Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.136.
ONTWERP.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
Gelet op de artikelen 277, sub h en 286
der Gemeentewet;
BESLUIT:
I. in te trekken de verordening tot heffing van een belas
ting op het houden van honden, vastges'teld bij Raadsbe
sluit van 6 November 1946 no.5816;
II.vast te stellen de volgende
VERORDENING tot heffing van een be
lasting op het houden van honden.
Artikel 1.
Er wordt een belasting geheven op het houden van honden in
de gemeente Leeuwarden.
Art2
De belasting is verschuldigd door ieder, die tijdens het
belastingjaar in de gemeente zijn hoofdverblijf heeft en
een of meer honden houdt.
Als houder wordt aangemerkt hij, die, onder welke titel
ook, een of meer honden bezit of onder zijn opzicht heeft,
of, wanneer in zijn gezin een hond gehouden wordt, onver
schillig of deze meer bijzonder aan een der leden van het
gezin mocht toebehoren, het hoofd van het gezin.
Zo nodig beoordeelt de Controleur der Gemeentebelastin-
gen naar de omstandigheden wie als hoofd van het gezin wordt
aangemerkt
De houder, die bij anderen inwoont zonder te behoren
tot een gezin, is persoonlijk belastingschuldig.
Art. 3
De belasting bedraagt 's jaars:
le.voor elke hond, uitsluitend gehouden ten dienste van de
landbouw of enig bedrijf van nijverheid, f.2,50;
2e.voor elke hond, uitsluitend gehouden ter bewaking van ge
bouwen of erven, f.16,-;
3e.voor andere honden:
voor de eerste hond van enige houder f.20,-, voor de twee
de hond f.30,- en voor elke hond boven het getal van twee
f.40,-, met dien verstandedat de belasting voor houders,
bedoeld in artikel 5 sub 3, voor de eerste twee honden
f.20,- per hond per jaar.
Art4
Het is belastingplichtigen verboden honden, welke zijn aan
gegeven als uitsluitend gehouden ten dienste van de landbouw
of enig bedrijf van nijverheid, of ter bewaking van gebouwen
of erven, los op de openbare weg te laten lopen.
Art. 5.
De belasting is niet verschuldigd;
le.voor honden, die nog geen twee maanden oud zijn;
2e.voor honden, gehouden op vaartuigen, door daarin wonende
"schippers"
2
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van let- uvmrden, 1947. BIJLAGE NO. 136,
schippers, die geen woonplaats aan de vaste wal hebben,
mits' de honden aan boord van het vaartuig worden gehouden;
3e.voor honden brven het getal van twee, toebehorende aan
en gehouden door kooplieden in of fokkers van honden,
bestemd tot koopwaar, mits op de openbare weg aan een
ketting, touw of riem vastgehouden;
4e.voor honden, welke uitsluitend dienen om blinde personen-
te leiden of om te dienen als trekhond voor vervoermid
del van gebrekkige personen.
Art. 6.
De belasting is slechts voor de helft verschuldigd, wan
neer de belastingplichtigheid ontstaat in de tweede helft
van het 'belastingjaar.
Voor een hond, waarvoor de belasting reeds door een vori
ge houder is betaald, is over de eerste helft van het belas
tingjaar niet opnieuw belasting verschuldigd door de nieuwe
houder, mits deze van de overgang van die hond binnen veer
tien dagen daarna kennis geeft aan de Controleur der Gemeente
belastingen onder overlegging van het gekwiteerde aanslag
biljet van de vorige houder en van een door deze getekende
verklaring betreffende de overgang.
Deze bepaling is in verband met het bepaalde in artikel 4,
3e, niet van toepassing op honden, overgenomen van kooplie
den in of fokkers van honden, zolang door deze kooplieden
of fokkers in dat belastingjaar nog twee honden worden ge
houden.
Art. 7.
Voor honden, die in de loop van het belastingjaar niet
meer vallen onder die, aangeduid onder artikel 3, eerste lid,
le en 2e, is de belasting verschuldigd, vermeld, in artikel
3, eerste lid, 3e.
Art8
Aan belastingschuldigen, die zich voor 1 Juli van het belas
tingjaar van hun honden hebben ontdaan en in de tweede helft
van dat jaar niet weder volgens deze verordening belasting
plichtig worden, alsmede aan houders van honden, die voor 1
Juli van het belastingjaar hun hoofdverblijf naar een andere
gemeente overbrengen, wordt op hun schriftelijke aanvraag
door de Controleur der Gemeentebelastingen teruggave'van de
helft van hun aanslag verlee nd, mits deze aanvraag geschiedt
vóór of op 5 Juli van het belastingjaar.
Art9
Navordering van belasting kan plaats vinden in alle ge
vallen, waarin geen of te weinig belasting is geheven. Het
nagevorderde bedrag wordt, behoudens ingeval van ambtelijk
verzuim,-in welk geval geen verhoging zal worden toegepast-
met het viervoud verhoogd, indien door de belastingplich
tige niet of niet volledig is voldaan aan de ingevolge de
verordening op hem rustende verplichtingen.
De Controleur der gemeentebelastingen is bevoegd op grond
van dwaling of versohoonbaar verzuim kwijtschelding of ver
mindering van de verhoging te verlenen
Art. 10.
Ieder, aan wie een .besohrijvingsbiljet., als bedoeld in
artikel 12, is uitgereikt,, ook al houdt hij geen hond, is
verplicht dat behoorlijk ingevuld en door hemzelf onderte
kend, vóór de 15 Februari, volgende op de datum van
"uit-"