11
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1937.
INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst.
a
a
3
a
"o
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Werkelijke
inkomsten
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragenl
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
92 Schoolgelden
De heffing geschiedt naar dezelfde grondslagen als
voor het openbaar gewoon lager onderwijs.
Zie volgno. 70.
93 Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde
specificatie.
94 Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104,
eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920
Aan uitkeering zal in 1937 ontvangen kunnen worden
ƒ4.116.44. Deze berekening is gebaseerd op de be
dragen welke aan de besturen van bijzondere scholen
ingevolge art. 101 der Lager-onderwijswet 1920 zullen
worden verstrekt. V.g. de bij de begrootingsstukken
overgelegde specificatie.
Tegemoetkoming van het Rijk in de jaarlijksche
vergoeding voor terreinen en gebouwen van bij
zondere lagere scholen ingevolge art. 205, zevende
lid, der Lager-onderwijswet 1920
95 Uitkeering van andere gemeenten in de aan school
besturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205
der Lager-onderwijswet 192,0
Krachtens het bepaalde bij art. 205, 6° lid, der Lager-
onderwijswet 1920, kunnen uitkeeringen worden ont
vangen ten bedrage van 1.852.64. Vergelijk de bij
de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
96 Rente van waarborgsommen, gestort door be
sturen van bijzondere scholen
Van 102.440.62 kan op dezen post rente worden
ontvangen. Doordat verschillende schoolbesturen bij hel
storten der waarborgsom, ingevolge de bepalingen der
wet, daarop de waarde van den grond in mindering
brachten, wordt van een hooger bedrag rente uitgekeerd
dan waarvan rente wordt gekweekt.
Gerekend wordt op een rente van 41/ï 's jaars,
makende 4.609.83. Zie volgno. 439.
97 Terugontvangst van pensioensbijdragen verschul
digd door besturen van bijzondere scholen voor per
soneel, wier jaarwedden ingevolge art. 100 der l.o.-
wet 1920 door de gemeente zijn vergoedf
Voor 1937 geraamd op 2215.
Zie volgno. 438.
98 j Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere
scholen van te veel ontvangen bijdragen ingevolge
art. 101 der l.o.-wet 1920
Niet bekend is of teruggaaf zal plaats hebben.
Transporteeren
76
25.672
4.169
3.922
1.987
5.015
1.695
42.462
63
32
38
30.000
32.060 -
4.166 31
3.7 1 4
3.533 79
4.1 6 44
78
64
86
1.817
5.025
1.600
memo
46.142
03
1.8 2 liJ
4.6 19 8
ne
13
2.4 15 -
mt no ne
48. 55 34
Bijlage tot het verslag der handeüngen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1937.
UITGAVEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Werkelijke
uitgaven
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Belooning als bedoeld in art. 33, tweede lid, der
Lager-onderwijswet 1920, toe te kennen aan onder
wijzers, verbonden aan in de gemeente gevestigde
bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in
aanmerking komen
Ingevolge artikel 33, 2e lid, der Lager-onderwijswet,
is de raad gehouden tot toekenning van gelijke beloo
ningen aan de onderwijzers, verbonden aan de in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen, als die verleend
worden aan de onderwijzers van openbare scholen voor
het bezit of het gebruik maken van bevoegdheden, waar
voor geen wettelijke akten van bekwaamheid verkrijgbaar
zijn, alsmede op grond van hunne aanwijzing tot plaats
vervangend hoofd.
Nu voor het openbaar lager onderwijs de vaste jaar
lijksche vergoeding voor plaatsvervangend hoofd is
afgeschaft, kan deze post voor memorie worden uitge
trokken.
Kosten van instandhouding van schoolgebouwen,
welke in bruikleen zijn gegeven aan besturen van
bijzondere scholen als bedoeld in art. 101, zesde lid,
der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan schoolbesturen wegens erfpacht
van het schoolterrein, als bedoeld in art. 101, zesde
lid, der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan schoolbesturen wegens huur van
gebouwen en terreinen, als bedoeld in art. 205bis
der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen
voor de kosten van schoollokalen, bedoeld in art. 84
der Lager-onderwijswet 1920
Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
In verband met de uitgaven over 1934 en 1935 ge
raamd op 600.Een belangrijk deel van deze vergoe
ding is aan de gemeente Leeuwarderadeel verschuldigd.
Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-onder
wijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen,
welke voor rijksvergoeding in aanmerking komen,
voor aan die scholen verbonden boventallige onder
wijzers
In 1933 is over het jaar 1931 ƒ15.498.13, in 1934 over
het jaar 1932 ƒ20.971.53, in 1935 over het jaar 1933
ƒ22.881.85 en in 1936 over het jaar 1934 28.399.06
uitgekeerd.
Voor 1937 wordt geraamd 5.634.
Vergoeding aan schoolbesturen als bedoeld in art.
101, negende lid, der Lager-onderwijswet 1920
Evenals vorige jaren zal de gemeente ook over 1937
aan de besturen der bijzondere scholen, aan welke vak
onderwijzers werkzaam zijn, daarvoor krachtens art. 101,
9e lid, een vergoeding moeten toekennen.
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Vergoeding van de kosten van instandhouding van
bijzondere scholen, bedoeld in art. 101, ie lid, der
Lager-onderwijswet 1920
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Transporteeren
271
115
2 o
305
39
22.881
13.964
59.382
96.615
85
16
54
19
1.000
28.399
13.953
54.304
97.962
42
memo
06
42
93
83
600
5.634
12.577
50.397
69.209
ne
62
86
48