Bijlage tot het verslag der handelingen van de 'gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.101. in op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin genoemde leeftijd wordt bereikt. 3. De verhoging van de wedde, welke een gevolg is van het bereiken van de 21-jarige leeftijd, gaat in op de eerste dag van de maand, volgende op die, waar in die leeftijd is bereikt. Vervroegde of extra perio-J' ctieke verho gingen. 1 Benoeming boven aan vangswedde. Ambtstoelage 1 Art. 13. Burgemeester en Wethouders kunnen de ambtenaar, be houdens de grens van de voor de rang vastgestelde maximum wedde, in bijzondere omstandigheden of we gens buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en bui tengewone dienstijver, een periodieke verhoging met ingang van een vroegere datum toekennen, dan waarop deze op de in artikel 5 omschreven wijze zou worden verkregen, dan wel één of meer periodieke verhogin gen buitengewoon toekennen, alsmede hem in deze ge vallen bovendien nog een extra diensttijd toekennen voor de toekenning van verdere periodieke verhogin gen. Om dezelfde redenen kan voor een ambtenaar van 18 jaar of ouder worden afgeweken van het bepaalde bij het tweede lid van artikel 2. 2. De aldus toegekende verhogingen worden voor het toe kennen van verdere periodieke verhogingen beschouwd als te zijn verkregen door regelmatige periodieke verhoging na de daarvoor gevorderde diensttijd. Arti kel 12 vindt overeenkomstige toepassing. 3. Als gewone periodieke verhogingen zijn ook te be schouwen de verhogingen, welke de wedde ondergaat in gevolge artikel 2, tweede lid. Art. 14- Bij benoeming tot enig ambt kan de wedde, met inacht neming van de bedragen, in de desbetreffende schaal van bezoldiging vermeld, voor hem, die de 21-jarige leeftijd heeft bereikt, worden bepaald op een bedrag, hoger dan de aanvangswedde van de rang, waarin de be noeming geschiedt en voor hem, die de 21-jarige leef tijd nog niet heeft bereikt, worden bepaald op een bedrag, hoger dan dat, waarop hij overeenkomstig zijn leeftijd aanspraak heeft, zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 2, tweede lid. Voorts kan, ten be hoeve van het toekennen der verdere periodieke ver hogingen, een extra diensttijd worden toegekend bij benoeming, hetzij op, hetzij boven de aanvangswedde. De bij de benoeming toegekende wedde wordt voor het verlenen van verdere periodieke verhoging beschouwd als te zijn verkregen door regelmatige periodieke ver hoging na de daarvoor gevorderde diensttijd. Bij de toepassing van het bepaalde in dit lid vindt artikel 12 overeenkomstige toepassing. 2. Indien de benoeming tevens een bevordering in rang is, wordt ten minste de wedde toegekend, die onmiddellijk gelegen is boven het bedrag, dat de desbetreffende ambtenaar op de datum van de bevordering in de lagere rang volgens de desbetreffende schaal van bezoldiging aan wedde zou zijn toegekomen. Art. 15. 1Burgemeester en Wethouders kunnen aan ambtenaren, aan wie zodanige eisen worden gesteld, dat hun positie en taak een bijzonder karakter dragen, hetwelk hen onder scheidt" Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 948. BIJLAGE NO.101. scheidt van de overige in dezelfde rang werkzame personen, een toelage toekennen. 2. Deze toelage wordt bepaald op ten hoogste honderd van de genoten wedde. 20 ten 2. B)iplomatoelage1 Jaarwedden^ schalen. Art. 16. De mannelijke ambtenaren, die gehuwd of gehuwd ge weest zijn en de 23-jarige leeftijd hebben bereikt, genieten een huwelijkstoelage van f. 264,- per jaar, voor zover niet aldus het gezamenlijke be drag aan wedde en huwelijkstoelage zou stijgen bo ven het maximum van de desbetreffende schaal van bezoldiging, met dien verstande, dat het gezamen lijke bedrag aan wedde en toelagen, met uitzonde ring van de kindertoelage, ten gevolge van de toe kenning der huwelijkstoelage nimmer meer mag bedra gen dan f. 2640,- oer jaar. Het bepaalde in de vori ge volzin is mede van toepassing op de 23-jarige leeftijd bereikt hebbende vrouwelijke ambtenaren, die gehuwd zijn geweest, zolang zij niet zijn her trouwd, zulks met dien verstande, dat bij eventuele hertrouw de volgens dit artikel reeds verkregen toe lage blijft toegekend, met inachtneming van het be paalde in die volzin. Voor de ambtenaren, die na het in werking treden van deze verordening in de termen vallen om de huwe lijkstoelage te genieten, gaat deze in op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de 23-ja- rige leeftijd wordt bereikt en overigens op de eer ste dag van de maand, volgende op die, waarin het huwelijk wordt gesloten en voor zoveel de vrouwelij ke ambtenaren betreft, op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin het huwelijk is ontbonden. 3. Voor de betrekkingen, die bezoldigd worden met een evenredig gedeelte van de wedden van een andere be trekking, wordt de in het eerste lid bedoelde toelage tot een in dezelfde evenredigheid bepaald gedeelte toe gekend 4. Onverminderd het bepaalde in hot vorige lid, komen voor de toepassing van dit artikel niet in aanmerking de betrekkingen, welke als een nevenbetrekking zijn te beschouwen, tenzij de ambtenaar meer dan één van dergelijke betrekkingen bekleedt en hij daarin voort durend een volledige dagtaak vindt, in welk geval aansoraak on de huwelijkstoelage bestaat, indien en voor zover de aan die betrekkingen verbonden gezamen lijke wedden en toelagen, met uitzondering van de kindertoelage, minder bedragen dan f. 2640,- per jaar. Art. 17. In die gevallen, waarin het bezit van akten of di ploma's voer de gemeente van bijzondere waarde moet worden geacht in verband met de functie, waarin een ambtenaar werkzaam is, wordt aan de ambtenaar voor het bezit daarvan een jaarlijkse toelage toegekend volgens door B.en W. vast te stellen regelen. .Het totaal der in lid 1 bedoelde toelagen zal, bij het bezit van meerdere akten of diploma's, het be drag van f. 200,- niet te boven mogen gaan. Art. 18. De bezoldiging van de in dit artikel genoemde amb tenaren wordt bepaald np de bedragen in guldens, welke in de in dit artikel vermelde jaarweddeschalen voor ieder ambt zijn aangegeven. haal"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 305