r Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 19**8. BIJLAGE NO.^-1 BIJLAGE NO. 1+1 Aan de Gemeenteraad Van de Directie van de Indische Pensioenfondsen te 's Gravenhage ontvingen wij bericht, dat zij, wegens ge brek aan liquiditeit, niet kan voldoen aan ons tot haar ge richt verzoek, om de met het Weduwen- en Weezenfonds voor Europeesche Burgerlijke Landsdienaren in Nederlandsch-Indië en het Eigen Pensioenfonds voor de Europeesche Burgerlijke Ambtenaren in Nederlandsch-Indië gesloten onderhandse 3*$ geldleningen 1936, oorspronkelijk groot onderscheidenlijk f. 308.700,- en f. 739.800,-, laatste aflossing in 197*S om te zetten in leningen met een lagere rentevergoeding. Wij hebben gemeend deze leningen, waarvan, na de gewone aflossing, nog zal resteren onderscheidenlijk f. 222.950,- en f. 53*+. 300,-, d.i. totaal f. 757.250,-, met ingang van 1 Juni a.s. te moeten opzeggen. Van de Spaarbank te Rotterdam, opgericht in 1818, geves tigd te Rotterdam, ontvingen wij een aanbieding tot het aan gaan van een onderhandse geldlening tot laatstgenoemd bedrag voor de restant looptijd van 26 jaren, tegen een rente van 3% per jaar over het tijdvak van 1 Juni 19^8 tot 1 Juni 1958 en van 3Ü$ per jaar over het tijdvak van 1 Juni 1958 tot en jnt de dag der algehele aflossing, parikoers, met jaarlijkse af lossingen van f. 29.125,-. Versterkte aflossing zal voor 1 Juni 1953 niet mogen plaats hebben. Op of na 1 Juni 1953 is uitsluitend op de aflossingsverschijndagen vervroegde, ge hele of versterkte aflossing toegestaan, mits 3 maanden te voren schriftelijk aan de Spaarbank wordt kennis gegeven. Bij algehele of versterkte aflossing gedurende het tijdvak van 1 Juni 1953 tot en met 31 Mei 1958 zal de gemeente 1^ boete aan de Spaarbank verschuldigd zijn en gedurende de volgende jaren van het boven de gewone aflossing af te lossen bedrag. Gelet op de huidige stand van de geldmarkt, waarbij het niet mogelijk blijkt te zijn voor een tijdsduur van langer dan 20 jaar onderhandse geldleningen te sluiten tegen een rente vergoeding van 3per jaar, komt ons deze aanbieding tegen een rente van 3/3"è$ aannemelijk voor. Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich met een en ander kan verenigen, geven wij U in overweging te besluiten* I. op 1 Juni 19*+o geheel en ineens af te lossen het restant van de geldlening: a. ad f. 222.950,-, oorspronkelijk groot f. 308.700,-, aangegaan met het Weduwen- en Weezenfonds voor Europee sche Burgerlijke Landsdienaren in Nederlandsch Indië en b. ad f. 53^,300,-, oorspronkelijk groot f. 739.800,-, aangegaan met het Eigen Pensioenfonds voor Europeesche Burgerlijke Ambtenaren in Nederlandsch-Indië bij besluit van de Raad der Gemeente Leeuwarden d.d. 9 Maart 1938, no. 56R/3^, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit d.d. t6 Maart 1938, no. 108; II. met ingang van 1 Juni 19^8 een onderhandse geldlening aan te gaan met de Spaarbank te Rotterdam opgericht in 1818, gevestigd te Rotterdam, groot f. 757.250,-, tegen een rente van 3% 's jaars gedurende het tijdvak van 1 Juni 19^+8 tot 1 Juni 1958 en van 3^# 's jaars, gedurende het tijdvak van 1 Juni 1958 tot en met de dag der algehele aflossing, parikoers,en verder onder de voorwaarden, als in de overgelegde concept-overeenkomst zijn vermeld. Leeuwarden, 23 Maart 19^8. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M.VAN DER MEQLEN, Burgemeester. Terzonden 2>+ Maart 1*8. T.BAKKER, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 217