10
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937BIJLAGE NO. 83.
ONTWERP C.
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening
op het beheer van het Gemeentelijk Electri-
citeitbedrijf te Leeuwarden (gemeenteblad
1925 no. 35 en 1931 no. 1).
Artikel I.
In artikel 22 van bovengenoemde verordening wordt in
plaats van "222" gelezen: "259".
Art. II.
In artikel 26 worden ingelascht een nieuw vijfde en
een nieuw zesde lid, luidende als volgt:
"indien echter in een der jaren 1937 en met 191+6
de winst (bij een aandeel van het bedrijf in de algemeene
kosten der gemeente ten beloope van f. 10.000.-) stijgl»
boven een bedrag van f. 250.000.-, zal van de winst niet
meer dan f. 250.000.- aan de gemeente worden uitgekeerd,
behoudens het bepaalde in het zesde lid van dit artikel,
en zal het overblijvende deel der winst worden aangewend
hetzij tot verlaging van den prijs, dien het bedrijf aan
zijn afnemers voor den stroom in rekening brengt, hetzij
tot reserveering voor uitbreiding en verbetering van het
bedrijf, hetzij tot aanvulling van de in een der jaren
1937 tot en met 191+6 beneden bovengenoemd bedrag van
f. 25O.OOO.- gebleven zijnde winst van het bedrijf tot
dat bedrag.
In het geval, voorzien bij artikel 1+ der krachtens
Raadsbesluit van 21 Juli 1937 m0t de provincie Friesland
aangegane nadere overeenkomst betreffende de levering van
electrischen stroom door de provincie Friesland aan de
gemeente Leeuwarden, zal de in het vorige lid bedoelde
uitkeering van f. 25O.OOO.- verhoogd kunnen worden met
een even groot bedrag als de winst van de gemeentelijke
gasfabriek in een der jaren 1937 tot en met I9I+6 beneden
de f» 75*000.- is gebleven."»
Het tegenwoordige vijfde lid van artikel 26 wordt
zevende lid.
Art. III.
De tweede zin van het eerste lid van artikel 27
vervalt
Art. IV.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn ge
treden op 1 Januari 1937»
Verzonden 12 Juli 1957*
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937» BIJLAGE NO. 81+.
BIJLAGE NO. 81+
Aan den Gemeenteraad.
De bezoldiging van de gaarders der bruggelden is in
artikel 5 der Salaris ver ordening in dien zin geregeld, dat
het weekloon van de gaarders van de Oosterbrug, de Vrouwen-
poortsbrug en de Noorderbrug f. O.96 en dat van den gaarder
van de Verversbrug f, 2.77 minder bedraagt dan het weekloon
van de gaarders van de andere bruggen. Dit verschil in be
looning vindt zijn oorsprong hoofdzakelijk in het aantal
schepen dat de bruggen passeerde.
De bediening van de Verversbrug is thans opgedragen aan
het personeel van de gemeentewerfzoodat de betrekking van
gaarder aan deze brug is opgeheven en de daarop betrekking
hebbende regeling in de Salarisverordening kan vervallen.
Ook overigens is in de bediening van de bruggen eenige
wijziging gebracht, hetgeen ons aanleiding heeft gegeven de
bezoldiging der gaarders nader te bezien.v
Wij zijn hierbij tot de conclusie gekomen, dat er geen
reden is om het verschil in belooning te bestendigen.
Weliswaar bestaat ook thans nog verschil in het aantal sche
pen, waarvoor de onderscheidene bruggen moeten worden bediend,
maar dit is naar onze meening op zichzelf niet voldoende om
ten opzichte van enkele bruggen een lagere bezoldiging te
motiveeren. Ook anderszins achten wij, gelet op de eischen,
tegenwoordig aan de bediening van de verschillende bruggen
gesteld, geen redenen aanwezig om het onderscheid nog te
handhaven, zoodat wij de bezoldiging van alle gaarders be
paald zouden willen zien op f. 23.01+ tot f. 28.80 per week.
De Commissie voor Georganiseerd Overleg kan zich
blijkens haar hierbij overgelegd rapport hiermede geheel
vereenigen.
Wij geven U derhalve in overweging tot vaststelling van
de In ontwerp hierachter afgedrukte verordening over te gaan.
Leeuwarden, 9 Juli 1937*
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.