10
T.B.C. bestrijding.
Met name door het toenemen van het aantal t.b.c.-
patienten, heeft het in- het gebouw van Gemeentewerken
gehuisveste consultatie-bureau dringend behoefte aan meer
ruimte. Aangezien het bezwaarlijk is de medisch-technische
installatie (vooral röntgenapparaatvan het bureau over
te brengen, trachten \vi j voor de stads-artsen elders
spreekkamers in te richten, waarna de vrijkomende lokali
teiten ter beschikking van het consultatiebureau kunnen
worden gesteld. Wij hebben alle aanleiding te verwachten,
dat de verplaatsing van de spreekkamers spoedig'haar beslag
zal kunnen krijgen;
Post 525. Ben lid vraagt of Maatschappelijk Hulpbetoon
niet kan worden uitgebouwd zóbr dat men sou kunnen komen
tot een minder zakelijke opvatting van de se instelling.
Hij bepleit de aanstelling van één of meer sociale werksters.
Een ander lid acht de steunnormen te laag.
Het distributiepakket kan er niet van worden betaald.
Ook wij hebben reeds overwogen, of het aanbeveling
verdient de sen dienst verder aan de behoeften van dezen tijd
aan te passen. Wij zijn voornemens deze. kwestie na de in
functietreding van den nieuwen directeur opnieuw in over
weging te nemen..
Met betrekking tot de bepaling van de steunnormen moeten
wij er de aandacht op vestigen, dat de® tot de uitsluitende
competentie 'behoort van het Bestuur der Instelling.
Inkomsten.
Een lid vraagt of het zeker is, dat het aantal opcenten
P.B. ook in de naaste toekomst voor Leeuwarden op 172
blijft gehandhaafd.
Het is niet zekerr of het aantal opcenten op de- hoofdsom
der personeele belasting op 172 gehandhaafd zal blijven.
Bij de herziening van de financieele verhouding tusschen
het Rijk en de gemeenten zal .uiteraard ook deze bevoegdheid
nader moeten worden beschouwd
Tot dusverre gold voor de gemeenten, die op steun uit
s Rijkö kas zijn aangewezen, dat geen hooger opcentenaantal
geëischt sou worden dan 200. Toen de provinciën in 19 43 de
bevoegdheid verkregen om ook opcenten op deze belasting
te heffen, is voornoemde eisch in zooverre gewijzigd, dat
de gemeenten niet hooger behoeven te gaan dan 200 opcenten,
verminderd met het aai tal opcenten, dat door de provincie
170rdt geheven. Omdat het aai tal voor de provincie te heffen
opcenten over de belastingjaren 1944 en 1945 is bepaald op
28 (voor,1943 op 8), bleven er dus voor de gemeenten in
Friesland 172 over, op welk aantal dan ook in de begrooting-
1946 is gerekend.
Na de aanbieding van deze begrooting hebben wij echter
van de Gedeputeerde Staten de mededeeling ontvangen, dat
de provincie in har.e. begrooting-1946 een opbrengst van dé
personeele belasting naar 42 opcenten raamt, waarom de
gemeente met een heffing van 158 opcenten sou moeten vol
staan, ware het niet, dat -gelijk in den aanvang opgemerkt-
het nog onzeker is welke bevoegdheid den gemeenten te- dezen
aanzien .zal worden gegeven en -zooals in den aanbiedings
brief reeds tot uitdrukking gebracht- het nog onbekend is
welke financieele consequenties .de wijziging van het belas
tingjaar zal medebrengen.
Zoodra wij in staat gesteld zijn zoowel het een als 'het
ander te overzien, zullen wij met de noodige voorstellen
komen.
11
Ten slotte zij medegedeeld, dat als gevolg van onze
beantwoording onder post 285 en onder "Gemeentewerken"
in het aangeboden ontwerp der gemeentebegrooting de volgende
wijzigingen dienen te worden aangebracht:
a. de raming van den post:
"285. Subsidie aan onderscheidene drankbestrijdersvereeni-
gingen dient te worden gewijzigd in ...f 275,-
b. het transport op de blz. 29 en 31 dient
Tn verband hiermede te worden gewijzigd in 54.608,-
c. het bedrag van het totaal der uitgaven
op blz. 30 en 31 moet worden gewijzigd in "102.218,70
d. het nadeelig slot van hoofdstuk IV
This. 31) moet worden gesteld op 35 .372,70
e. ingevoegd wordt de post:
ÏÏ9Ö A. 3ouw van een gemeente- en rijksarchief memorie
f. in de verzameling op blz.122 moeten de bedragen
f 102.093,70, f 35 .247^,70, f 7.425.419,25, f 3.218.913,52
en f 1 .417.453,51 worden gewijzigd in onderscheidenlijk
f 102.218,70, f 35.372,70, f 7.425.544,25, f 3.219.038,52
en f 1 .417.578,51
g. in de begrooting van gemeentewerken wordt achter
volgno.247 geplaatst memorie.
Leeuwarden, 3 December 1945»
De Commissie van Burgemeester en V/et houders van Leeuwarden
Rapporteurs
H.POSTHUMA, alg.rapporteur. J.ALGERA, wnd.Burgemeester.
K. LEIJENAAR. T.BAKKER, 1.Secretaris
A.A.VONDELING-VAN 't HOF.
i V:(.