Bijlage tot het vprslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1943. BIJLAGE N0.191. BIJLkGE NO. 1 91 Aan de Gemeenteraad. Bij de Wet van 24 Juli 1948 (Staatsblad no. I 335) is het Legesbesluit Bevolkingsregisters (Staatscourant 9 fe bruari 1943, no.27) vervallen verklaard en heeft aanvulling en wijziging plaats gehad van de Wet van 17 April 1887 (Staats blad no.67) tot vaststelling van bepalingen betreffende het houden van bevolkingsregisters. In voornoemd Legesbesluit, vastgesteld bij besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken van 6 Februari 1943, werden voorschriften gegeven betreffende het geven van inlichtingen uit de bevolkintes- en verblijfregis- ters en de heffing var rechten ter zake. Deze voorschriften bleven ook na de bevrijding van kracht. Door het vaststellen van dit Legesbesluit kwam onder meer met betrekking tot het heffen van leges voor het verstrekken van inlichtingen uit de bevolkings- en verblijfregisters een uniforme regeling tot stand. Aan de gemeentebesturen werd de bevoegdheid ontnomen zelfstandig tarieven vast te stellen. Een voor het gehele land geldend uniform tarief is aantrek kelijk, in het bijzonder voor hen, die regelmatig inlichtingen nodig hebben uit verschillende gemeenten; een nadeel is echter, dat met de bijzondere plaatselijke omstandigheden geen rekening wordt gehouden. Bij de Wet van 24 Juli 1948 is dan ook de leges heffing, behoudens het hoogst noodzakelijke, uit de centralis tische sfeer naar de autonome sfeer der gemeente teruggebracht. Tot uiterlijk 1 Januari 1949 kan de heffing van leges voor inlichtingen uit de bevolkings- en verblijfregisters plaats vinden krachtens het vervallen verklaarde Legesbesluit. Wil de gemeente na genoemde datum voor deze inlichtingen leges kunnen heffen, dan behoort deze heffing bij belastingverordening te worden geregeld. Volgens de Wet van 24 Juli 1948 zal het verstrekken van in lichtingen aan openbare lichamen kosteloos dienen plaats te hebben. Het verstrekken van inlichtingen,gevraagd door of van wege kerkgenootschappen en rechtspersonen, welke, hoewel geen kerkgenootschap zijnde, geacht kunnen worden daarmede gelijk te staan, alsmede het verstrekken van inlichtingen, bestemd voor een wetenschappelijk of philantropisch doel, kan eveneens kosteloos geschieden. Aangezien de ervaring heeft geleerd, dat van het kosteloos verkrijgen van inlichtingen veelal een overmatig gebruik wordt gemaakt, is de gemeente krachtens het bepaalde in het derde lid van artikel 2 van laatstgenoemde wet bevoegd, zich ten aan zien van inlichtingen aan kerkgenootschappen, aan bedrijven van openbare lichamen en voor een wetenschappelijk of philantropisch doel door het heffen van een bescheiden tarief tegen het over matig vragen van inlichtingen te beschermen. Dit tarief is in de wet genoemd en bedraagt per inlichting ten hoogste vijf cent, terwijl voor een abonnement met een geldigheidsduur van één jaar voor 100, 500, 1000 of 10.000 inlichtingen per inlichting afne mende bedragen in rekening dienen te worden gebracht. Wij zijn van mening, dat dit tarief in de bestaande Legesver ordening onzer gemeente dient te worden opgenomen, waarbij het abonnementstarief ware te bepalen op de thans overeenkomstig het Legesbesluit voor openbare of semi-openbare diensten, in stellingen of bedrijven van kracht zijnde heffing. Voor de gevallen, waarin aan de opsporing van de gevraagde inlichtingen meer dan normale tijd moet worden besteed, wordt in een nieuw op te nemen artikel 2A een bijzonder tarief inge voerd, terwijl dit artikel tevens enige algemene bepalingen in houdt, in hoofdzaak ontleend aan het thans vervallen verklaarde Legesbesluit. "Naast"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 417