Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1946. BIJLAGE NO.48.
BIJLAGE NC.4.8.
Aan den Gemeenteraad.
Bij Koninklijk Besluit van 10 October 1945» Staatsblad
no. F 227, zijn verschillende wijzigingen aangebracht in de
tot dat tijdstip met betrekking tot de sluiting en de ver
plichte openstelling van winkels geldende regelingen.
Tot het tijdstip van inwerkingtreding van het Winkelslui-
tingsbesluit 1941 bestond slechts een regeling betreffende
de sluiting van winkels, vastgelegd in de Winkelsluitingswet
1930, Staatsblad 460, zooals deze was gewijzigd bij de wet
van 27 Juli 1934, Staatsblad 450. Be oorlogsomstandigheden
maakten het echter noodzakelijk om eenerzijds de sluitings
uren te vervroegen, anderzijds te bepalen, dat nader aan te
wijzen groepen van winkels gedurende bepaalde tijdvakken
voor het publiek geopend moesten zijn. Gebleken toch was,dat
de winkeliers in steeds sterkere mate overgingen tot perio
diek sluiten hunner zaken, waardoor het? mede ten gevolge
van de individueel sterk wisselende sluitingsuren, voor den
consument zeer moeilijk werd gemaakt zijn inkoopen te doen.
Werd aanvankelijk nog de mogelijkheid opengelaten tot slui
ting van 13 - 14.3° uur, bij beschikking van 17 Augustus
1943 werd ook voor dit tijdvak openstalllngsplicht voorge
schreven.
In zijn op bovenaangehaald Koninklijk Besluit betrekking
hebbend rondschrijven van 15 October véstigt de Minister van
Handel en Nijverheid er de aandacht op, dat de verplichte
openstelling van winkels onder- invloed van de vooral tegen
het einde van den bezettingstijd sterk toegenomen en ook
thans nog heerschende goederenschaarsohte aan belang heeft
ingeboet en zelfs te knellend is geworden.
Krachtens de nieuwe regeling vervalt artikel 9 van het
Winkelsluitingsbesluit 1941, waardoor de regeling van den
openstellingsplicht aan de sfeer van den Rijkswetgever wordt
onttrokken. Be bevoegdheid daartoe (dus geen verplichting)
wordt thans ingevolge artikel 2 van hét Koninklijk Besluit
in handen van de gemeenteraden gelegd, niet alleen voor win
kels, maar ook voor hotels, koffiehuizen, restaurants e.d.
(met uitzondering van ijssalons). In de vast te stellen ver
ordening, welke geen hoogere goedkeuring behoeft, kan de
raad dus bepalen, dat alle of bepaaldelijk aangewezen groe
pen van winkels en alle of bepaaldelijk aangewezen hotels,
koffiehuizen e.d. op werkdagen gedurende in de verordening
aangewezen tijdvakken voor het publiek geopend moeten zijn.
Voor wat de winkels betreft, moeten deze tijdvakken gelegen
zijn binnen de tijdstippen, genoemd in art.2 van het Winkel
sluitingsbesluit 1941, namelijk:
I. gedurende het (winter)tijdvak van 1 October' - 1 April:
a. op de eerste vijf dagen der week van 5 uur - 18 uur;
b. op Zaterdag van 5 uur - 19 uur;
II. gedurende het (zomertijdvak van 1 April - 1 October:
a. op de eerste vijf werkdagen der week van 5 uur - 19
uur;
b. op Zaterdag van 5 uur - 20 uur.
Ofschoon binnen dit raam den plaatselijken wetgever alle
vrijheid is gelaten, heeft de Minister verzocht bij de vast
stelling der verordening rekening te houden met de volgende
aanwijzingen:
"In het algemeen dienen de belangen van het publiek, met
name van het in het arbeidsproces betrokken gedeelte daarvan,
voor te gaan bij die van de winkeliers; dit brengt onder meer
"mede"
A
i