. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden Ij. Juni 1937

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1937 | | pagina 290