8
Door de hier aan het wóórd zijnde leden wordt een zeer
ingewikkeld complex van vraagstukken aangesneden.
Wij noemen o.a.de salarieering van het personeel, de positie
van de z.g.neutrale scholen, die voorheen openbare waren,
de subsidieering van het bijzondere onderwijs.
Ook wij zijn van gevoelen, dat zoowel ten aanzien van
het een als het ander voorzieningen behooren te worden ge
troffen. Wij moeten U er echter opmerkzaam op maken, dat
het hier onverplicht onderwijs betreft en dat de gemeente,
zoolang zij is" aangewezen óp steun uit 's Rijks kas, daar
bij afhankelijk is van de inzichten op dit. ge.bied bij de
toezichthoudende organen.
Het komt ons daarom gewenscht voor, U op de hoogte te
brengen van deze inzichten, zooals die in de achter óns
liggende jaren zijn gebleken. Wij zullen" ons daarbij bepa
len tot het in het kort weergeven van de hoofdzaken.
Openbaar onderwijs. -
Zoolang de gemeente is aangewezen geweest op steun uit
s Rijks kas, is van hooger hand steeds aangedrongen op
versobering op dit gebied zelfs in die mate, dat in een
tijd, waarin aïlerwege werd inge-zien, dat de bezoldiging
van het (lager)- overheidspersoneel niet meer' voldoende
was, aangestuurd werd op een verdergaande verlaging van de
salarissen van dit onderwi jspersqnèelHet .spreekt van zelf,
dat het toenmalige' gemeentebestuur op den gëstelden eisch
niet kon ingaan, .'do'ch het was slechts mogelijk dezen aanval
te weerstaan door toe te geven op twee'punten:
a. de invoering van een minimum-schoolgeld;
T>. het vaststellen'.van ëen salarisherziening, welke zou
gelden voor nieuw-aan te stellen personeel met uitzondering
vande in functie zijnde onderwijzeressen, die eventueel
tot hoofd zouden worden benoemd en voor "ie het salaris
nimmer zou kunnen, .dalen béne den hetgeen genoten werd.
Weliswaar is de ondèr b genoemde regeling later door
ingevoerde (algemeenesalarisverbeteringen doorkruist,
maar dit neemt niet weg, dat'zij onvoldoende moet worden
geacht. Bovendien is door de omstandigheid, dat de wedden
tengevolge van een ingevoerde algemeene regeling ten minste
f 1 .200,- moeten bedragen, elke verhouding zoek.
Toen uiteindelijk'bleek, dat de bezuinigingsmogelijk
heden op dit gebied uitgeput waren, werd van hoogerhand
aangedrongen op opheffing van het openbaar onderwijs door
dit over te dragen in handen van particulieren. Daarbij
werd gewezen op het voorbeeld van Utrecht, dat op dezelfde
wijze 'had gehandeld en daardoor, hoewel een subsidie
regeling in. het leven geroepen was, goe'dkooper .uitkwam.
Dezerzijds echter werd mét öijfers aangetoond, dat de
kosten van de Utrechtsche regeling, vermeerderd met die,
welke ten laste- van de gemeente zouden blijven ook al werd
geen openbaar onderwijs meer gegeven, zouden uitgaan boven
die, welke de gemeente zich ten behoeve van dit onderwijs
getroostte.
Het gevolg is geweest, dat van dezeh (in 194-2) gestelden
eisch niets meer is vernomen.
Bijzonder onderwijs.
In het jaar 19 39 besloot de Raad ook het Christelijk
bewaarschoolonderwijs overeenkomstig de normen, van toe
passing voor het R.K. onderwi js (f 300,- per bevoegde leer
kracht op elke 45 leerlingen), te subsidieeren. Het heeft
tot 1942 geduurd, voordat de toezichthoudende organen er
van overtuigd waren, dat -zooals van gemeentewege was
bepleit-"de motieven voor deze subsidie verle ening dermate
logisch en klemmend zijn, dat het redelijkerwijs niet moge
lijk is een ander oordeel te huldigen".
9
Ha de grenswijziging werd besloten:
a. het onderwijs, dat in het overgegane gebied voorheen
openbaar geweest (Huizum en Wirdum), doch om bezuinigings-
'rëdènen in handen van particulieren gelegd was, weder van
gemeentewege te doen geven;
b. het bijzonder onderwijs in het overgegane gebied te
subsidieeren naar de normen, als voor het Leeuwarder onder
wijs vastgesteld.
De beide besluiten konden de goedkeuring van de hoogere
instanties niet wegdragen. Zoolang dat het geval is, moet
het z.g.neutrale onderwijs in het nieuwe gebied in feite
door particulieren worden verzorgd, waarbij dan uiteraard
de subsidieregeling dient te worden toegepast.
Ten aanzien van het onder b vermelde besluit zij medege
deeld, dat de eisch gesteld is, dat het subsidie niet hooger
behoort te zijn dan het (aanmerkelijk lagere) bedrag, het
welk voorheen door Leeuwarderadeel werd verleend. Op naar
ons gevoelen volkomen logische en billijke gronden hebben
wij het van gemeentewege ingenomen standpunt gehandhaafd.
Of onze motieven in het inzicht der toezichthoudende orga
nen wijziging zullen brengen, dient te worden afgewacht.
Na het vorenstaande zal het U duidelijk zijn, dat het
ook thans nog van overwegenden invloed is welk standpunt
door de Regeering met betrekking tot 'dit onderwijs wordt
ingenomen. Het is uiteraard niet onmogelijk, dat ook op
dit gebied een kentering zal komen. In elk geval zullen
wij een onderzoek instellen naar de wijze, waarop verbete
ringen zullen kunnen worden aangebracht en te zijner tijd
met voorstellen bij Uwe Vergadering komen, eventueel verge
zeld van het noodige voorstel tot wijziging van de begrooting
Rost 462. Eenige leden achten dezen post te laag gesteld.
Schoolvoeding zal h.i. in den komenden tijd noodzakelijk
blijken
Zij dringen op verhooging aan.
Ook wij zijn.van oordeel, dat er behoefte aan schoolvoe-
ding zal blijken te zijn. De mogelijkheid daartoe is echter
afhankelijk van de bereidwilligheid der belanghebbende
ouders om de bonnen, benoodigd voor den aankoop der levens
middelen, af te staan. Wij zullen daarnaar en naar de moge
lijkheid, of op andere wijze in de school voeding-kan worden
voorzien, een onderzoek instellen en -indien noodig- te
zijner tijd met een voorstel tot verhooging van de raming
•van dezen post komen.
Post 517a. Een'lid heeft bezwaar tegen dezen post. De
positie der begrooting laat z.i.deze niet noodzakelijke
uitgave niet toe
Wij deelen de meening van het hier aan het woord zijnde
lid niet.
Post 516. Eenigen betreuren liet, dat de gemeente nog
steeds niet beschikt over een goed ge organiseerden genees
kundigen dienst. Zij vragen, hoe Burgemeester en Wethouders
in de toekomst deze aangelegenheid denken te regelen. Zij
vragen voorts inlichtingen over de huisvesting van het
consultatie-bureau en over den stand van de t.b.c.bestrijding
Genees kundige dienst
De reorganisatie van den geneeskundigen dienst heeft
sedert lang onze gezette aandacht. Ter zake zullen U zoo
spoedigvmogelijk voorstellen bereiken, waarom wij ons thans
van het geven van nadere inlichtingen moeten onthouden.
i