By:
Bijlage tot het verslag der Handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 19i|-0. BIJLAGE N0«91«
BIJLAGE NO o 91.
Aan den Gemeenteraad»
Gelijk U bekend is,heeft van 11 Maart t/m 7 April jl.
ter Soorotarie der gemeente ter inzage gelegen een ontwerp tot
wijziging van het bij Uw besluit van 22 Februari 1939 vastgestel
de plan van uitbreiding der gemeentebetrekking hebbende op de
terreinen van de Wilhelminnbann en omgeving» Zooals uit de bij-
behooronde teekening blijkt,be treft deze wijziging in hoofdzaak
het doen vervallen van het op het bestaande uitbreidingsplan ge
projecteerde kanaal door de Wilhelminabaan en het niet dempen
van een gedeelte van de vaart ten Zuiden van de Harlingervaarts-
brug.
Het ontworpen kanaal door de Wilhelminabaan beoogde een twee
ledig doé 1, 'n.l.
lo. hot vormen van een betere verbinding van het Nieuwe Kanaal
en de gracht langs de Willemskade met de Harlingorvaart;
2o. de mogelijkheid te scheppen van een uitbreiding van do vee
markt in"Westelijke richting, door het dempen van een gedeelte
van de Harlingervaart ten Zuiden van de Harlingervaartsbrug.
Zoodra bekend was, dat het nieuwe kanaal Fonojacht - Harlingen
niet als Noordelijk ringkanaal om de stad zou komen te loopen,
doch ten Zuiden van het dorp Huizum zou worden aangelegd, hebben
wij het bovenvermelde onderdeel van hot uitbreidingsplan, dat
ten nauwste met het kanalenplan samenhangt, nader onder de oogen
gezien en ons daarbij afgevraagd, of in deze veranderde omstan
digheden het graven van een nieuwe verbinding tusschen de Willems
kade en de Harlingervaart nog noodzakelijk was en of niet vol
staan zou kunnen worden met het verbeteren (verbreeden en uitdie
pen) van de bestaande Harlingervaar'.» Nadat ons gebleken was,
dat deze verbetering kon worden tot stand gebracht, zijn wij tot
de overtuiging gekomen, dat aan een kanaal door de Wilhelminabaan
geen behoefte bestond en dat het daarom van het uitbreidingsplan
diende te worden verwijderd» Trouwens, reeds bij een in ge
houden bespreking van don Wethouder van Openbare Werken met den
Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Friesland, het
Hoofd van den Provincialen Dienst voor de verbetering van de
Frioscho Kanalen, den Secretaris van de Kamer van Koophandel on
Fabrieken en don Directeur dor Gemeentewerken, waren allen het
er over eens, dat, indien de bestaande vaart zoodanig kon worden
verbeterd, dab zij en als vaarweg en als havengebied aan de te
s'teïlon eischen zou voldoen, er uit een oogpunt van scheepvaart
verkeer aan oen doorgraving van do Wilhelminabaan zeer waarschijn
lijk geen behoefte zou bestaan,
Thans, nu het ringkanaal ten Zuiden van de stad zal komen,
blijkt des te meer, dat deze doorgraving uit hoofde van de scheep
vaart niet noodig is.
Tevens kwam hij ons de vraag naar voren, of de, veemarkt zich in
de toekomst inderdaad wel dermate zou ontwikkolen, dat uitbreiding
noodzakelijk zou blijken en zoo dit al het geval mocht zijn, of
deze dan niet op andore wijze dan door een uitleg naar het Westen
zou kunnen worden gevonden.
Deze laatste vraag meenden wij bevestigend te moeten beantwoor
den, zooda't demping van een gedeelte van do Harlingervaart onnoo-
dig moest worden geacht.
Tegen het ontwerp zijn geen bezwaarschriften ingokomon. Evenwel
is, naast een tweetal tot ons College gerichte briovon bctbcffonde
het gebruik van don Harlingertrekwog nabij don spoorwegovergang
bij Schenkenschans - welke niet als bezwaarschriften, kunnen worden
aangemerkt - bij Uwon Raad op 11 April jl. een schrijven ontvangen
van do Kamer van Koophandel en Fabriokon voor Friesland, waarin op
grond van het tweede lid van artikel 12 der Wet op do Kamors van
Koophandel aan U een advies betreffende het onderwerpelijke punt