Bijlage tot hot vorslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leouwarden, 193^BIJLAGE NO. l68.
BIJLAGE NO, l68,
Aan don Gemeenteraad
Krachtens artikel 101, le lid, der Lager-onderwijswet
1920 moet de gemeente over e-lk dienstjaar aan de besturen
van de in art. 97 dier wet bedoelde scholen de kosten van
instandhouding, met uitzondering van de jaarwedden en wedden
der onderwijzers, vergoeden.
Gevolg gevende aan het bepaalde bij het eerste lid' van
artikel 103 (oud), hebben de bijzondere schoolbesturen voor
hun scholen verzoeken om toekenning der gemeentelijke in
standhoudingsvergoeding over de jaren 195U- en 1935 ingediend,
v/elke vergoeding in verband met het goedkeuren door Gedepu
teerde Staten van de gemeenterekeningen over genoemde jaren,
thans kan worden vastgesteld.
Bovenbedoelde vergoeding wordt berekend over het gemid
deld aantal leerlingen volgens den maatstaf van artikel 28
en bedraagt per leerling het gemiddelde bedrag per leerling
van de kosten over het betreffende jaar der overeenkomstige
openbare lagere scholen in deze gemeente en wordt bepaald
na aftrek van de verschuldigde schoolgelden, welke hier ech
ter vcor alle scholen door de gemeente worden geïnd.
De uitgaven voor het openbaar gewoon lager onderwijs
bedroegen over 193^+ 56*293*67 en over 1935 58*363*72»
welke bedragen echter dienen te worden verminderd met onder
scheidenlijk f. 3I+89.9O en f* 3O8O0O3, wegens kosten van
verlichting, verwarming en schoonhouden, komende ten laste
van het vervolgonderwijs, -opbrengst van den verkoop van war k-
stukken, gemaakt bij het handwerkonderwijs en vergoeding voor
vuur en licht voor het gebruik van schoollokalen voor parti
culiere lessen, zoodat :het juiste kostenbedrag van het gewoon
lager onderwijs-over 193U- bedroeg f. 52.803.77 en over 1935
f. 55283.69.
De uitgaven-van het openbaar uitgebreid lager onderwijs
beliepen in 193^- 7853*12 en in 1935 f* 9005.3!+» van welke
bedragen echter dienen te worden afgetrokken bedragen ad
onderscheidenlijk f. lI1.3O.8O en f. 1508.79» wegens kosten van
verlichting, verwarming, schoonhouden enz. komende ten laste
van de Middelbare Avondhandelsschool en de Lagere Avondhan
delsschool en opbrengst van den verkoop van werkstukken,
gemaakt bij het handwerkonderwijs, zoodat het juiste kosten
bedrag van het uitgebreid lager onderwijs bedroeg over 193I+
f. 61+22.32 en over: 19.35 71+96.55»
Bij he.t vaststellen van het gemiddelde kostenbedrag per
leerling moet. ook rekening worden gehouden met de administra
tiekosten voor het op-enbaar onderwijs. Deze kosten zijn moei
lijk uit de genre enterekening af te leiden, waarom een geschat
bedrag van f.. O.5O per leerling zou kunnen worden genomen'.
Het gemiddeld'aantal leerlingen volgens den maatstaf van
art, 28, 6e lid, bedroeg:
I, over 1931+*''
voor.het gewoon lager onderwijs 356lï (aantal leerlingen
op l6 Maart: 3567>'°P-l6 Juni: 3W+7» °P 1° September: 5631 en
op 16 December: 3600)
voor het uitgebreid lager onderwijs l+29f (aantal leer
lingen op l6 Maart: 1+25; op l6 Juni: I+09, op 16 September :l+55
en op l6 December: 1+1+0);
IIo over 1935:
voor het gewoon lager onderwijs 35^9"^" (aantal leerlingen
op 16 Maart: 36OO, op 16 Juni: 3^-9*4-» °P 1° September: 36I+O
en op l6 December: 362
voor het uitgebreid lager onderwijs I+39 (aantal leerlingen
op 16 Maart: 1+26 'op l6 Juni: 1+1.1, op l6 September: 1+6 3 en op
l6 December: i+56)