i V
a
1
H j
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948. Bijlage no. 21.
BIJLAGE HO. 21
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend zal zijn, is in de maand Hovember van
het vorige jaar, in navolging van wat in verschillende
andere provincies reeds geschied is, in onze provincie onder
de naam "Stichting Friesland voor Maatschappelijk Werk" een
instituut opgericht, dat zich ten doel stelt op het gebied
van maatschappelijk werk te geraken tot een nauwere samen
werking tussen de overheidsorganen en de particuliere resp.
kerkelijke ins tell ingen ten einde aldus te trachten het
nuttig effect van het werk op dit terrein te verhogen. Het
leidend beginsel van deze stichting is, dat geen der bij
haar werk betrokken instanties in haar onafhankelijkheid
mag worden bedreigd of in haar vrijheid van handelen mag
worden belemmerd. De stichting ziet haar taak dan ook als
een dienende. Zij wenst voor de overheid en de particuliere
organisaties een service-instituut te zijn in al die geval
len, waarin zulks nuttig kan heten en op haar medewerking
prijs gesteld wordt, terwijl zij voorts een gemeenschappe
lijk studiecentrum hoopt te vormen, van waaruit vraagstuk
ken van sociale aard aan een onderzoek kunnen worden onder
worpen en maatregelen voor de toekomst kunnen worden beraamd.
De eerste stap hiertoe werd bereids genomen door het instel
len van een 7-tal werkgroepen.
V/at de opzet en de organisatie van de stichting be-
treft, mogen wij U overigens verwijzen naar de bij de stuk
ken overgelegde statuten, waaruit o.m. blijkt, dat zich
bij de stichting kunnen aansluiten de in de provincie ge
vestigde verenigingen, stichtingen en andere lichamen,
welke in ruimer dan gemeentelijk of plaatselijk belang
werkzaam zijn op hnt terrein van het maatschappelijk werk,
alsmede de Friese gemeenten.
Bij schrijven van 20 December 1947 nu heeft het voor
lopig stichtingsbestuur (het definitief bestuur zal in Mei
1948 door de vergadering van aangeslotenen moeten worden
gekozen) zich tot de gemeentebesturen in Friesland gewend
met het verzoek te mogen vernemen, of de gemeenten zich
bij de stichting wensen aan te sluiten.
Dit verzoek heeft de volle instemming van ons college,
wij menen, dat er, gelet op do zeer grote belangstelling,
welke zowel bij het lijk, de provincie en de gemeenten
als bij de particuliere instellingen voor het werk der
stichting bestaat, alle aanleiding is om mede te werken
aan de verwezenlijking van het ideële doel, dat de provin
ciale stichting beoogt, en zijn er van overtuigd, dat het
werk der stichting mede onze gemeentelijke sociale taak
in belangrijke mate zal kunnen verhelderen en vergemakke
lijken. Daar voorts de samenstelling van het stichtings
bestuur (waarin volgens de statuten behalve vertegenwoordi
gers der aangeslotenen o.m. zitting zullen hebben de Com
missaris der Koningin, twee door Gedeputeerde Staten, twee
door de Afdeling Friesland van de Vereniging van He der land-
se Gemeenten en twee door de Vereniging van leiders van
Openbare Diensten en Instellingen voor Sociale Zorg aan te
wijzen leden, alsmede de Rijksconsulent voor Sociale Bij
stand) voldoende waarborgen geeft, dat de stichting zich
niet zal bewegen op hot terrein van de overheid, en ten
slotte de jaarlijkse contributie (voorgesteld wordt een
ifi
i If
