VI. 55.
1940.
INKOMSTEN.
In verband met de ontvangsten voor kramen en disschen over 35 weken in 1939
wordt voor 1940 geraamd1. 5.600,2. 600,3. 1.500,in totaal 7.700,
De staangelden voor de Zaterdagavondmarkt zijn bij raadsbesluit van 15 De
cember 1937 verpacht voor ƒ600,per jaar tot 1 Januari 1941.
De marktgelden voor het plaatsen van kramen, enz. worden geheven krachtens
raadsbesluiten d.d. 22 Juli 1913, 8 November 1921, 24 Februari 1925 en 11 De
cember 1934, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 14 October 1913, no. 49,
23 Januari 1922, no. 34, 28 Maart 1925, no. 11 en 7 Februari 1935, no. 20. (Voor
onbepaalden tijd goedgekeurd.)
c. staangelden voor voertuigen.
1. vaste standplaatsen
2. bij gaardering
1938
1939
4.565,75
4.607,40
- 2.394,30
- 1.662,80
(35 weken)
Gelet op ontheffingen en kwade posten bij de vaste standplaatsen (over 1938 is de
netto-opbrengst vermeld) en op de opbrengst bij gaardering over de laatste 17 weken
van 1938, wordt voor 1940 geraamd: 1. ƒ4.600,2. ƒ2.375,tezamen 6.975,
De heffing van staangelden voor voertuigen op gemeente-terreinen geschiedt
krachtens raadsbesluiten van 11 December 1934 en 26 Maart 1935, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 16 April 1935, no. 55, gewijzigd bij raadsbesluit d.d.
3 November 1937, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 9 December 1937,
no. 61 (voor onbepaalden tijd goedgekeurd).
d. ontvangsten beurs en waag:
1toegangsbewijzen
abonnementen a 12,50
a - 6,25
kaartena - 0,30
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
1938
1939
553 j
33286
6.918,75
540
6.750,-
- 9.985,80
20147
- 6.044,10
(8 maanden)
16.904,55
Het totale bedrag der entreé's wordt voor 1940 geraamd op 17.000,
2. diverse rechten voor wegen, bewaren en plaatsen van boter en kaas
3. rechten voor granen
4. andere ontvangsten
1938
1939
(8 maanden)
485,23
- 1.929,85
- 2.939,57
481,57
890,78
- 2.777,91
5.354,65
4.150,26
5. gebruik telefoon (21 2-cent-automaten) .105,55 (over 8 maanden in 1939).
Gezien de ontvangsten over de laatste 4 maanden van 1938, worden de inkomsten
onder 2, 3 en 4 voor 1940 geraamd op 5.500,Voor 5 wordt geraamd 175,
In totaal: 17.000, 5.500,— 175,— 22.675,—.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluiten van 28 September 1920, 14 Februari
1922, 27 April 1926 en 24 October 1933; goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van
29 December 1920, no. 49, 6 Juni 1922, no. 30, 26 Juni 1926, no. 73 en 1 December
1933, no. 22. De vergoeding voor het meten en wegen van granen wordt geheven
naar het tarief, vastgelegd in het raadsbesluit van 28 Juni 1921. (Voor onbepaalden
tijd goedgekeurd).
Verzameling: a. marktgelden veemarkt 47.150,
b. marktgelden diverse markten- 7.700,
c. staangelden voor voertuigen - 6.975,
d. ontvangsten beurs en waag- 22.675,
Totaal84.500,
14
VI. 56—61.
1940.
INKOMSTEN.
56 Begrafenisrechten8.300,
De ontvangsten tot en met Augustus 1939 bedroegen ƒ5.373,78. Gerekend naar de
inkomsten over de laatste vier maanden van 1938 kan deze post op niet meer dan 8.300,
worden geraamd.
De heffing geschiedt, wat betreft de begraafplaats aan de Spanjaardslaan, krachtens
raadsbesluit van 23 Mei 1899, goedgekeurd bij Koninklijk besluit d.d. 22 Juli 1899, no. 56,
gewijzigd bij raadsbesluiten van 26 Februari 1907, 15 April 1919 en 14 Februari 1922,
goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 13 April 1907, no. 63, 4 Juni 1919, no. 23 en
26 Mei 1922, no. 181 en, wat betreft de Noorderbegraafplaats, krachtens raadsbesluiten van
15 April 1919 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 4 Juni 1919,
no. 23 en 26 Mei 1922, no. 181. (Voor onbepaalden tijd goedgekeurd).
57 Belasting wegens gebouwde eigendommen en daarbij behoorende ervendie aan openbare
land- of waterwegen in de gemeente belenden of in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen
zijn en wegens ongebouwde eigendommendie aan deze wegen belenden of op deze wegen uit
gang hebben232.000,
Bij een heffingspercentage van 61/», zooals ook voor 1940 wordt voorgesteld, zal de
opbrengst der straatbelasting naar raming bedragen 232.000,Bij deze raming is rekening
gehouden met kwade posten.
De verordening op de heffing en invordering van een straatbelasting werd vastgesteld
bij raadsbesluit dd. 6 Februari 1936 en tot I Januari 1939 goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 18 Mei 1936, no. 43. Bij raadsbesluit d.d. 7 December 1938 werd deze ver
ordening met ingang van 1 Januari 1939 opnieuw vastgesteld, waarop de Koninklijke
goedkeuring is verleend bij besluit van 16 Januari 1939, no. 20 (tot 1 Januari 1942).
Het percentage der heffing wordt jaarlijks bepaald en is bij raadsbesluit d.d. heden op
nieuw gesteld op 6l/2.
58 Belasting wegens gebouwde of ongebouwde eigendommen en hunne aanhoorigheden, die ge
legen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente1.000,
In verband met nog te verwachten voltooiing van in aanbouw zijnde perceelen aan de
genoemde straten, (i.e. de Mr. P. J. Troelstraweg en Harlingerstraatweg), kan de op
brengst voor 1940 worden gesteld op 1.000,
De heffing geschiedt, wat betreft de belasting inzake de kosten van aanleg eener rioleering
van de Spoorstraat onder de spoorlijn en onder het Emmaplein naar het Nieuwe Kanaal,
krachtens raadsbesluiten van 22 October 1912 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Ko
ninklijke besluiten van 8 Mei 1913, no. 44 en 22 Juli 1922, no. 27; wat betreft den aanleg
eener rioleering in den Mr. P J. Troelstraweg (Stienserweg), krachtens raadsbesluiten
van 26 Augustus 1913 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van
20 Maart 1914, no. 28 en 22 Juli 1922, no. 27, terwijl de heffing eener belasting wegens
den aanleg van een riool in den Harlingerstraatweg geschiedt krachtens raadsbesluiten
d.d. 10 April 22 Mei 1917 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Koninklijke besluiten
d.d. 10 October 1917 en 22 Juli 1922. De betrekkelijke heffingsverordeningen vervallen
respectievelijk 1 Januari 1943, 1 Januari 1944 en 1 Januari 1947.
59 Precariorechten7.500,
In verband met de ontvangsten over 1938 wordt deze post voor 1940 geraamd op ƒ7.500,
De invordering geschiedt door den boekhouder van Gemeentewerken, waarvoor onder
volgnummer 336 der uitgaven een vergoeding aan dat bedrijf is uitgetrokken van f 800,
Zie de volgnummers 59/157 en 91c van de begrooting van Gemeentewerken.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 11 Mei 1938, voor onbepaalden tijd
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 4 Augustus 1938, no. 69.
60 Aandeel in de uitkeering ingevolge art. 38 der Wegenbelastingwet1.330,36
Over 1938 is een bedrag ontvangen van 1.330,36. Hiermede rekening houdende, wordt
voor 1940 eenzelfde bedrag geraamd.
15