Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.36.
De ondernemer is verplicht bij de plaats, waar de toe
gangsbewijzen verkrijgbaar worden gesteld, 00 voor het pu
bliek duidelijk zichtbare wijze bekend te maken de indeling
naar rangen en de toegangsprijzen,als bedoeld in artikel 6.
Het is verboden 00 de plaatsen, waar toegangsbewijzen voor
het publiek verkrijgbaar worden gesteld, toegangsbewijzen
voor aan de belasting onderworpen vermakelijkheden voorhanden
te hebben, welke niet vanwege de gemeente verstrekt of ge
stempeld zijn.
Art. 11
De bezoekers van of deelnemers aan een vermakelijkheid,
bedoeld in artikel sub A, B en C, zijn verplicht voor en
tijdens de vermakelijkheid het toegangsbewijs aan de in ar
tikel 12 genoemde ambtenaren op hun vordering ter inzage te
geven.
Art. 12.
De invordering van de belasting geschiedt door of namens
de Gemeente-ontvanger, overeenkomstig de artikelen 291 tot
en met 295 der Gemeentewet, daarin bijgestaan door een of meer
ambtenaren, belast met de inning van de belasting en het toe
zicht op de heffing.
De in het eerste lid van dit artikel bedoelde ambtenaren
worden door Burgemeester en Wethouders aangesteld en ontslagen
en van een instructie voorzien.
Zij hebben -mits voorzien van hun aanstelling en met in
achtneming van het bepaalde in artikel 309 der Gemeentewet- te
allen tijde vrije toegang tot alle gebouwen en andere plaat
sen, waar vermakelijkheden gegeven worden of waar dit redelij
kerwijze door hen vermoed wordt.
Zij zijn bevoegd van de ondernemers en de bezoekers van of
de deelnemers aan vermakelijkheden inzage van deze toegangs
bewijzen te vorderen en voorts om van de persnnen,.genoemd in
artikel 9, inzage te vorderen van de backen en andere beschei
den, welke op de vermakelijkheden betrekking hebben.
Art. 13.
Ondernemers van vermakelijkheden, bedoeld in artikel 4:
a. kunnen op hun aanvraag, welke ten minste tweemaal 24 uur,
voordat daarvan gebruik moet worden gemaakt, ter gemeente
secretarie, afdeling Financiën, behoort te worden inge
diend, kosteloos van de gemeente registers van af te geven
toegangsbewijzen verkrijgen;
b. moeten, indien van de mogelijkheid onder a van dit artikel
geen gebruik wordt gemaakthun toegangsbewijzen ten minste
tweemaal 24 uur vóór de aanvang der vermakelijkheid aan de
gemeentesecretarie, afdeling Financiën, ter stempeling aan
bieden.
Art. 14.
De belasting moet worden voldaan, voor zover zij verschul
digd is voor vermakelijkheden, bedoeld in:
a. artikel 4, sub A, B en C, onmiddellijk bij de ontvangst van
de van gemeentewege verstrekte toegangsbewijzen of van de
gestempelde toegangsbewijzen;
b. artikel 4, sub D en E, en artikel 5, bij vooruitbetaling.
Van elke betaling wordt kwijting gegeven.
Art. 15.
De in artikel 9 genoemde personen zijn verplicht de onge
bruikte toegangsbewijzen binnen 8 dagen na afloop van de verma-
"ke -"
lag der handelingen van de gemeenteraad
I. BIJLAGE HO.36.
Bijlage tot het vers
van Leeuwarden, 1948
kelijkheid, voor welke zij zijn afgegeven of gestempeld,
ter gemeentesecretarie, afdeling Financiën, in te leveren.
Tegen inlevering van de ongebruikte toegangsbewijzen,
mits binnen de in het eerste lid van dit artikel gestelde
termijn, wordt het bedrag der deswege betaalde belasting
tegen kwitantie teruggegeven.
De in artikel 9 genoemde personen zijn verplicht inzage
te verlenen van boeken en andere bescheiden, welke op de
opbrengst der vermakelijkheden betrekking hebben.
Art. 16.
Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300der Ge
meentewet treedt de controleur der gemeentebelastingen in
de plaats van de Gemeenteraad of van de Burgemeester.
Art. 17.
Indien een verschuldigde betaling ten onrechte isachter-
wege gebleven, wordt zij nagevorderd, zolang niet drie jaren
na het tijdstip van het ontstaan der schuld verstreken zijn.
Is een verschuldigde betaling achterwege gebleven als ge
volg van een poging tot ontduiking van belasting door de be
lastingplichtige, dan wordt de na te vorderen belasting met
het viervoud daarvan verhoogd.
Art. 18.
Onverminderd het bepaalde in artikel 306 der Gemeentewet wordt
hetrrot of niet behoorlijk voldoen aan een der verplichtingen,
ingevolge de artikelen 9, 10, eerste, derde en vierde lid,
11 14 en 15, eerste en derde lid, en de overtreding van het
verbod, gesteld in artikel 10, vijfde lid, gestraft met hech
tenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoog
ste f. 300,-.
Art. 19.
Deze verordening treedt in werking op 1 April 1948 of op
de dag, volgende op die van ontvangst van de Koninklijke
goedkeuring, indien doze on'bvan^s't na 1 April 1 948 plssis
heeft. Met ingang van de dag van in werking treden vervalt
de verordening tot heffing van een belasting op vermakelijk
heden, vastgesteld bij Raadsbesluit van 26 Juni 1946 (Gemeen
teblad 1946 no.18), goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7
November 1946 no.12, zoals deze is aangevuld bij Raadsbesluit
van 29 Januari 1947 (Gemeenteblad 1 947 no.9) en moedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 19 April 1947 no.1.