Bijlage "tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden,. 1 948. BIJLAGE HO. 75- BIJLAGE HO.75. Aan de Gemeenteraad. In verband met het feit, dat de totale oppervlakte van de voor uitgifte geschikte industriegronden in de gemeente zó gering is, dat niet slechts de aantrekking van nieuwe in dustrieën belemmerd wordt, doch ook verschillende reed3 ge vestigde bedrijven in hun groei worden bemoeilijkt, hebben wij, zoals wij U reeds in besloten zitting mededeelden, po gingen in het werk gesteld om zo spoedig mogelijk te geraken tot het bouwrijp maken van voor dit doeï geschikte terreinen. Overtuigd, dat de vraag naar bouwrijpe industriegronden in de in het Westen van de gemeente ter weerszijden van de Harlingervaart gelegen industrieterreinen (waar, naar de er varing geleerd heeft, de vestigingsfactoren voor industrieën? ligging, spoorweg-, water- en wegverbindingen, gunstig zijn) groter is dan die naar terreinen in het Oostelijke industrie gebied, hebben wij ons in de eerste plaats afgevraagd, of niet in het bouwrijp maken van de geprojecteerde industrie- gronden ten Hoorden van de Harlingervaart de oplossing moest worden gevonden. Aangezien echter voor dit doeifindustrieha vens zouden moeten worden aangelegd, waarmede zó belangrijke kapitaalsinvesteringen gemoeid zijn, dat deze werken in de huidige tijdsomstandigheden welhaast onuitvoerbaar geach'G moeten worden, hebben wij gemeend voorlopig van deze plannen te moeten afzien. Het nemen1 van dit besluit werd ons gemakkelijk gemaakt door de omstandigheid, dat de inmiddels aangevangen uitvoering van de kanaalwerken in het Zuidwestelijk deel van de gemeente als vanzelf onze aandacht deed vallen op de gronden, omsloten door de soonrbaan naar Stiens, de spoorbaan naar Harlingen en Sneek en de Sneekervaart, alsmede op de terreinen, gelegen ten Wes ten van het Openbaar Slachthuis tussen de Harlingervaart en de spoorbaan naar Stiens. Deze gronden, welke geheel aansluiten bij de ten Tuiden van de Harlingervaart gelegen industrie terreinen, alsmede aan andere grote complexen, welke wat lig ging en gesteldheid betreft, uitermate geschikt zijn om in de verdere toekomst als industrieterrein uitgegeven te worden, le nen zich, ook uit een stede bouwkundig oogpunt, bij uitstek voor de oprichting van industrieën en bedrijven en zijn mede ten ge volge van de ter plaatse in uitvoering zijnde kanaalwerken op een betrekkelijk goedkope wijze voor dit doel geschikt te ma ken. Lag het namelijk aanvankelijk in de bedoeling van de Fana- lendienst, om de door de nieuwe kanaalaanleg overbodig worden de kanaalvakken, zoals een deel van het Zijlster Rak en van de Sneekervaartte dempen, door het achterwege laten van deze dem ping, in het bijzonder van het gedeelte Sneekervaart, zullen deze kanaalgedeelten na verruiming zeer wel tot industriehavens kunnen worden bestemd, waardoor deze terreinen behalve aan spoorlijnen en landwegen mede zullen grenzen aan openbaar vaar water, zonder dat hiervoor kostbare havenaanleg nodig is. In verband nu met het feit, dat het grootste deel van de hier bedoelde gronden (op kaart no. I in blauwe kleur aangege ven) eigendom is van de provincie Friesland, hebben wij, be kend met de omstandigheid, dat de provincie zeer veel prijs stelt op verkrijging van aan de Gemeente toebehorende gronden, gelegen in de nabijheid van de provinciale electrische cen trale en de Greunsweg (op kaart no.I in rode kleur aangegeven), ons tot het provinciaal bestuur gewend met het verzoek ons mede te delen, of genoemd bestuur bereid was om tot ruiling van de gronden over te gaan.De naar aanleiding van dit verzoek tussen (re

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 259