Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.129. BIJLAGE NO.129. Aan de Gemeenteraad. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft bij schrij ven van 4 Augustus 1948, no«3564l/G, Afdeling Ambtenarenzaken, Bureau III, onze aandacht gevestigd op het besluit van de Prin ses-Regentes d.d. 3 Augustus 1948 (Staatsblad no.I 352) tot toekenning van een gratificatie aan een deel van het burger lijk Rijkspersoneel en daarbij tevens verzocht de analoge toe passing van dit besluit te bevorderen voor het personeel dezer gemeente, voor zover de bezoldiging daarvan van gemeentewege wordt geregeld en vastgesteld (niet derhalve voor het politie-, het onderwijzend en het distributiepersoneel Het genoemde, te Uwer inzage bij de stukken gevoegde, be sluit is van toepassing op de personen, die van 1 Januari 1948 tot 1 Juli 1948 ononderbroken in Overheidsdienst werkzaam wa ren en op 1 Juli 1948 in dienst van het Rijk aangesteld waren als ambtenaar in vaste of tijdelijke dienst, dan wel werkzaam waren als werknemer op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht op een beloning overeenkomstig de loonregeling, geldende voor soortgelijk personeel in ambtelijke dienst, dan wel op een bedrag, liggende tussen het minimum en het maximum van een ambtelijke loonschaal. De gratificatie bedraagt 2% van de bezoldiging, berekend over het gehele jaar, met een maximum van f. 50,- en wordt uit gekeerd aan die ambtenaren, wier beloning op 1 Juli 1948 een bedrag van f. 4380,- niet overschreed. Yoor de toekenning van de gratificatie komen niet in aan merking zij, wier functies als een nevenbetrekking moeten wor den beschouwd, tenzij tevens een hoofdbetrekking of meer dan een nevenbetrekking in dienst van de Overheid wordt bekleed, in de vervulling waarvan de betrokkene bij voortduring een vol ledige dagtaak vindt, mits de gezamenlijke bezoldiging niet ho ger ligt dan het bovengenoemde bedrag van f. 4380,-. Voorts komen niet voor toekenning in aanmerking gehuwde vrouwelijke ambtenaren, wier echtgenoten een hoofdbetrekking of meerdere nevenbetrekkingen in dienst van de Overheid bekleden, tenzij de gezamenlijke bezoldiging van de gehuwde ambtenares en haar echtgenoot niet hoger ligt dan f. 4380,-, in welk geval haar ten hoogste wordt uitgekeerd het bedrag, waarmede het maxi mum van f. 50,- de aan haar echtgenoot toekomende gratificatie overschrijdt. Het ontmoet bij de Minister geen bezwaar het limietbedrag ad f. 4380,- te stellen op f. 4500,- voor het geval reeds maatrege len zijn getroffen de zogenaamde tweede 5% toelagen in de jaar wedden op te nemen. Aangezien zulks bij de vaststelling van de nieuwe jaarwedderegeling in deze gemeente bereids is geschied, kan voor de toekenning der gratificatie het bedoelde limietbé- drag zonder bezwaar worden gesteld op f. 4500,-. Naar aanleiding van het bovenstaande stellen wij Uw Raad voor ten aanzien van het gemeentepersoneel te besluiten tot toeken ning van een gratificatie over 1948 als bovenbedoeld overeen komstig het hierna volsende ontwerp-besluit Leeuwarden, 26 Augustus 1948. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. VAN DER MBULEN, Burgemeester. T.BAKKER, Secretaris. Verzonden 2f3 Augustus 1948. "ONTWERP*?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 351