Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1946. BIJLA.GJ2 10.33.
storting af) en halfjaarlijks te voldoen door storting
bij de Rotterdamsche Bankvereeniging N.V., te Arasterdam,
of te zoodaniger plaa'cse als tijdig door het Pensioen
fonds zal worden opgegeven, ten gunste van het Pensioen
fonds, op 1 Juli en 31 december, voor het eerst op 31
December 1946. Bij de berekening van de rente zal elke
maand op dertig dagen en het jaar op driehonderd en zes
tig dagen worden gesteld.
3. Het bedrag der leening zal in 23 jaar worden afgelost,
te weten:
1947 tot en met 1970 f. 16.600,- per jaar,
1971 f. 18,600,-,
telkens op 1 Juli, voor het eerst op 1 Juli 1947.
De normaal en eventueel extra af te lossen bedragen zullen
door de gemeente worden voldaan door storting bij de Rot
terdamsche Bankvereeniging N.V., Amsterdam, ten gunste van
het Pensioenfonds, of te zoodaniger plaatse als tijdig
door het Pensioenfonds zal worden aangegeven.
4. Vervroegde geheele of versterkte gedeeltelijke aflossing
is na drie jaar op de renteverschijndagen, voor het eerst
dus op 1 Juli 1949, a pari toegestaan, met inachtneming
van een opzegtermijn van ten minste drie maanden. Ver-
vroegde aflossingen worden, zoolang de leening nog niet
geheel is terugbetaald, niet in mindering gebracht van de
vastgestelde aflossingstermijneru
5. De kosten van terugbetaling van hoofdsom, van betaling der
rente en van sluiten en uitvoering dezer overeenkomst ko
men ten laste van de gemeente.
6. Belastingen, in welken vorm ook, op de rente van deze lee
ning verschuldigd, komen ten laste van de gemeente.
7. Door het enkel verloop van den datum, waarop de betaling
van rente en/of aflossing had moeten geschieden, zal de
gemeente in gebreke zijn, zonder dat daartoe eenige ge
rechtelijke formaliteit wordt vereischt.
8. Indien de gemeente nalatig is in de betaling van do rente
en/of de aflossing, wordt van het moment van ingebreke-
zijn af tot en met den dag van de geheele betaling van al
het dan door de gemeente verschuldigde, over het verschul
digde bedrag de rente, genoemd onder 2, verhoogd tot 5%
(vijf ten honderd) per jaar, onverminderd het recht van
het Pensioenfonds alle maatregelen te nemen tot het be
houd zijner rechten en tot verhaal zijner vordering, die
de wet te zijner beschikking stelt en hem noodig of nut
tig zullen voorkomen.
Leeuwarden,
De Raad voornoemd,
Verzonden 18 April 1946.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1946. BIJIAGE NO.34.'
BIJIAGE HO.34.
Aan den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van het om prae-advies inonze handen
gestelde verzoek van het Centraal Drankweer-Comitéalhier, om
vaststelling van een tapverbod voor den nationalen feestdag,
hebben wij de eer Uwen Raad het volgende mede te deelen.
Zooals wel vanzelf spreekt, zijn wij met het Comité van
oordeel, dat vermeden dient te worden, dat aan het karakter
van den nationalen feestdag afbreuk wordt gedaan door alcoho
lische excessen. Ook van gemeentewege moet zooveel mogelijk
worden meegewerkt om het peil van de nationale feestviering
hoog te houden. Gelet op de ervaringen van het afgeloopen jaar,
wil het ons echter voorkomen, dat zoodanige excessen momenteel
niet zijn te duchten, ook niet op die dagen waarop het café
bezoek grooter is dan gewoonlijk. Uiteraard speelt ook de be
trekkelijke schaarschte van alcoholische dranken, met name van
sterken drank, in dezen een rol. Vooralsnog lijkt het ons dan
ook nog niet noodig over te gaan tot een zoo ingrijpenden maat
regel als door adressant wordt bepleit.
Wij wenschen hierbij evenwel uitdrukkelijk vast te stellen,
dat, bijaldien de omstandigheden hiertoe in de toekomst aanlei
ding mochten geven, wij niet zullen schromen tegen misbruik op
te treden en U daartoe de noodige voorstellen te doen.
Op grond van het vorenstaande geven wij u mitsdien in over
weging, thans niet op het verzoek van adressant in te gaan.
Leeuwarden, 11 April 1946.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der MEUTEN, Burgemeester.
T.BAKKER, 1.-Secretaris
Verzonden 20 April 1946.