2. 3- Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 19^0» BIJLAGE NO» 8, meerderheid daarvan zoo volledig mogelijk wordt gediendi Uit de besluiten van ons College en uit de voorstellen,welke den Raad hebben bereikt en nog zullen bereiken, zal dit beleid het beste blijken. Een program is door ons College niet opgesteld. 2.Samenstelling Raadscommissiën. V. Enkele leden,in overeenstemming met de volgens hen algemeen heerschende opinie., van oordeel zijnde,dat de samenstelling van de Raadscommiasiën geen politieke aangelegenheid moet worden geacht,zouden gaarne gezien hebben,dat alle fracties naar evenredigheid zitting zouden hebben kunnen nemen. In afwijking van de gewoontevolgens welke steeds overleg werd gepleegd tusschen de voorzitters der fracties,werd dit jaar een lijstje ge zonden, waar op de verdeeling st'ond aangegeven, waardoor elke mogelijkheid tot overleg werd uitgesloten. Dit werd door deze leden een grievende behandeling gevonden en zij -wilden daar tegen ernstig protesteeren. Een ander lid merkte op,dat een grievende behandeling nooit In'de "bedoeling heeft gelegen. 3Gemeentebestuur V. Een lid -was Burgemeester en Wethouders erkentelijk voor het Vele en vaak moeizame werk,dat zij ook het afgeloopen jaar <-ien vooral in de laatste maanden- ter behartiging van de gemeen tebelangen hebben verricht. A. Voor de hier uitgesproken erkentelijkheid betuigen wij dank. li» Tijd van aanbieding begrooting. V. Meerdere leden betreurden het,dat de begrootingen te laat zijn aangeboden en waren van oordeel,dat den Raadsleden tot' aan de behandeling in de bedrijfscommissies en in de sectie vergaderingen te weinig tijd is gelaten tot bestudeering. Aangedrongen werd op inachtneming van den wettelijk vastgestel den termijn. Een ander lid meende,dat de taak van deh Raad minder ligt bij de vaststelling van do primitieve begrootingen. Die taak moet veel meer aanwezig worden geacht ,als straks de ei-schen van hoogerhand ten aanzien van deze begrootingen moeten wor den beoordeeld. Nog een ander lid was van oordeel,dat de datum van vaststel ling er tegenwoordig weinig toe doet,omdat zelfs nu nog wordt .gewacht op goedkeuring van de begrootingen 193® en 1939* A. Ten aanzien van deze opmerkingen wijzen wij er op,dat reke ning moet worden gehouden met de sedert Augustus jl. inge- treden abnormale omstandigheden,die van ons College en de ambtenaren-zeer vëLe bemoeiingen vergden,met de wisseling in ons College -en eindelijk met de voorziening ii\de vacature van chef der afd.Financiën ter Secretarie. Dat wij er niette min in geslaagd zijn de behandeling van de begrootingen niet later dan het tijdstip ten vorigen jare te doen plaats heb ben,moge leiden tot de erkenning,dat wij spoed hebben betracht. Wij erkennen intusschen,dat de termijnen van behandeling der ontwerp-begrootingen hierdoor wat kort zijn en stellen het op prijs,dat de Raad daarmede niettemin accoord is ge gaan. Ons streven blijft er op gericht,de begrootingen voor het 'volgende dienstjaar eerder in te dienon,dan thans is ge schied. Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Lcouvrarden, 19^0BIJLAGE NO. 8, tj. Ramingswij ze Meerdere leden vreesden, dat in den loop van het dienstjaar zal blijken, dat de post "onvoorziene uitgaven" -hoewel tot een verhoogd bedrag geraamd- niet voldoende reserve oplevert, om stijging van prijzen en tegenvallers in de inkomsten op te vangen, Zij stelden de vraag,of Burgemeester en Wethouders daarin geen gevaar zagen, vooral ook, omdat de bijzondere steun uit het Werkloosheidssubsidiefonds (eventueel uit 1 s Rijks kas) dan niet meer op een verhoogd bedrag kan worden uitgetrokken. Een dezer leden zou liever de prijsverhoogingen in de ramingen zien verwerkt en stelde de vraag, of Burgemeester en Wethouders dit niet alsnog zouden willen overwegen. Andere leden echter waren van oordeel, dat zal blijken, dat de inkomsten aan den lagen kant zijn geraamd- en de uitgaven hoog, zoodat -waren de toestanden normaal gebleven- vrij zeker op meevallers zou kunnen worden gerekend. Deze meevallers en de verhoogde raming op onvoorzien -zoo meenden deze leden- zullen de noodige reserve vormen, om aan de eischen van de bijzondere tijdsomstandigheden het hoofd te kunnen bieden. V. Een lid meende, dat de begrooting zoodanig behoorde te wor den omgewerkt, dat volstaan kan worden met een extra-bijdrage, als toegestaan voor 1939, nl f.110.000.-. Dit lid orkeiide,dat dit niet gemakkelijk zou zijn, doch wees er op, dat het dikwijls een kwestie van ramen is en stelde de vraag aan Burgemeester en Wethouders, of zij bereid zijn het daarheen te leiden, onder herinnering er aan,dat een dergelijk beleid in overeenstemming zou zijn met h6t standpunt van de huidige Landsregaering. V. Het aan het woord zijnde lid las een stil verwijt uit het vol gende zinsgedeeltevoorkomende in den Aanbiedingsbrief: "Hoezeer de opzet der begrooting daardoor bleef beneden hetgeen "van gemeentewege wenschelijk en in het belang van de stad "werd geacht, uit enz.". Niet het "wenschelijke" mag in dezen tijd gelden als criterium, doch het "noodzakelijke". Dat is van toepassing op het Rijk en daar dit vele gemeenten moet helpen dezen tijd door te komen, moet zeer zeker de maatstaf "noodzakelijk" ook voor de plaatse lijke gemeenschappen gelden. Men denke ten aanzien van het Rijk aan hetgeen,hoewel zeer wenschelijk, moest worden nagelaten voorziening in den nood van ouden van dagen,verlaging van de leerlingenschaal,enz. Slechts zaken,welke strikt noodzakelijk zijn, kunnen in de tegenwoordige abnormale tijdsomstandigheden worden behartigd. V. Hetzelfde lid zou gaarne -indien mogelijk- bij de Memorie van Antwoord de voorloopige uitkomsten van de verschillende posten, dienst 1939» zien overgelegd. V. Weer andere leden wezen er op,dat "Onvoorzien" toch niet moet dienen voor uitgaven,waarvan nu reeds bekend is,dat zij gedaan moeteiwordeno De aandacht werd gevestigd op verhooging met 5% van de steunuitkeeringen en loonen aan werklooze arbeiders, waarvan het gevolg zal zijn,dat de onderstand aan armlastigen met eenzelfde percentage moet worden verhoogd. Beter leek het de ramingen op de begrooting daarmede in overeenstemming te brengen. Een dezer leden bracht onder het oog,dat het niet on mogelijk is,dat aan het gemeente-personeel duur te toeslag moet worden gegeven en stelde de vraag,of Burgemeester en Wethouders bereid zijn in elk geval "Onvoorzien" met een belangrijk bedrag te verhoogen. V. Ben ander dezer leden hoopte,dat -wanneer de Raad de voorge stelde begrootingsbedragen zou hebben aanvaard- dit voor Burge meester en Wethouders niet aanleiding zou zijn daaraan krampachtig vast te houden,onder motief,dat de Raad deze cijfers heeft gewild.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1940 | | pagina 213