Bijlage tot het verslag van Leeuwarden, 1938. der handelingen van den gemeenteraad BIJLAGE NO. 171. Art. 28. 'Aan de jaarwedde van het vast aangestelde personeel en aan hen, die met of voor een proeftijd zijn aangesteld, wordt, met uitzondering van de frobelonderwijzers, eene bij- zondere verhooging van f. I4.37.— toegevoegd De bespeler (bespeelster van de.piano voor het begelei den van het ónderwijs in li- -ehamelijke oefening en van den zang geniet eene belooning van f. 68.« per 'wekelijksch lesuurwelke .belooning na 2, [(.,6,8,10,12 en liq jaren d iens t als zóódanig kan worden ver hoogd telkens met f. I4..5O. De volgens dit lid toe ie kennen belooning wórdt steeds tot' een gulden naar boven afgerond. Art. 51, le lid. Om op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs te worden toegelaten^ moeten de kinderen voor den len December van het jaar van toelating den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Op verlangen der ou ders of verzorgers kunnen, in afwijking van het in de vorige zinsnede bepaalde, evenwel kinderen worden toegelaten die voor 1 Maart van het jaar, volgende op dat der toelating, dien leeftijd hebben bereikt. Art. III, Artikel 28 wordt gelezen als volgt "Aan de jaarwedde van het vast aangestelde personeel en aan hen, die met of voor een proef tijd zijn aangesteld, wordt, met uitzondering van de frobel ond erwi j zers het minimum van de bijzondere verhooging, be doeld bij artikel 13 van het Koninklijk besluit van 22 Oc tober 1923 (Staatsblad no.J4.89), zooals dat nader is of zal worden gewijzigd, toegevoegd.". 31 Art. IV. Het eerste lid van artikel wordt gelezen als volgt: "Voor de toelating van leer lingen tot de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs gelden de leeftijdsgrenzen, vermeld in het bij het le lid van artikel 11 der Lager-onder- wijswet 1920 bedoelde Koninklijk besluit. Art. I4.2, le lid. De jaarwedde van de vakonder, wijzers in de lichamelijke oefening bedraagt f.1614.3.-, na I2 en 3 dienstjaren tel kens te verhoogen met f.108.- en na ij.,5,6,7,8,9,11,13,15,17, 19,21 en-23 dienstjaren tel kens te verhoogen met f. 8l.-. Indien' deze onderwijzers min der dan 26 uren per week onderwijs geven, bedraagt de belooning f. 68.- per weke lijksch lesuur. Art. V. Het eerste lid van artikel l\2 wordt gelezen als volgt: "De belooning van de vakon derwijzers in de lichamelijke oefening bedraagt: 1. voor de vast aangestelden a. aan de school voor uitge breid lager onderwijs f. 78.- per wekelijksch lesuur met elf tweejaarlijksche verhoo gingen van f. 2.-,tot f.100.-j b. aan de scholen voor- gewoon lager onderwijs f. 68.- per wekelijksch lesuur met elf tweejaarlijksche verhoogingen van f. 2.-, tot f. 90- 2. voor de tijdelijk aange- stelden: a. aan de school voor uitge breid lager onderwijs f. 78.- per wekelijksch lesuur; b. aan de scholen voor gewoon lager onderwijs f. 68.- per wekelijksch lesuur.". 7 Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. BIJLAGE NO. 171» Art. l|3,le en 2e lid. Art. VI. De jaarwedden van de vak- Het eerste lid van artikel onderwijzeressen in de hand- lj-3 wordt gelezen als volgt: werken bedragen per wekelijksch "De belooning van de vak lesuur: onderwijzeressen in de hand- Ie aan de scholen voor ge- werken bedraagt: woon lager onderwijs f. 59»-> a» aan dQ centrale 7e en 8e na 2,lj.,6,8,10,12 en lip dienst- leerjaarscholen (gewoon lager jare'n te verhoogen telkens onderwijs) f. 59*- Per weke- met f. 'I4..5O per wekelijksch lijksch lesuur met acht twee- lesuur, totSat het maximum jaarlijksche verhoogingen van van f. 9Do per wekelijksch f. 2.-, tot f. 755 lesuur is bereikt; b. aan de school voor uitge- IIo aan de scholen voor uit- breid lager onderwijs f. "JO,- gebreid lager onderwijs f.8l.-,per wekelijksch lesuur met na 2,ij.,6,8,10.12 en lip dienst- acht twee jaarlijksche verhoo- jaren te verhopgen telkens met gingen van f. 2.50, tot f.90.-. f. I|.«50 peb wekelijksch les- De volgens dit lid sub b toe uur, totdat het maximum van to kennen belooningen worden f. 112^50 per wekelijksch les- steeds tot een gulden naar uur is bereikt. boven afgerond.". De volgens dit lid toe te Het tweede lid vervalt, kennen belooningen worden steeds tot een 'gulden naar boven afgerond. Boven de jaarwedden, b.edoeld onder I van het eerste lid, wordt voor het bezit van de akte, genoemd onder u van ar- tikel 2 der wet tot regeling van het lager onderwijs, een •jaarlijksche toelage van f.lj.5.- toegekend, tenzij dat bezit vereischt is voor het geven •door de betrokken onderwijzerss •van onderwijs in de fraaie •handwerken voor meisjes Art» [4.7o Art. VII. De onderwijzers in de li- Artikel JL4.7 vervalt, chamelijke oefening zijn ver plicht ten hoogste 30 uren per week les te geven aan door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gemeentelijke inrich tingen van onderwijs. Voor elk wekelijksch lesuur, opgedragen boven het in het eerste lid genoemde maximum, zal eene'jaarlijksche belooning worden uitgekeerd, gelijk aan het bedrag der jaarwedde vol gens art. J4.2, gedeeld door 30. Voor elk wekelijksch lesuur, dat gegeven wordt aan inrich tingen van hooger of middelbaar onderwijs, wórdt de volgens art. Ij_2 genoten jaarwedde ver minderd met een bedrag, gelijk aan het 1/30 van die jaarwedde. Art. VIII. Artikel I dezer verordening treedt in werking op 1 Januari 1939° Voor het overige wordt deze verordening geacht in werking te zijn getreden op 1 Februari 1938.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 423