"L. Bijlage tot het verslag der handelingen van de"gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.101. Na de bovenomschreven incorporatie zullen de dan ont staande bedragen met 10% worden vermeerderd, welke verhoging aanstonds in de basis-wedden zal worden opgenomen. Ten slot te zullen de aldus verkregen bedragen nog zodanig kunnen wor den afgerond als uit administratief oogpunt of om redenen van systematiek noodzakelijk dan'wel gewenst geacht wordt. was aanvankelijk gesteld, dat de geïncorporeerde wedden en lonen uitsluitend zouden gelden voor de gehuwden en ongehuw- den-enige kostwinners en dat op de ongehuwden-niet enige kost winners een ongehuwden-aftrek van 5$ zou moeten worden toege past, volgens een nadere mededeling van het Ministerie van Bin nenlandse Laken is gebleken, dat van de eis van invoering van een ongehuwde n-af trek is afgezien. De reeds bestaande garantietoelagen, waarborgende minimum bezoldigingen van f. 1800,- en f. 1400,-, resp. voor gehuw den en ongehuwden-enige kostwinners en 21-jarige ongehuwden- niet enige kostwinners blijven bij deze incorporatie gehand haafd Evenals bij de toekenning van de tweede tijdelijke 10$ toelage het geval was, geldt ook bij de incorporatie de eis, dat de wedden niet mogen stijgen boven die van het overeenkom stige rijkspersoneel. Aangezien echter de Minister aan de ge troffen overgangsregeling ten aanzien van de ambtenaren dezer gemeente zijn goedkeuring heeft verleend, mag worden aangeno men, dat de toetsing aan de rijksnormen heeft uitgewezen, dat ook de incorporatie ten volle kan worden doorgevoerd. Het hierna volgende Chtwerp I strekt om deze incorporatie te bewerkstelligen. Uit het bovenstaande kan Uw Raad blijken, dat het bezoldi- gingspeil van de ambtenaren op jaarloon dat van het overeen komstige rijkspersoneel niet heeft bereikt of overschreden. Bij circulaire van 16 October 1947 nu heeft de Minister van Binnenlandse Zaken in verband met de toetsing van gemeen telijke functies aan die van het Rijk nader medegedeeld, dat het rijkssalarispeil moes!j worden beschouwd als een plafond, waarboven de gemeentelijke wedden niet mogen stijgen. Ofschoon derhalve de door de Minister met betrekking tot de incorpora tie aangegeven normen in het algemeen niet mogen worden over schreden, betoogt de Minister in deze circulaire niettemin, dat de gemeentebesturen binnen de grenzen van hun bevoegdheid tot regeling der bezoldiging van het gemeentepersoneel het recht hebben de vigerende wedden tot aan de toetsingsbedragen op te voeren, ook wanneer de bedragen der uit zodanig besluit resulterende salarisverhogingen over de gehele linie of in een bepaald geval meer dan 10% van de basis-wedden bedragen. Mag de incorporatie van het toelagenstelse1evenals zulks bij het Rijk het geval is geweest, met ingang van 1 Juli 1947 worden ingevoerd, ten aanzien van de opvoering van de gemeentelijke salarisnormen tot het rijksoeil is echter bepaald, dat 1 Octo ber 1947 de datum van inwerkingtreding moet zijn. Nadat ons was gebleken, dat het bezoldigingsniveau voor de ambtenaren dezer gemeente in verschillende opzichten niet over eenstemde met dat van het rijkspersoneel, hebben wij ons gezet tot het opstellen van een nieuwe algemene salarisregeling, zo veel mogelijk aanpassende bij de voor het rijkspersoneel gel dende normen. Na gepleegd overleg met het Ministerie van Bin nenlandse Zaken en het inwinnen van het advies van de .Commissie voor Georganiseerd Overleg, zijn wij ten slotte geraakt tot de samenstelling van een nieuw ontwerp-Jaarwedderegeling, dat zo nauw mogelijk aansluit aan de bestaande rijksregelingen en waar bij met de door de Minister bij onderscheidene (hierbij aan Uw Raad overgelegde) circulaires gegeven richtlijnen rekening is gehouden. "Deze' Billage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJIAGE NO. 101. Deze regeling kan, zoals hiervoor reeds werd gememoreerd, gerekend met ingang van 1 October 1947, worden ingevoerd. De Commissie voor Georganiseerd Overleg heeft, blijkens haar mede hierbij overgelegd advies, zich met de inhoud van dit ontwerp kunnen verenigen. Te Uwer oriëntering voegen wij bij het ontwerp van de nieu we jaarwedderegeling een dienstgewijs samengesteld overzicht van de verschillende functies. Bij de samenstelling van de diverse salarisschalen zijn wij er van uitgegaan, dat niet slechts het belang van de be trokken ambtenaren medebrengt, dat hun werkzaamhedenin deze gemeente niet lager worden bezoldigd dan die van gelijkwaar dige krachten elders, doch dat ook het belang der gemeente vordert, dat door een voldoende bezoldiging goede werkkrach ten kunnen worden aangetrokken of behouden. De verplichte toetsing aan de rijksnormen bracht voorts met zich mede, dat in sommige gevallen de titulatuur van het personeel moest worden gewijzigd. Aangezien, naar ons voorkomt, de bepalingen van de ontwor pen regeling, vervat in het Uw Raad hierbij aangeboden Ont werp II, voldoende duidelijk zijn, hebben wij gemeend een na dere toelichting achterwege te kunnen laten. Wij merken ech ter nog op, dat in de regeling -in afwijking van de bestaande toestand- ook zijn opgenomen de wedden van de directeur en opzichter keurmeester van het Openbaar Slachthuis. Thans zijn deze wedden op grond van de Vleeskeuringswet 'opgenomen in de betrekkelijke instructies, welke in verband hiermede behoren te worden gewijzigd overeenkomstig de hierachter afgedrukte Ontwerpen III en IV. Gelijk hiervoor reeds is vermeld, zullen bij de ontworpen regeling de jaarwedden practisch aansluiten bij de rijksnormen. In verband hiermede dienen wij Uw Raad nog mededeling te doen van een circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 1 April 1948, waarbij mededeling wordt gedaan van verder inge voerde verbeteringen van de financiële positie van het rijks personeel en waaruit blijkt, dat de Regering er mede accoord gaat, dat deze voorzieningen in beginsel (met ingang van 1 Ja nuari 1948) ook voor het gemeentepersoneel toepassing vinden. Deze verbeteringen behelzen het volgende: a. de bijdrage voor eigen pensioen, welke wordt verhaald op degenen, die onder de Pensioenwet vallen, wordt verminderd van 42$ tot 2%; b. de garantie-lonen voor de gehuwden worden verhoogd met 200,- 's jaars; c. de 5 ongehuwde n-af trek komt te vervallen; d. de doorgevoerde incorporatie van de tijdelijke toelage de wedden boven f. 3000,-, welke -in tegenstelling tot die van de wedden van f. 3000,- of minder 's jaars- slechts 5$ der toenmalige wedde heeft bedragen in plaats van 10$, wordt her zien in dier voege, dat met ingang van 1 Januari 1948 alsnog een bedrag, overeenkomende met de destijds geïncorporeerde toe lage ad 5$,aan deze wedden wordt toegevoegd. Ten aanzien van de onder a bedoelde aangelegenheid heeft Uw Raad, aangezien deze een uitvloeisel zal zijn van een in de Pensioenwet aan te brengen wijziging, geen verdere bemoeienis. Met betrekking tot de verhoging van de garantie-lonen van de gehuwden, die hierdoor zullen stijgen van f. 1800,- tot f. 2000,-, gelieve U hiernevens een ontwerp-besluit (Ontwerp V) tot wijziging van de Jaarwedderegeling aan te treffen. Het be hoeft wel geen nader betoog, dat de aanvaarding hiervan, be zien in het licht van de algemene samenhang van de bezoldigin gen van het Overheidspersoneel, gewenst moet worden geacht. "Ten" f in iEr~' ....hes

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 300