jl
Bi j lage tot het verslag dor handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947- BIJLAGE HO.142.
BIJLAGE HO. 142.
Aan de Gemeenteraad.
IT opens het om prae-advios in onze handen gestelde
schrijven van de directeur der Lagere Avondhandelsschool,
houdende verzoek om verhoging van de .beloning van de
directeur en de verder aan de school verbonden leerkrachten,
hebben wij de eer Uwe Vergadering het volgende mede te
delen
Blijkens dc in de loop der jaren aan genoemde inrich
ting van onderwijs opgedane ervaring is vruchtbaar onder
wijs als regel alleen dan verzekerd, als dit wordt gegeven
door vakmensen, d.w.z. door personen, die ervaring hebben
in het geven van onderwijs in klassikaal verband. Uit dien'
hoofde wordt hiermede bij de benoemingen rekening gehóuden,
zodat de thans aan de Lagere Avond handels school verbondon
leerkrachten allen werkzaam zij'n bij het lager onderwijs.
ITu bij laatstgenoemd onderwijs een belangrijke verbe
tering der salarissen is tot stand gekomen, laat het zich
verstaan, dat de aan de ondörwerpclijke avondschool ver
bonden leerkrachten een vergelijking zijn gaan maken kus
sen hun beloning bij het dagonderwijs en die bij hot
avondonderwijs. Act resultaat van deze vergelijking is in
de toelichting tot hot aan Uw Raad gericht adres te
vinden
Hoewel ook v/ij van mening zijn, dat de huidige belo
ningen van het personeel der Lagere Avondhandelsschool
zeer aan de lage. kant liggen, komt het ons toch voor,
dat een vergelijking van dc beloningen van dag- en avond
onderwijs volgens de aangegeven maatstaven niet geheel
opgaat.
Het ulo-onderwijs en het hier bedoelde avondonderwijs
immers zijn te weinig gelijksoortig om volgens gelijke
normen te worden gewaardeerd. De directeur neemt als maat
staf b.v. een leerkracht bij het ulo-onderwijs met volle
dige bevoegdheid (hoofdakte tw.ee bijakten). Daartegen
over ten warden opgemerkt, dat van de thans aan de avond
school verbonden leerkrachten de helft werkzaam is bij
het gewoon lager onderwijs. Hierbij valt verder op, dat
4 van de 8 leerkrachten ook geen volledige ulo-bevoegd
heid hebben. Het is voorts zeer te betwijfelen, of het
leerplan en de te behalen eindresultaten bij beide soor
ten van onderwijs gelijke waardering moeten hebben.
Op grond van het vorenstaande achten wij het dan ook
beter, dc beloningen bij het avondonderwijs geheel op zich
zelf te bezien.
Hu kan worden geconstateerd (en dit mag wel oen
punt van vergelijking zijn), dat de verhoging der bezol
digingen sedert de oprichting der Lagere Avondhandels
school bij hot dagonderwijs veel groter is dan bij het
avondonderwijs
Volgens het in 1924 jaar van oprichting dor Lagere
AvondJandel sscho olvast ge stc 1de Ri j te be zo 1 dgingsbe slui t
voor de onderwijzers bedroeg .de jaarwedde van oen onder
wijzer met ulo-bevoegdheid en maximum aantal dienstjaren
f. 3700,-. Onder gelijke omstandigheden wordt deze onder
wijzer thans met f. 5244,- gehonoreerd. Dit betekent een
stijging met 42 Een leraar aan dc Lagere Avondhandels -
school, die in 1924 werd beloond naar f. 75,- per lesuur,
zou bij gelijke stijging der bezoldigingen mitsdien moeten
worden beloond naar f. 106,50 per lesijur, terwijl hij
thans f. 89,- per lesuur ontvangt. Dit bedrag zou dus
thans als basisloon kunnen dienen, ware het niet, dat bij
de voorziening van personeel reeds van do aanvang af is
gebleken, dat het avondonderwijs steeds te laag is geho
noreerd.
- Wanneer -