Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.101. dat deze toelage, behoudens het bepaalde in de artikelen 4 en 5> "ten minste f. 150,- en ten hoogste f. 205,- per kind per jaar bedraagt; dat, ingeval beide ouders een betrekking in dienst der ge meente bekleden, uitsluitend wordt rekening gehouden met de bezoldiging van de hoogstbezoldigde ouder; dat, indien de andere ouder anders dan op grond van deze verordening kindertoelage geniet, de in deze verordening be doelde toelage slechts wordt uitgekeerd, indien en voor zo ver deze toeiage hoger is dan hetgeen de andere ouder uit dezen hoofde ontvangt. Artikel 4- De in artikel 3 onder a bedoelde minimum toelage bedraagt voor ambtenaren, wier bezoldiging in maand- of weekloon is uitgedrukt, f. 12,50 per maand, respectievelijk f. 2,90 per week. Artikel 5- Het bepaalde in de artikelen 3, onder a, en 4 geldt niet voor betrekkingen, die als nevenbetrekking zijn te beschou wen, tenzij de ambtenaar meer dan één van dergelijke betrek kingen bekleedt en hij daarin voortdurend een volledige dag taak vindt en met dien verstande, dat ingevolge het bepaalde in dit artikel door betrokkenen nooit minder kindertoelage wordt genoten dan indien op hen de Kinderbijslagwet van toe passing zou zijn. Artikel 6. Voor zover deze verordening van toepassing is op ambtena ren in de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt de ze verordening geacht deel uit te maken van de in artikel 16 van dat reglement bedoelde verordening tot regeling van de be zoldiging dier ambtenaren. Artikel 7. Bij het in werking treden van deze verordening vervallen (behoudens het bepaalde in artikel 9) de Kinderbijslagverorde ning (Gemeenteblad 1941 no.2), zoals deze nader is gewijzigd, en de artikelen 8 en 9 van de Voorlopige Maatregelen ter ver betering van de financiële positie van het gemeentepersoneel (Gemeenteblad 1946 no.6 en 1947 no.6). Artikel 8. Deze verordening treedt in werking op 1 October 1946, met dien verstande, dat de toelage voor kinderen van achttien, ne gentien of twintig jaar zal worden genoten vanaf 1 Januari 1947» Overgangsbepaling. Artikel 9. Voor zover aan bestaande bepalingen ter zake van de kinder toelage aanspraak op een hogere toelage wordt ontleend dan aan deze verordening, blijven de bepalingen ten aanzien van de op het in artikel 8 genoemde tijdstip in dienst zijnde ambtenaren van kracht. Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.101. ONTWERP VIII. VERORDENING tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenre glement (Gemeenteblad 1939 no.27, 1940 no.5, 1941 nos. 12 en 19) Artikel I. Artikel 26, lid 1, wordt gelezen als volgt: De duur van het vacantieverlof bedraagt bij een jaarwed de van de ambtenaar van minder dan f. 3000,- 12 dienstdagen; van f.3000,- tot f. 3700,- 15 dienstdagen; van f.3700,- tot f. 5700,- 18 dienstdagen; van f.5700,- en meer 24 dienstdagen. Ingevoegd wordt een nieuw lid 2, luidende: Van ambtenaren met een diensttijd in overheidsdienst van 30 jaar of langer wordt het hun volgens het eerste lid toe komende vacantieverlof van 12, 15 of 18 dienstdagen ver meerderd met 2 dienstdagen. Deze vermeerdering wordt voor het eerst genoten in het jaar, waarin de diensttijd van 30 jaar wordt bereikt. In lid 4 vervallen de woorden: "en een eventuele ongehuw- den-aftrek" De leden 2, 3, 4 en 5 worden genummerd 3, 4, 5 en 6.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 313