li; '1 li II l il lil v '{Hm y fe; n mi I 11të HlJMV jj Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.171. BIJLAGE NO.171. Aan de Gemeenteraad. Op 2 Juli 1947 werd door Uw Raad besloten tot de bouw van twee kleinkamerovens bij de Gasfabriek te Huizum, waarvan de kosten werden geraamd op f. 210.000,-. Dit besluit heeft echter de goedkeuring van de hogere instanties niet kunnen weg dragen. Bij brief van 2 Januari j.l. n.l. deelden de Gedepu teerde Staten van Friesland mede, dat blijkens een van de Mi nister van Economische Zaken ontvangen bericht met een nieuwe oven zou kunnen worden volstaan, zodat wij ons slechts gemach tigd konden achten tot de bouw van slechts één oven. Hoewel wij ons met deze conclusie niet konden verenigen, hebben wij, ten einde een vertraging in de uitbreiding der gasproductie en de in verband met de toestand van de bestaande ovens gevreesde bedrijfsmoeilijkheden te ontgaan, aan Uw College voorgesteld om het besluit van 2 Juli 1947 in te trekken en voorlonig te besluiten tot de bouw van één oven, waarvan de kosten werden geraamd op f. 126.000,-. Dienovereenkomstig werd door Uw Raad besloten in zijn vergadering van 28 Januari j.l. De bestelling van deze oven werd vervolgens geolaatst bij de Meterfabriek Dordrecht. Daar echter, zoals boven gezegd, deze oolossing onbevredi gend moest worden geacht (men zie hiervoor mede de toelichting in ons voorstel van 21 Juni 1947, bijlage no.76), werden in tussen door de dienstleiding van het gasbedrijf nieuwe maatre gelen overwogen. Daartoe heeft de Directeur der Lichtbedri. jven na de aanvaarding van zijn functie hier ter stede, het gehele gasbedrijf in beschouwing genomen en naast het overwegen van nieuwe maatregelen ter waarborging voor de naaste toekomst van de bedrijfszekerheid mede onderzocht of een wijziging in het bestaande ovenbouwplan nog zou kunnen leiden tot een meer doel matige en efficiënte exnloitatie en daarmede tot een lagere kostprijs van het gasproduct. Dit onderzoek, waarbij door de genoemde directeur overleg werd gepleegd met de technici van de Meterfabriek Dordrecht, heeft ten slotte geleid tot de conclu sie, dat het wel zeer sterke aanbeveling verdient om: 1e. de nieuwe, reeds bestelde en in 1949 "te leveren kamer oven niet in Huizum, doch op het emplacement-Hoeksterend te bouwen, en 2e. deze oven door wijziging en aanpassing aan de beschik bare ruimte een grotere capaciteit te geven. Wat de sub 1e bedoelde conclusie betreft, moge worden opge merkt, dat na de hierbedoelde bouw het fabrieksbedrijf te Huizum geheel stilgelegd zou kunnen worden. Er zou daar alleen een gashouderstation overblijven, dat door de koppelleiding vanuit de fabriek-Hoeksterend het gas zou ontvangen. Voor de bedie ning van dit station kan met één man worden volstaan, zodat het overige (13 man sterke) personeel vrij zou komen. De in Huizum aanwezige kolenbreker, Jacobsladderkolenbunker en kamerlaad- en uitstootmachine zouden naar het Hoeksterend kunnen worden overgebracht, terwijl de overige inventaris zou kunnen worden verkocht en aan de gebouwen en het grootste gedeelte van het fabrieksterrein een andere bestemming zou kunnen worden gegeven. Bij de bouw van de nieuwe kameroven op het emplacement-Hoek sterend zou deze moeten komen te staan op de plaats van en op de fundering van vier der handretort ovensIn aansluiting aan deze bouw zouden dan de overige zes handretort-ovens moeten^ worden gewijzigd voor machinebedrijf (doorstootretorten)Eén wand van het stokerijgebouw zou voor dit doel moeten worden ge- "wij-"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 394