Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 947. BIJLAGE NO. 168.
Met het vorenstaande menen wij Uw Raad wel het voornaamste
met betrekking tot de voorbereiding van deze niet eenvoudige
materie ter kennis te hebben gebracht. Hoewel de ontworpen
regeling misschien niet in alle opzichten geheel bevredigt,
zijn wij niettemin van oordeel, dat veelal aan gerechtvaardig
de wensen van het personeel zal worden tegemoet gekomen.
Wij geven Uw Raad mitsdien in overweging tot vaststelling
van het hierna afgedrukte ontwerp over te gaan.
Leeuwarden, 4 December 1947.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verbonden 4 December 1947.
"ONTWERP*!
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.168.
ONTWERP.
VERORDENING tot regeling van de
bezoldiging van de ambtena
ren in dienst der gemeente
Leeuwarden, wier loon per
week wordt uitbetaald.
Artikel 1
De bezoldiging van de ambtenaren, wier loon per week wordt
uitbetaald, wordt vastgesteld on de bedragen, in deze verorde
ning voor iedere loongroep aangegeven.
Artikel 2.
1. De ambtenaren, bedoeld in artikel 1, treden met ingang
vah de eerste dag der maand, waarin, voor zoveel betreft de
loongroepen 1 en 2, de 22-jarige leeftijd en voor zoveel be
treft de loongroeoen 3 tot en met 6, de 23-jarige leeftijd
wordt bereikt, in het genot van de in de betrekkelijke loon
groep vermelde aanvangslonen. Diensttijd, welke voor die dag
is vervuld, telt niet mede voor het toekennen van periodieke
verhogingen.
2. Voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, beneden de
leeftijd van onderscheidenlijk 22 en 23 jaar, geldt de loon
regeling, bedoeld in artikel 15-
3. De bezoldiging van de in artikel 1 bedoelde ambtenaren
wordt, naar gelang van de klasse, waarin de onderdelen der
gemeente, in welke zij standplaats hebben, zijn gerangschikt
volgens de bepalingen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren, gesteld op het bedrag, dat voor elke klasse
afzonderlijk is vastgesteld.
Artikel 3
1 De lonen van de ongehuwde n-nie^t enige kostwinners wor
den vastgesteld overeenkomstig de in artikekad 5 vermelde be
dragen. fWm
2. Bij huwelijk zal aan de belanghebbende worden uitge
keerd het verschil tussen het hem krachtens deze verordening
uitgekeerde loon en het loon, dat hij zou hebben genoten, in
dien hij gehuwd was geweest.
3. Bij de berekening van dit verschil blijft de dienst
tijd na de 45-jarige leeftijd buiten aanmerking.
4. Bij twijfel of iemand al dan niet moet worden aange
merkt als ongehuwde-niet enige kostwinner, beslissen Burge
meester en Wethouders.
Artikel 4.
1Voor het genot van woning wordt op de lonen, met uit
zondering van de kindertoelage, een korting toegepast van 15
ten honderd. Deze korting bedraagt 12 ten honderd, indien aan
de ambtenaar de vërplichting tot bewoning van een hem daartoe
aangewezen woning is opgelegd. Heeft de bewoning ten doel de
bewaring of bewaking van gemeente-eigendommen of wordt de des
betreffende woning dienstbaar gemaakt aan de uitoefening van
de dienst van de ambtenaar, dan bedraagt de korting 10 ten
honderd. Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde van
de woning, bepaald naar artikel 10 van de Wet op de personele
belasting 1896, minder bedraagt, dan de op grond van dit ar
tikel berekende korting, wordt deze op het bedrag van die huur
waarde gesteld.
2. Voor het genot van vuur en licht wordt een korting toe
gepast van onderscheidenlijk 2 en 1 ten honderd van het loon,
"met"