Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937» BIJLAGE NO. 89.
BIJLAGE NO. 89.
Aan den Gemeenteraad.
Krachtens artikel 18 van het Reglement voor de lagere
avondhandelsschool (gemeenteblad I92J4. no, 2l±) zooals dit
nader is gewijzigd (zie gemeenteblad 1929 no, 19)ontvangen
leerlingen van on- of minvermogende ouders, wier gemiddelde
der cijfers waarop zij zijn toegelaten of bevorderd voldoende
zijn, desgewenscht van gemeentewege in bruikleen de benoodigde
boeken en leermiddelen of alleen de boeken. Voor de verstrek
king wordt tot grondslag genomen het belastbaar inkomen der
ouders naar de bepalingen der Wet op de Inkomstenbelasting 191^*
Sedert het in werking treden van paragraaf 8 der wet tot
verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs van 22
Februari 193& Staatsblad no. 100) worden echter de gegevens,
het belastbaar inkomen betreffende, niet meer door 's Rijks
belastingdienst verstrekt, zoodat voortaan een andere maatstaf
zal moeten gelden.
Deze maatstaf kan zijn óf de z.g. gemengde hoofdsom, welke
voor de berekening van het schoolgeld dient, óf het schoolgeld,
dat ook als basis geldt voor de verstrekking van boeken en
leermiddelen aan leerlingen van de Rijks hoogere burgerscholen
en welke regeling eveneens van toepassing is op de leerlingen
van de gemeentelijke inrichtingen van middelbaar en hooger
onderwijs alhier. Beide maatstaven "gemengde hoofdsom" en
"schoolgeld" zijn echter zoo nauw aan elkaar verbonden, dat het
er weinig toe doet, welke van deze twee als grondslag wordt
aanvaard. Wij geven er de voorkeur aan, ook hier het schoolgeld
tot maatstaf te nemen. De hoofdzaak is, waar de grenzen moeten
worden getrokken waar beneden boeken en leermiddelen of alleen
boeken in bruikleen worden verstrekt. Thans varieeren deze
grenzen (met een stijging van f. I4.OO,,- per kind) van een
belastbaar Inkomen van beneden f. 800.- tot beneden f. 2800.-
(voor de verstrekking van boeken en leermiddelen) en van
beneden f, 2000.- tot beneden f. l4.OOO.~- (voor de verstrekking
alleen van boeken)
In dezen vorm zal de regeling niet kunnen blijven bestaan, zoodat
wijziging daarvan noodig is. Er zal n.l„„met een schoolgeldgrens
waar beneden boeken en leermiddelen, en een schoolgeldgrens,
waar beneden alleen boeken in bruikleen worden verstrekt, moeten
worden volstaan; in de gemeng3e hoofdsom of in het hiernaar
berekende schoolgeld is de kinderaftrek echter wel verwerkt.
Oorspronkelijk bepaalde bovengenoemd artikel 18, dat de
leerlingen, voor wie geen schoolgeld verschuldigd was, desge
wenscht de boeken en leermiddelen van gemeentewege in bruikleen
konden ontvangen. Toen bij de wijziging van 1929 het schoolgeld
werd uitgeschakeld en het belastbaar inkomen tot grondslag werd
genomen, was hiervan het gevolg dat sommige leerlingen voor wie
wel schoolgeld werd betaald, toch de boeken en leermiddelen
gratis ontvingen0 Dit was echter het gevolg van toevallige om
standigheden. De bedoeling is steeds geweest, den leerlingen,
voor wie geen schoolgeld verschuldigd was, de boeken en leer
middelen In bruikleen te verstrekken. Ook voor de leerlingen
van de Rijks hoogere burgerscholen en de gemeentelijke inrich
tingen van middelbaar en hooger onderwijs geldt deze maatstaf.
Het lijkt ons daarom billijk, deze bepaling ook voor de lagere
avondhandelsschool over te nemen.
Volgens de schoolgeldregeling voor de Rijks hoogere
burgerscholen moet bij een gemengde hoofdsom van f. JO,- een
bedrag van f. 28.20 aan schoolgeld worden betaald, terwijl vol
gens deze zelfde regeling aan leerlingen, voor wie f. 28.20
of minder schoolgeld verschuldigd is, de boeken (niet de leer
middelen) in bruikleen worden verstrekt. Het komt ons wensche-
lijk voor om voor de lagere avondhandelsschool eenzelfden maat
staf te volgen, n.l. om alleen de boeken in bruikleen te geven