Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. 109 ONTWERP DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegendedat blijkens een ingesteld onderzoek de ondervermelde zeven woningen ter bewoning ongeschikt zijn en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kunnen worden gebracht; Overwegende, dat aan elk van deze woningen de gebreken kleven, welke zijn omschreven in de bij dit besluit gevoegde bijlage, gemerkt "bij 2i|53 van 38"; Gelet op het advies dd, 30 Juli 1938; no. 1667 van den Inspecteur van de Volkshuisvesting, op het voorstel van Burgemeester en Wethouders en op de bepalingen der Woningwet' BESLUIT: onbewoonbaar te verklaren de in onderstaanden staat vermelde woningen, te weten: Plaatselijke benaming Eigenaar iKadastrale aanduiding straat no Naam Woonplaats gemeent Leeuwar Sectie den_ I no Nieuwebur en 112 beneden Wed.D.Turksma Leeuwarden A 112 boven dezelfde lik beneden dezelfde HI4- boven dezelfde boven K.H, Berga Akkrum Monnikemuur- straat RK.School- vereeniging Leeuwarden Heer Ivo- straatj e kl J. de Roos en T. de Roos Ur eterp C met last om de genoemde woningen, voor zoover deze niet onbewoond zijn, te doen ontruimen binnen ëén maand, te rekenen van den dag waarop de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit tot onbewoonbaarver klaring is gehandhaafd. Leeuwarden, 1938. De Raad voornoemd, Verzonden 12 Augustus 1938. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. 110. BIJLAGE NO. 110. Aan den Gemeenteraad. Bij de op 1 Januari 19^8 in werking getreden wet van 22 April 1937 Stbno. 31I) tot vereenvoudiging o.a. van de gemeentelijke- administratie is ook artikel éO der Gemeente wet, handelende over de raadscommissiën, gewijzigdTot dusver moesten n.l. de voorzitters en-de leden der vaste commissiën van voorbereiding en de leden der vaste commissiën van bijstand jaarlijks opnieuw door den raad worden benoemd* Om het regelmatig terugkeeren dezer benoemingen, waarvoor weinig reden bestond, te voorkomen, is dit voorschrift thans vervangen door de bepaling, dat de raad den zittingsduur van de commissieleden regelt; die duur mag echter niet langer zijn dan die der leden van den zittenden raad. Ter uitvoering van het aldus gewijzigde wetsartikel is het wenschelijk, dat Uw Raad een regeling treft, als daar bedoeld. Het wil ons n.l. voorkomen, dat de zittingsduur van de commissieleden gevoegelijk gelijk kan worden gemaakt aan dien van de leden van den Raad. Zulks kan het eenvoudigst geschieden door het nemen van een afzonderlijk besluit, aan gezien dan niet alle op de commissiën betrekking hebbende verordeningen (die uiteraard nog op-de vroegere redactie van genoemd artikel 60 gebaseerd zijn) gewijzigd behoeven te worden. Zoodoende wordt inderdaad een vereenvoudiging verkregen, welke geenerlei bezwaren behoeft mede te brengen. Overigens komt er met betrekking tot de benoeming, ook tusschentijds, der commissieleden door Uwen Raad geen veran dering in den bestaanden toestand, Wel is ook de verplichting tot openbare bekendmaking van de namen der commissieleden als overbodig uit de wet geschrapt. Stellen wij U dus hieronder voor, den zittingsduur der commissieleden in overeenstemming te brengen met dien der leden van den zittenden raad, met het oog op de reeds plaats gehad hebbende benoemingen van leden, die, gelijk alle leden Uwer Vergadering, op d en eersten Dinsdag van September 1939 aftreden, hebben wij in het ontwerp-besluitzij het wellicht ten over vloede, tevens opgenomen, dat de benoeming van de thans in functie zijnde leden der commissiën geacht wordt te zijn ge schied voor het tijdvak, dat op dien Dinsdag van September 1939 eindigt. Dit voorkomt, dat er in Uwe eerste vergadering van September a.s. weder herbenoemingen noodig zouden zijn. In dit verband doen wij nog opmerkon, dat artikel 5° van het reglement van orde voor de vergadering van Uwen Raad, luidende: "in de eerste vergadering van September worden de leden van de vaste commissiën en, voor zooverre noodig, hare voorzitters voor het volgende jaar benoemd", bij de nieuwe regeling behoort te vervallen. Ten slotte zij medegedeeld, dat het besluit, hetwelk wij U voorstellen te nemen, naar den te genwoordigen toestand be trekking heeft op de leden der commissie voor de strafveror deningen (vaste commissie van voorbereiding) en op die van de commissie voor openbare v/erken, de ftenciëele commissie, de commissie voor de gemeentereiniging, de commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken, de commissie voor de gemeente lijke bewaarscholen en de markt- en slachthuiscommissie (vaste commissiën van bijstand). Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging: 12, te nemen het in ontwerp hierachter afgedrukte besluit; 22, het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad der gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1925 no. 17; 1927 no, 6; 1929 no. 3; 1931 no. 13; 1936 no. 36; 1937 nos. 2 en 2é) te wijzigen in dien zin, dat artikel 56 daarvan vervalt. Leeuwarden, I| Augustus 1938* Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, E. SCHOTMAN Secretaris. e 218 1! .1 it 218 tl 1! ti 217 11 tl 11 217 tl 51 ti H83 98 tt 266 11 2122 J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 340