Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1937BIJLAGE NO. 157
BIJLAGE NO. 157.
Aan den Gemeenteraad
Zooals Uwe. Vergadering bekend is, deelden Gedeputeerde
Staten in hun tot ons gericht schrijven d.d. 27 November j.l.
no. 1, 2e afdF, mede, dat omtrent de door het gemeentebe
stuur voor het jaar 1937 geraamde onverplichte onderwijs-1
uitgaven inmiddels door de Commissie van Overleg in zake de
gemeentebegrootingen het advies van het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen was ontvangen en dat de Commis
sie hieromtrent zoo spoedig mogelijk nader zou berichten.
Gedeputeerde Staten deelen ons thans bij het hiernevens
in afschrift gevoegde schrijven van 22 December j.l., no. 68,
2e afdF., mede wat die Commissie daaromtrent heeft opgemerkt.
Hieruit blijkt, dat met ingang van 1 Januari 193^:
a. de toelage (f. l80.-), welke van gemeentewege wordt
verleend aan het personeel van de school voor buitengewoon
lager onderwijs, moet worden ingetrokken;
b. het onderwijs in de lichamelijke oefening aan de scho
len voor gewoon lager onderwijs (alle scholen behalve die voor
uitgebreid lager onderwijs) in alle leerjaren door klasse
onderwijzers dient te worden gegeven en aan de hiervoor aange
stelde vakonderwijzers ontslag moet worden verleend;
c. de jaarwedden van de vakonderwijzeressen in de nuttige
handwerken aan de centrale scholen voor het 7© ®n 8e leerjaar,
thans bedragende f. 59»- tot f. $0.- per wekelijksch lesuur,
moeten worden verlaagd tot een maximum van f. 75«- Per lesuur,
terwijl daarenboven de toelagen (f. i_p5voor het bezit van
de akte fraaie handwerken dienen te worden ingetrokken.
d. de belooning voor vakonderwijzeressen in de handwerken
aan de school voor uitgebreid lager onderwijs, thans bedragende
f. 8l.- tot f. 112.50 per wekelijksch lesuur, moet worden ver
laagd tot een minimum van f. 59*- en 0en maximum van f. 75*~
per lesuur;
e. de belooning van de vakonderwijzers in de lichamelijke
oefening aan de school voor uitgebreid lager onderwijs moet
worden teruggebracht tot f, 100.- per wekelijksch lesuur in
maximum;
f. de jaarwedden van de hoofdonderwijzeressen en van de
onderwijzeressen aan de gemeentelijke bewaarscholen, thans be
dragende in maximum onderscheidenlijk f. 1756»- en f*
moeten worden verlaagd tot respectievelijk f. 1100.- en f.900.-
terwijl de belooning van de aan deze scholen verbonden kweeke-
lingen (f. 500.-) en oppassters (f. 508*-) dient te worden
vastgesteld op onderscheidenlijk f. 200.- en f. 175*" Per jaar»
Uit het laatst aangehaalde schrijven van Gedeputeerde
Staten blijkt verder, dat de Commissie nog nader zal overwegen
of:
1. door overplaatsing - desnoods tegen den wil van den
betrokkene - van leerkrachten de vakonderwijzeressen in de
handwerken aan de 7e 9n 8e leerjaarscholen kunnen worden gemist
2. met de geëischte verlaging van de belooning van de vak
onderwijzers in de lichamelijke oefening aan de school voor
uitgebreid lager onderwijs en van die voor de kweekelingen en
oppassters aan de bewaarscholen op den duur zal kunnen worden
volstaan dan wel of na eenigen tijd een verdergaande verlaging
moet worden Ingevoerd,
De Commissie merkt volgens het schrijven van Gedeputeerde
Staten nog op, dat bij de verlaging van de jaarwedden zoo noo-
dig een overgangsregeling kan worden getroffen, welke gelijk is
aan die, vervat in conclusie 27 van het rapport, uitgebracht
door de Commissie-Schouten. Bedoelde conclusie komt hierop neer
dat de vermindering van de jaarwedden en belooningen geleide
lijk kan worden toegepast.