1948. VIII, 14, 15. 471—479. UITGAVEN 14. Hoger onderwijs. 471 Kosten van de gymnasia 112.295, a. Jaarwedden van rectoren, leraren en beambten 99.585, b. Vergoeding verplaatsingskosten - 2.000, c. Huur en kosten van instandhouding der schoollokalen en woningen van rectoren, leraren en beambten- 1.084, (Zie volgnos. 62/278 G.W.) d. Erfpacht en huur van terreinen- e. Kosten van verlichting, verwarming en schoonmaak der schoollokalen, zomede die van water- en krachtverbruik - 7.389, (Zie volgnos. 62 278 G.W.) Aanschaffen en onderhouden der schoolmeubelen, werktuigen en hulp middelen voor het onderwijs: voor leermiddelen enz., w.o. nieuw spelmateriaal voor licha melijke oefening1.000, onderhoud leermiddelen en schoolmeubelen - 387, (Zie volgnos. 62/278 G.W.) 1.387, g. Administratie-, druk-, advertentiekosten, kosten ouderavonden - 750, h. Kosten van het college van curatoren- 100, Totaal112.295, De jaarwedden zijn laatstelijk geregeld bij raadsbesluit d.d. 24 November 1925 (Gemeente blad no. 8 van 1926), goedgekeurd blijkens missive van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 2 Februari 1926, no. 157, afd. M.O., gewijzigd bij raads besluit van 20 Maart 1934, goedgekeurd door de Minister van O., K. en W. bij schrijven van 29 Mei 1934, no. 5588, afd. V.H.M.O. en bij raadsbesluit van 16 April 1935, goed gekeurd door de Minister van O., K. en W. bij schrijven van 23 Mei 1935, afd. V.H.M.O. Bij de raming der kosten wegens jaarwedden is uitgegaan van de bij de Regering in be handeling zijnde voorstellen tot verhoging van de salarissen van het docerend personeel bij het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs. De verordening voor het gymnasium is vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 28 Mei 1935 (Gemeenteblad no. 19 van 1935), gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 December 1936 (Gemeenteblad no. 38 van 1936), 28 Maart 1938 (Gemeenteblad no. 11 van 1938) en 20 December 1939 (Gemeenteblad no. 28 van 1939). 473 Teruggave van schoolgelden memorie 477 Bijdrage aan hoofdstuk VIII 14 van de kapitaaldienst86, Zie bijlage no. IV. 478 Bijdrage aan hoofdstuk XV van de kapitaaldienst306,06 Zie bijlage no. VI. 15. Nijverheidsonderwijs. 479 Subsidie voor scholen voor het lager nijverheidsonderwijs104.560, a. ambachtsschool 57.600, b. industrie- en huishoudschool - 27.200, c. avond-nijverheidsschool- 3.500, d. avondcursus voorbereiding voor de Midd. Technische School- 760, e. machinistenschool - 3.000, Christelijke industrie- en huishoudschool- 12.500, Samen 104.560, Het voorschot op het subsidie voor deze onderwijs-inrichtingen is geraamd overeen komstig de door de besturen dier scholen ingezonden begrotingen. Krachtens het bepaalde in artikel 25, 3e lid, der Nijverheidsonderwijswet verleent de gemeente van vestiging een subsidie van 30 in de netto-kosten van het lager nijver heidsonderwijs. 90 VIII, 15. 480—484. 1948. UITGAVEN 480 Bijdragen aan gemeenten in de kosten van scholen voor het lager nijverheidsonderwijs 500, Ingevolge artikel 25, 4e lid, der Nijverheidsonderwijswet, moet voor leerlingen, afkomstig uit andere gemeenten dan die, waarin de lagere nijverheidsschool is gevestigd, tenzij aldaar een gelijksoortige inrichting van onderwijs bestaat, door de gemeente van afkomst een bijdrage worden verleend van 20 der netto kosten, welke gemiddeld per leerling aan die inrichting zijn ten koste gelegd. In verband met de uitgaven over de laatste jaren geraamd op 500, 481 Dekking van het tekort, dat de vaktekencursus voor volwassenen oplevert De vaktekencursus voor volwassenen is thans ondergebracht bij de Avondnijverheids school. 482 Subsidie voor scholen voor het middelbaar nijverheidsonderwijs38.900, a. technische school38.000, Krachtens het bepaalde in artikel 25, 3e lid, der Nijverheidsonderwijswet verleent de gemeente van vestiging een subsidie van 25 in de netto-kosten van het middelbaar nijverheidsonderwijs. Het voorschot op het subsidie is geraamd overeenkomstig de door het bestuur der Vereniging voor Middelbaar Technisch- en Ambachtsonderwijs ingezonden begroting. b. Fryske Akademy (Voortgezet Bouwkunst Onderwijs)900, Bij Raadsbesluit van 10 Maart 1948 is ten behoeve van de Cursus voor Voortgezet Bouwkunstonderwijs, uitgaande van de Fryske Akademy te Leeuwarden, afgegeven de bij art. 25, 2e lid der Nijverheidsonderwijswet bedoelde verklaring. Verwacht mag worden, dat deze cursus met ingang van het schooljaar 1948 1949 volgens de bepalingen van de Nijverheidsonderwijswet zal worden gesubsidieerd. Op de begroting voor 1948 moet derhalve worden geraamd: uitgaven25 der nettokosten is rond 500, ontvangsten: bijdrage der buitengemeenten in de hiervoren vermelde kosten, rond 100, (zie volgno. 136 sub b). Nu de cursus, die reeds met ingang van het schooljaar 1947/1948 is aangevangen, in een werkelijke behoefte voorziet en voor 1948/1949 onder de werking van de Nijverheids onderwijswet zal vallen, is het gerechtvaardigd voor het cursusjaar 1947/1948 een over bruggingsbij drage uit de gemeentekas toe te kennen. Het tekort op de exploitatie wordt voor 1947/1948 geraamd op ƒ2.100,Tot dekking van dit tekort worden van de Provincie en van partivulieren bijdragen verwacht tot een bedrag van 1.700,De gemeente zou mitsdien kunnen volstaan met een overbruggings bij drage van maximaal ƒ400, Op deze post kan voor 1948 derhalve in totaal worden geraamd ƒ500,[-ƒ400, ƒ900,-. 483 Bijdragen aan gemeenten in de kosten van scholen voor het middelbaar nijverheidsonderwijs f 600, Voor het middelbaar nijverheidsonderwijs geldt hetzelfde als ten aanzien van het lager nijverheidsonderwijs is opgemerkt, met dien verstande, dat hiervoor 15 van de netto- kosten per leerling is verschuldigd. Voor 1948 wordt ƒ600,geraamd. 484 Bijdragen in de kosten van het onderwijs volgens het leerlingstelsel aan 500, a. gemeenten b. verenigingen- 500, Voor 1948 wordt een bedrag van ƒ500,geraamd. De bijdrage wordt verleend ingevolge artikel 39, 3e lid, der Nijverheidsonderwijswet. 91

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 116