6
Ben vierde lid verzocht keerbalken langs de verschillende
grachten te doen plaatsen.
Ten slotte vestigde een ander lid de aandacht op het vol
gende,onder het uitspreken van de hoop,dat daarin verandering
ten.goede zou worden aangebracht;
a. de. bestrooiing ter voorkoming van gladde wegen is hier en
daar niet tijdig genoeg geschied,oaop den Zuidersingel;
b. vele^wielrijders,komende van de Hariingerstraat en rijdende
in de richting van de Vrouwenpoortsbrug, namen niet de aange
geven regels in acht;
c. te veel wordt in de vroege ochtenduren zonder licht ge-
fie'-tst, zonder dat bekeuring plaats vindt;
d. meer toezicht van politiewege is gev/enscht bij het ijsbre-
ken; te veel kijkers bevinden zich daarbij op het ijs,
A. De opmerkingen,hier betreffende het verkeer en de straatnaam
borden gemaakt,zullen wij tot punten van-overweging in ons
College maken. Het invoeren van eenrichtingverkeer in de Mars-
su^erstraat achten wij echter niet noodig.
'at het bestrooien van de wegen betreft,zij medegedeeld,
dat zooveel mogelijk wordt getracht de meest belangrijke pun
ten Dij gladheid zoo spoedig mogelijk te bestrooien met zand
en (of) zout,in de eerste plaats de voornaamste verkeerswegen
en de voetpaden,op die plaatsen,?/aar geen bebouwing is.
Dg winter 1939/IqO stelt aan den dienst tot nog toe zeer
zware eischen,gezien het telkens optreden van gladheid over
de geheele gemeente. Het is dan niet mogelijk terstond overal
tegelijk te strooien. Bovendien waren de weersomstandigheden
daarna telkens zoodanig,nl.strenge vorst, dat de uitwerking
van het gestrooide zout uit bleef. Tengevolge van de vrij
groote toename van het te bestrooien oppervlak, wordt evenwel
geleidelijk overgegaan tot uitbreiding van het materiaal
voor dezen dienst.
In de winterperiode 1939/^-G werden tot 19 Januari jl,
verstrooid por zandstrooier vrachten zand en werd
+llqOO werkuren- gestrooid met de schop, samen tot een hoeveel
heid van ongeveer 190 m3 zand en ongeveer IqO.OOO kg zout.
Inachtneming Zondagsrust.
V. Een lid stelde de vraag,of Burgemeester en Wethouders kennis
hebben genomen van het arrest van den Hoogen Raad van 20 No
vember 1939,waarbij beslist werd,dat een voetbalwedstrijd
een openbare vermakelijkheid is in den zin der Zondagswet,zoo
dat dergelijke wedstrijden ingevolge art.iq van die wet op
de Zondagen^en algemeene feestdagen niet zullen mogen plaats
vinden,tenzij de plaatselijke besturen een uitzondering toe
staan mits niet dan na het volkomen eindigen van alle gods
dienstoefeningen.
Wat is het oordeel van Burgemeester en Wethouders omtrent
de vraag of onder plaatselijke besturen moet worden verstaan
de Raad of het College van Burgemeester en Wethouders? Indien
Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn,dat hieronder het
Ooilege van Burgemeester en Wethouders moet worden verstaan,
zullen Burgemeester en Wethouders dan gebruik maken van de
bevoegdheid,verleend in genoemd artikel Iq, om uitzonderingen,
a Srr1h artikel bedoeld, toe te staan Indien Burgemeester
eh G ,}ou^ers rieenenjdat de Raad het bevoegde orgaan is om
ui zonderingen toe te staan,Is het College dan ook voornemens
met voorstellen bij den Raad te komen
Van het hierbedoelde arrest van den Hoogen Raad hebben wij
uit» de Dagbladen kennis genomen. Gewoonlijk worden onder de
-uitdrukking "plaatselijke besturen" in artikel Jq der z0g.
Zondagsv/et verstaan de colleges van Burgemoester en Wethou
ders; ook wij zijn deze opvatting toegedaan. Vooralsnog
acht de grootst mogelijke moorderheid van ons College goon
termen aanwezig om verandering te brengen in de houding,welke
hier ter stede door de Overheid met betrekking tot de toe
passing van de Zondagswet van oudsher wordt aangenomen.
V. a« Krotopruiming en bouw arbeiderswoningen.
Meerderen leden verheugde het,dat Burgemeester en Wethouders
aanleiding hebben gevonden opnieuw na te gaan,hoe het staat met
de behoefte aan goede arbeiderswoningen togen lage huurprijzen.
Deze leden brachten Burgemeester en Wethouders en den dienst
van Gemeentewerken hulde voor de mooie en doelmatige arbeiders
woningen, welke zijn gebouwd aan de InsüELide straatAangedrongen
werd op opruiming van uit hygiënisch oogpunt minder gewenschte
r.. woningen; het stichten van betere woningen moet de aanhoudende
zorg van de gemeenschap uitmaken. Daarbij werd gedacht aan bouw
door de gemeente,de woningbouwvereenigingen,of door beide.
Gewezen werd in dit verband op de saneering van de Weerklank
en gevraagd werd,een overzicht te verstrekken van wat in dezen
is en zal worden gedaan.
V. Een ander lid wenschte een statistiek te zien bijgehouden ten
aanzien van de woningbehoefte en -beschikbaarheid en verzocht
Burgemeester en Wethouders voor dat doel een post op de begroo
ting uit te trekken. Indien het antwoord van Burgemeester en
Wethouders niet bevredigend luidt,wilde dat lid zich de bevoegd
heid voorbehouden zelf het voorstel tot het ramen van een daartoe
strekkend bedrag te doen.
V. Nog een ander lid vestigde er da aandacht op,dat in een circu
laire van 23 Februari 1939 de Minister van Binnenlandsche Zaken
mededeeling heeft gedaan van een ingesteld onderzoek in hoeverre
volkswoningen,die met steun van de Overheid zijn gebouwd,be schik
baar zijn gesteld voor huurders,die in verband met hun inkomen
zich op de particuliere markt kunnen voorzien. Gebleken is,dat
in verschillende gevallen huurders in die woningen zijn geves
tigd, wier inkomen meer dan een normaal aantal malen de huur
bedraagt.
In verband hiermede stelde dit lid de volgende vragen:
a. Is dit onderzoek ook in Leeuwarden ingesteld
b. Zoo ja, wat waren de resultaten Welke maatregelen denkt
het Collége in dezen te nemen
c. Zoo neen,is het College bereid een zoodanig onderzoek in te
stellen
V. Hetzelfde lid stelde tevens de vragen:
A. in hoeverre is te Leeuwarden gebruik gemaakt van de mogelijk
heden, vervat in de circulaire van den Min. van Binnenlandsche
Zaken van 23 Juni 1938,waarbij premies kunnen worden beschikbaar
gesteld voor verbetering van arbeiderswoningen
B. In hoeverre kan de gemeente,naar het oordeel van Burgemeester
en YJethouders, gebruik maken van de mogelijkheid tot extra-
hulpverleening, die de Regeering in haar circulaire van 6 Janu
ari 19lq0 t.a.v. krotopruiming kenbaar maakt Wat denken Burge
meester en Wethouders naar aanleiding van deze circulaire te
doen
A. a. Met betrekking tot de hierbedoelde sanooring wordt voortgegaan
met he't aankoopen van onbewoonbaar verklaarde woningen door de
gemeente. Een zeer groot gedeelte van de in dit stadsdeel gelegen
panden is reeds.gemeentelijk eigendom. In den regel wordt na aan
koop van een perceel tot afbraak overgegaan. Bij Raadsbesluit' van
7 Juni 1939 zijn 32 woningen in de V/eerklank onbewoonbaar ver-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 19lq0. BIJLAGE NO. 8'.
Hetzelfde lid wees op de onjuiste en verschillende spel
ling op sommige straatnaamborden en sprak de hoopuit,dat
daarin verbetering zal worden gebracht.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 194-0. BIJLAGE NO. 8,
Volkshuisvesting.