i INKOMSTEN. GEWONE DIENST. Vroegere diensten. Algemeen beheer. ;g: i I, II. 1-5. 1946. INKOMSTEN. HOOFDSTUK I. 2 Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren7.000, Evenals de post „Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren", wordt dit volgnummer op 7.000,uitgetrokken. Door deze posten op een gelijk bedrag te ramen, wordt voorkomen, dat voor- of nadeelen van vorige dienstjaren, die thans nog niet met eenige zekerheid zijn te bepalen, invloed uitoefenen op deze begrooting. HOOFDSTUK II. Uitkeering uit de eerste afdeeling van het Gemeentefonds in de jaarwedden van den burgemeester en den secretaris, als bedoeld in artikel J, onder b, der wet van 13 Juli 1929 S.388sedert gewijzigd, jo artikel 3 sub 1 van het besluit van 13 Juli 1943,(8.167) betreffende de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten 3.000, Overeenkomstig bovengenoemde regeling ontvangt de gemeente uit het Gemeentefonds 75 der jaarwedden ,met een maximum van 3.000, 4 Uitkeering uit de eerste afdeeling van het Gemeentefonds overeenkomstig artikel 3, onder c, der wet van 13 Juli 1929 (S. 388), sedert gewijzigd, jo artt. 3, sub 2 en 6 van het besluit van 13 Juli 1943 S167), betreffende de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten734.800, Daar eenig gegeven voor de raming op dezen post thans nog niet voorhanden is, komt het gewenscht voor, de ontvangst te stellen op het bedrag, hetwelk in 1944 is ontvangen en waarschijnlijk ook in 1945 zal worden ontvangen. Geraamd wordt dus a. wegens formule- en garantieuitkeering rond 534.000, b. wegens uitkeering per inwoner (artikel 6, derde lid, van het besluit dd. 15 Juli 1943, Staatsblad 167) rond- 200.800, Totaal734.800,— Verrekening der uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art. 3, onder c, der wet van 13 Juli 1929 (S. 388), sedert gewijzigd, jo artt. 3, sub 2 en 6 van het besluit van 13 Juli 1943 (S. 167in zake de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten, betreffende vroegere uitkeeringstijdvakkenmemorie De laatste verrekening heeft plaats gevonden over het uitkeeringstijdvak 1 Mei31 Dec. 1941. De eerstvolgende verrekening zal derhalve geschieden over het jaar 1942, het eerste jaar dus, waarin de nieuwe regeling inzake de financieele verhouding zal werken. De post wordt pro memorie geraamd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1946 | | pagina 72