4. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1945. BIJLAGE N0.1 Hierbij dient opgemerkt te worden, dat de leeningsbehoefte met betrekking tot de kapitaalswerken vrijwel gedekt is en dat te zijner tijd slechts geleend behoeft te worden voor werken die reeds van den aanvang van den oorlog af in "uit voering, doch nog niet gereed zijn. Wij noemen bijv.den bouw van een kantoor- en magazijngebouw ten behoeve van de lichtbedrijven en verwijzen voor het overige naar de gegevens, zooals die voorkomen in de ontwerp-begrooting gemeentewerken (zie na volgno.228). Bit overzicht zou niet volledig zijn, indien wij er niet op wezen, dat de vermogenspositie der gemeente ongunstig is beïnvloed door het in de achter ons liggende jaren uitgestel de onderhoud van de bezittingen. Daartegenover moet echter aangevoerd worden, dat de sedert dien ingetreden waardestij ging der eigendommen weer een factor in gunstige;-, zin vormt* In hoeverre het een zoowel als het ander het geval is, valt thans nog niet te zeggen. Be rekening van den dienst 1944 zal, wat den kapitaal- dienst aangaat, een batig slot van f 187.957,04 aanwijzen, Ben toelichting hierop is te vinden onder de volgnummers 611 en 689 der memorie van toelichting. Na het vorenstaande algemeene gedeelte gaan wij thans over tot het geven van een nadere toelichting, waar dit naast de gegevens, vermeld in de memorie van toelichting, nog noodig of gewenscht voorkomt. Hierbij maken wij vooraf de algemeene opmerking, dat de raming van de posten naar ons beste weten en volgens de thans beschikbare gegevens is geschied, doch dat onder de huidige onzekere omstandigheden uit den aard der zaak de noodzakelijk heid der indiening van aanvullende ramingen geenszins uitge sloten moet worden geacht. Geme en tebe groot ing. Gewone dienst. Volgnos.253, 260, 29. Politie en brandweer. De, krachtens de in bezettingstijd genomen maatregelen, ge wijzigde organisatie van de politie heeft voor twee groepen van gemeenten een verlaging van uitgaven tot gevolg gehad, voor een derde groep daarentegen een stijging van de uitgaven. Lager werden de uitgaven voor de acht groote gemeenten, waar de Staatspolitie de gemeentepolitie ging vervangen, en in een groote groep gemeenten, waar de gemeentepolitie of -veldwacht door de marechaussee vervangen is. Voor de groep van 120 middel-groote gemeenten (waaronder Leeuwarden), waar de gemeentepolitie bestaan bleef, werden de uitgaven hooger. Niet alleen werd voor deze gemeenten geen bijdrage uit 1 s Rijks kas in uitzicht gesteld, maar ook werden de uitgaven door een van bovenaf opgelegde salaris re ge ling (hoogere bezoldiging en vrijstelling van pensioensverhaal) en door een van Rijkswege voorgeschreven organisatie, welke een niet onaanzienlijke uitbreiding van personeel beteeken de, zelfs zeer belangrijk verhoogd. De bedoelde salarisregeling is door de Regeering voorloopig gehandhaafd. Ten aanzien van de brandweer hebben zich soortgelijke moei lijkheden voorgedaan. Het in bezettingstijd vastgestelde Besluit? op het Brandweerwezen, waarbij het Rijk ingrijpende bevoegd heden werden gegeven nopens de organisatie en de bezoldiging van de brandweer, is buiten werking gesteld door het Tijdelijke Brandweerbe sluit van 7 September 194-4. Krachtens artikel 8 van dat besluit zullen door de Kroon nadere regelen worden gesteld omtrent de verdeeling van de kosten van het brandweerwezen tusschen het Rijk en de gemeenten. Deze nadere regeling is nog niet afgekomen. 5. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1945. BIJLAGE N0.1 Het is naar ons gevoelen duidelijk, dat op korten termijn zoowel in het een als in het ander dient te worden voorzien. Daarom mag verwacht worden, dat het geraamde nadeelige saldo op hoofdatuk III met een aanmerkelijk bedrag zal kunnen wor den verlaagd. De herziening van de ramingen zal echter moeten worden uitgesteld, totdat de definitieve regelingen bekend zijn. Volg nes.. 346, 366, 427, 439. Vakonderwijs lichamelijke oefening. Wij zijn van me en ing, dat het vakonderwijs in de lichameTi j- ke oefening aan de leerlingen ljij het gewoon lager onderwijs (klassen 4, 5 en 6) en bij het voortgezet gewoon lager onder wijs niet langer achterwege mag blijven. Het nut van dergelijk onderwijs springt dermate in het oog, dat wij ons ontheven mo gen achten de wederinvoering te motiveeren, Slechts willen wij er op wijzen, dat de lichamelijke toestand der leerlingen, welke uiteraard door de ontberingen in de achter ons. liggende jaren is achteruitgegaan, niet gedoogt, dat ten aart zien van de lichamelijke ontwikkeling met het treffen van voorzieningen wordt getalmd. Volgno. 518, Geneeskundige Dienst. Hoewel wij er van overtuigd zijn, dat een goede werking "van dezen dienst, zooals die in een stad van den omvang als Leeuwarden aanwezig behoort te zijn, slechts mogelijk is, in dien een reorganisatie heeft plaats gevonden, hebben wij in het aangeboden ontwerp met de finanoieele gevolgen daarvan geen rekening gehouden. Wij stellen ons voor, ons ter zake nog nader te beraden, Volgnos. 76, 84, 69, 103, 111 en 112. Schoolgelden. In den bezettingstijd is van Rijkswege een besluit vastge steld, houdende een uniforme regeling van de schoolgeldhef fing voor het openbaar en het bijzonder gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs. A<ui de gemeenten werd de bevoegdheid gegeven door het vaststellen van een vermenig- vuldigingscijfer af te wijkon van het in het besluit opgenomen tarief. De werking van he*t vorenbedoelde beslui*t is eerrter na c.8 bevrijding ge3chor3t, als gevolg waarvan nopens de onderhavige materie geen regeling meer bestaat en afgewacht moet worden wat in de naaste toekomst het lot van de schoolgeldheffing zal zijn. Het staat evenwel vast, dat de gemeenten de hieruit^ voortvloeiende bate niet kunnen missen. Daarom is op de betrek kelijke posten een bedrag geraamd, hetwelk met de opbrengst in normale jaren ongeveer overeenstemt Mocht de heffing worden afgeschaft, dan zal daarvoor een bij drage uit »s Rijks kas(door ons aanbevolen punt van overweging bij nieuwe regeling in zake de financièele verhouding) in de plaats moeten treden. Volgno. 163. Qndernemingsbelasb ing. Kon in 1944 wegens opbrengst van de ondernemingsbelasting nog f 483.000,- geraand worden (tot dusverre is ontvangen slechts rond f 110.000,-), na overleg met de inspectie der^ belastingen mag ten bate van den dienst 1946 op niet meer dan f 212.000,- gerekend worden, welke raming dan nog onder alle voorbehoud is gedaan. Bovendien is het mogelijk, dat van een aanslagregeling in het jaar 1946 weinig of niets terecht komt, omdat ter inspectie eerst de achterstand over vorige belasting jaren behoort te worden verwerkt en de drukke werkzaamheden overigens oorzaak kunnen zijn, dat de aanslagregeling 194-6 voorloopig moet blijven ruët en. Bat wij toch een bedrag hebben geraamd, vindt zijnNoorsaam in de door ons gekoesterde verwachting, dat het Rijk of op de een of andere wijze zal zorgdragen, dat de benoodigde kasmidae- len niet komen te ontbreken, dan wel tijdig een nieuwe regelx-.yg in zake de finanoieele verhouding tussohen het Rijk en ae gemeenten, waarin ook deze belasting behoort te worden betrok ken, zal tot stand brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1945 | | pagina 35