106 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 14, gewone dienst. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Werkelijke inkomsten volgens de laatst vastgestelde rekening. GERAAMD BEDRAG in het vorig jaar. thans voorgedragen 14. Hooger onderwijs. Schoolgelden De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 17 Maart 1937, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1937, no. 42. Subsidie van het Rijk in de kosten der gymnasia Bij art. 8bis der Hooger-onderwijswet, zooals deze thans luidt, is bepaald, dat het subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per klasse bij algemeenen maatregel van bestuur te regelen. Dit subsidie is bepaald op 900.- per klasse. Het gymnasium telt 6 klassen en 3 parallelklasser, zoodat gerekend kan worden op een vast subsidie van 8.100. Bij artikel 2 van het Koninklijk besluit van 8 Februari 1934 (St.bl. no. 47) is bovendien bepaald, dat, indien het subsidie berekend naar 900.per klasse, vermeerderd met het bedrag dat ingevolge artikel 8quater, le lid, der Hooger-onderwijswet, van andere gemeenten wordt ont vangen, blijft beneden 90 van het bedrag dat aan subsidie van het Rijk ten behoeve van het gymnasium over 1921 is ontvangen, het Rijkssubsidie zoodanig wordt aangevuld, dat het totaal bedrag der subsidie gelijk wordt aan 90 van het Rijkssubsidie over 1921. Geraamd wordt dat van andere gemeenten zal worden ontvangen 13.485.-. Over 1921 is aan Rijkssubsidie genoten 23.259.89. 90 °/o daarvan is ƒ20933.90. Wegens Rijkssubsidie, vermeerderd met de bijdragen van andere gemeenten, kan in totaal worden ontvangen 21.585.welk bedrag blijft boven 90 van het subsidie over 1921, zoodat voor 1938 geen aanvullings subsidie meer kan worden geraamd. Deze post dient dus te worden gesteld op ƒ8.100. Buitengewoon subsidie van het Rijk ingevolge art. 22bis der hooger-onderwijswet in de kosten der gymnasia Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia als be doeld in art. 8 quater, sub 1, der Hooger onderwijswet Ingevolge art. 8quater, le lid, H.O.-wet, zooals deze is gewijzigd bij de wet van 22 Februari 1936 (Staatsblad no. 100), kunnen bijdragen van andere gemeenten wor den gevorderd voor leerlingen uit die gemeenten af komstig, die het gymnasium alhier bezoeken. Deze bij drage bedraagt per leerling de helft van het verschil tusschen het jaarlijksch schoolgeld voor dien leerling verschuldigd, en een door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen telkens voor 5 jaar vast te stellen bedrag. Dit bedrag is door den Minister bepaald op ƒ500.—. De opbrengst van het schoolgeld voor het gymnasium is voor 1938 geraamd op ƒ21.500.Het totaal aantal leerlingen zal bij den aanvang van den cursus 1937/'38 vermoedelijk bedragen 179 en het aantal buitenleerlingen 71, zoodat dus het door de buitenleerlingen te betalen schoolgeld moet worden geraamd op 71/179 X 21.500. 8.530.De bijdragen van buitengemeenten zul len dus naar schatting moeten opbrengen (71 X 500. ƒ8.530.—) 2 ƒ13.485.—. Verhaal van pensioensbijdragen (zie Hoofdstuk II, volgnummers 13 en 14) Transporteeren 18.546 13.551 6.320 3.727 42.146 70 95 64 99 19.000 14.633 6.300 3.798 43.732 90 93 83 21.500 8.100 13.485 4.233 47, .3id' gemeenteraad van Leeuwarden, 1938. 14, gewone dienst. OMSCHRIJVING DER UITGAVEN. Werkelijke uitgaven volgens de laatst vastgestelde rekening. GERAAMD BEDRAG thans voorgedragen. a. b. e. 14. Hooger onderwijs. Kosten van de gymnasia Jaarwedden van rectoren, leeraren en beambten57.643. Huur en kosten van instandhouding der schoollokalen en woningen van rectoren, leeraren en beambten 1.647. (V. g. volgnos. 73 en 171, sub a, be- grootirig gemeentewerken). Erfpacht en huur van terreinen Kosten van verlichting, verwarming en schoonmaak der schoollokalen, zoo mede die van water- en krachtverbruik 2.664.50 (V. g. volgnos. 73 en 171, sub c, be grooting gemeentewerken). Aanschaffen en onderhouden der schoolmeubelen, werktuigen en hulp middelen voor het onderwijs 1.556.50 voor leermiddelen, etcƒ1160. onderhoud leermiddelen en schoolmeubelen 396.50 (V.g. volgnos. 73 en 171, sub b, begrooting gemeente werken) 1556.50 Administratie-, druk-, telefoon- en advertentiekosten 375. Kosten van het college van curatoren 50. 55.887 51 60.820 63.936 Totaal63.936.— De jaarwedden zijn laatstelijk geregeld bij raads besluit d.d. 24 November 1925 (gemeenteblad no. 8 van 1926), goedgekeurd blijkens missive van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 2 Februari 1926, no. 157, afd. M.O., gewijzigd bij raadsbesluit van 20 Maart 1934, goedgekeurd door den Minister van O., K. en W. bij schrijven van 29 Mei 1934, no. 5588, afd. V.H.M.O. en bij raadsbesluit van 16 April 1935, goedgekeurd door den Minister van O., K. en W. bij schrijven van 23 Mei 1935, afd. V.H.M.O. Op deze salarissen wordt een gelijke korting toegepast als op de bezoldiging van het rijkspersoneel Het aantal leerlingen is de laatste jaren sterk toe genomen. T ransporteeren 107 55.887 51 60.820 63.936

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1938 | | pagina 54