2
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.168.
met uitzondering van *e kindertoelage, en voor het genot
van over een leiding geleverd water, van 5 ten honderd van
de ter zake van het genot van woning toegepaste korting.
3.Voor dienstkleding, van gemeentewege verstrekt, wordt
gekort een door Burgemeester en Wethouders te bepalen bedrag
per jaar.
Artikel 5
De lonen worden bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en
voldoende dienstijver periodiek verhoogd op de wijze, als in
de desbetreffende loonschalen is aangegeven, naar gelang van
de voor de berekening van de bezoldiging geldende diensttijd
in de betrekkelijke loongroep.
Artikel 6.
1. De tijd, gedurende welke verlof wordt genoten ter ver
vulling van militaire dienstplicht, komt in aanmerking als
diensttijd, geldig voor het toekennen van periodieke verho
ging.
2. Als diensttijd in de sin van het vorige lid blijft
buiten aanmerking de tijd:
a. doorgebracht met verlof buiten genot van bezoldiging,
indien het verlof langer dan een jaar achtereenvolgens heeft
geduurd of is verleend in het persoonlijk belang van de amb
tenaar, dan wel doorgebracht met verlof, aan de ambtenaar on
der voorwaarde van stilstand van diensttijd verleend;
b. gedurende welke de ambtenaar in zijn ambt is geschorst:
hetzij bij wijze van disciplinaire straf;
hetzij op grond van het feit, dat een strafrechtelijke
vervolging tegen hem is ingesteld, of hem door de daartoe be
voegde macht het voornemen tot bestraffing met onvoorwaarde
lijk ontslag is te kennen gegeven of hem van de oplegging van
deze straf mededeling is gedaan, dan wel hij zich in verze
kerde bewaring bevindt, tenzij deze schorsing niet door een
straf wordt gevolgd;
hetzij ot> grond van het feit, dat het belang van de
dienst de schorsing vorderde.
Artikel 7.
1. Diensttijd als tijdelijk ambtenaar, onmiddellijk ge
volgd door vaste dienst in dezelfde betrekking of dezelfde
loongroep, komt voor het toekennen van periodieke verhogingen
in aanmerking.
2. Diensttijd, doorgebracht op arbeidsovereenkomst, wordt
voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld met tijde
lijke dienst.
Artikel 8.
De voor het toekennen van periodieke verhoging gestelde
tijdvakken vangen aan met de eerste dag van de maand, waarin
de benoeming ingaat.
Artikel 9.
1. Burgemeester en Wethouders kunnen de ambtenaar, behou
dens de grens van de voor de loongroep vastgestelde maximum-
wedde, in bijzondere omstandigheden of wegens buitengewone
bekwaamheid, geschiktheid en buitengewone dienstijver, een
periodieke verhoging met ingang van een vroegere datum toe
kennen, dan waarop deze op de in artikel 5 omschreven wijze
zou worden verkregen, dan wel één of meer periodieke verho
gingen buitengewoon toekennen, alsmede hem in deze gevallen
"bo-w
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1947. BIJLAGE NO.168.
bovendien nog een extra diensttijd toekennen voor de toe
kenning van verdere periodieke verhogingen.
2. De aldus toegekende verhogingen worden voor het toeken
nen van de verdere periodieke verhogingen beschouwd als te
zijn verkregen door regelmatige periodieke verhoging na de
daarvoor gevorderde diensttijd. Artikel 8 vindt daarmede
overeenkomstige toepassing.
Artikel 10.
1Bij benoeming tot enig ambt kan het loon, met inacht
neming van de bedragen, in de desbetreffende schaal vermeld,
worden bepaald op een bedrag, hoger dan het aanvangsloon van
de groep, waarin de benoeming geschiedt.
2. Ook kan, ten behoeve van het toekennen der verdere pe
riodieke verhogingen, een extra diensttijd worden toegekend,
hetzij bij benoeming op, hetzij boven het aanvangsloon. Het
bij benoeming toegekende loon wordt voor het verlenen van ver
dere periodieke verhoging beschouwd als te zijn verkregen door
regelmatige periodieke verhoging na de daarvoor gevorderde
diensttijd.
3. Indien de benoeming tevens een bevordering bij hetzelfde
dienstvak is, wordt ten minste het loonbedrag toegekend, dat
onmiddellijk gelegen is boven het bedrag, dat de desbetreffen
de ambtenaar op de datum van de bevordering in de lagere rang
volgens de desbetreffende loonschaal aan loon zou toekomen.
4. Indien een ambtenaar om redenen van dienstbelang in een
andere functie wordt overgeplaatst, zal hij in het genot blij
ven van het loon, verbonden aan de functie, waarin hij werk-,
zaam was, indien aan de nieuwe functie een lager loon is ver
bonden, tenzij de overplaatsing een gevolg is van een mindere
geschiktheid voor zijn functie of op eigen verzoek geschiedt.
5. Indien deze mindere geschiktheid is ontstaan na een
diensttijd van ten minste 20 jaren en blijkt uit een verkla
ring van de directeur van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst,
zal de ambtenaar bij een overplaatsing, in het vorige lid be
doeld, in het genot blijven van het loon, verbonden aan de
functie, waarin hij tevoren werkzaam was, mits hij de leef
tijd van 55 jaar heeft bereikt.
Artikel 11
1Stukwerk kan, al of niet met oremie voor goed werk, aan
ambtenaren op weekloon gegeven worden, wanneer het hoofd van
de betrokken tak van'dienst dit in het belang van het werk
acht. Voor dit stukwerk worden geen lagere lonen uitgekeerd
dan de ambtenaren onder gewone omstandigheden zouden ontvangen.
2. De nadere regeling van het stukwerk wordt, zo nodig, door
Burgemeester en Wethouders, gehoord de Commissie voor Georgani
seerd Overleg, vastgesteld.
Artikel 12.
1. Boven en behalve het loon, naar de regelen van deze ver
ordening tóe te kennen, gehieten de ambtenaren, op wie deze
verordening van toepassing is, bij wijze van tijdelijke toela
ge, voor hun wettige of gewettigde, zomede voor de uit een vroe
ger huwelijk gesproten kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar
een kindertoelage.
2. De kindertoelage bedraagt per kin^ 3% van het loon, met
een minimum van f. 1,15 per week. Bij wijze van tijdelijke maat
regel wordt de minimum kindertoelage bepaald op f. 2,90 per week.
3. Een ambtenaar, die zich vóór 1 Mei 1945 in dienst bevond
en uit dien hoofde aanvankelijk een kindertoelage genoot ten be-
"dra-"
■'t