1940.
IX, X, XI. 2. 506—511. UITGAVEN.
506 Kosten van extra-hulp aan werkloozen voor aanschaffing van kleeding, dekking en schoeisel 8.320,
Op dezen post wordt uitgetrokken hetgeen door Rijk en Gemeente tezamen beschikbaar
wordt gesteld voor extra-hulp aan werkloozen (z.g. B.-steun).
a. van het Rijk memorie
b. van de gemeente 1560 X/2,is 3.120,
c. voor de z.g. spaarregeling wordt geraamd naar de uitgaaf over het eerste
halfjaar 1939 - 5.200,—
8.320,—
Het aantal werkloozen is het gemiddelde aantal over de eerste 10 maanden van 1939,
hetwelk voor de berekening moet worden aangenomen.
Aangezien niet bekend is welk bedrag uit 's Rijks kas beschikbaar wordt gesteld, is
hiervoor een memorie-post aangebracht. Zie volgno. 152.
507 Kosten van aankoop van onvermengde margarine e.d. ter distributie aan werkloozen.... 30.000,
De kosten van aankoop van deze levensmiddelen, zooals onvermengde margarine,
vleesch in blik, groenten, worden de gemeente in rekening gebracht. Op volgno. 153 worden
deze kosten evenwel tot gelijk bedrag terugontvangen. Een bedrag van 30.000,wordt
geraamd, bij welke raming is gelet op de uitgaven in 1939.
509 Bijdrage aan Hoofdstuk VI van den kapitaaldienst1.387,
le. voor verbetering van voetpaden, waarvan de materialen enz. zijn geraamd
op ƒ5.900,(3e termijn)1.180,
2e. voor het baggeren van het vaarwater „het Ouddeel", waarvan de kosten,
buiten de loonen, zijn geweest 1.035,(3e termijn) - 207,
Samen1.387,
HOOFDSTUK X.
Landbouw.
510 Kosten van het lidmaatschap van de Nederlandsche Heide-maatschappij5,
Dit lidmaatschap brengt een uitgaaf mede van 5,per jaar.
HOOFDSTUK XI.
Handel en nijverheid.
511 Kosten ter zake van den ijk en herijk der maten en gewichten30,
Uit dezen post worden bestreden de noodzakelijke publicaties van gemeentewege in
verband met den ijk en herijk van maten en gewichten.
Voor 1940 wordt een bedrag van 30,voldoende geacht.
100
XI. 512—515.
1940.
UITGAVEN.
512 Subsidie aan werkloozenkassen 37.000,
In 1938 werd in totaal betaald 35.120,Na het sluiten van den dienst 1938 (30 Juni
1939) moest nog worden betaald 3.262,83. Over 1938 was dus in totaal verschuldigd
38.382,83.
Over de drie eerste kwartalen van 1939 werd als voorloopig aandeel in deze subsidies
betaald: 3 X 9.300,—ƒ27.900,—
Op den dienst 1940 zal op deze basis een bedrag van ƒ37.000,noodig zijn.
513 Kosten van de arbeidsbeurs en van de intercommunale arbeidsbemiddeling9.952,50
Deze post is als volgt samengesteld:
a. jaarwedden:
aan de afdeeling arbeidsbeurs en intercommunale arbeidsbemiddeling van den gemeen
telijken dienst voor Sociale zaken zijn werkzaam:
1 directeur, x/s van ƒ4.490,is rond1.490,
1 adjunct-commies 2e klasse 2.017,50
2 le klerken (1 a ƒ1.935,— en 1 a ƒ1.890,—- 3.825,—
1 klerk (op arbeidscontract) - 780,
Tezamen8.112,50
b. overige kosten
reiskosten van den directeur, c.q. ander personeel150,
bureaubehoeften- 225,
drukwerken - 175,
advertentiën, reclame, publicatiën- 50,
kosten van het houden van vergaderingen met agenten der
arbeidsbemiddeling - 25,
kosten van vergaderingen van de commissie van toezicht op
de arbeidsbeurs- 25,
telefoon- en telegramkosten- 600,
contributie lidmaatschap van de Nederlandsche Vereeniging
„Landverhuizing" te 's-Gravenhage- 25,
contributie lidmaatschap van de Vereeniging „Nederlandsche
Arbeidsbeurzen"- 40,
verstrekking van reisgeld aan personen, die buiten de gemeente
te werk kunnen worden gesteld- 500,
kosten van het gebruik van een dienstrijwiel voor de arbeids
beurs - 25,
1.840,—
Totaal9.952,50
Een deel dezer kosten, ten behoeve van de districts-arbeidsbemiddeling, wordt van het
Rijk en van de buitengemeenten terugontvangen.
Zie volgno. 156 der ontvangsten.
Zie ook de volgnos. 488 en 489.
514 Kosten van het lidmaatschap van de Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van den
arbeid van onvolwaardige arbeidskrachten A.V.O25,
Tot dit lidmaatschap is besloten bij raadsbesluit van 19 December 1928 tegen eene
jaarlijksche contributie van 50,welk bedrag bij raadsbesluit van 1 Maart 1934 is
teruggebracht tot 25,
515 Kosten van het lidmaatschap van de Algemeene Nederlandsche, alsmede van de Provinciale
Friesche, Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer325,
Tot het lidmaatschap van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingen
verkeer werd bij raadsbesluit d.d. 21 November 1916 besloten, terwijl tot het lidmaatschap
van de provinciale Friesche vereeniging werd besloten bij raadsbesluit d.d. 14 October
1919. De contributies zijn bij raadsbesluit d.d. 1 Maart 1934 bepaald op resp. 25,
en ƒ300,
101