Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.206. ventvergunning van Burgemeester er Wethouders. Dit geldt dus -om enkele van de meest gangbare artikelen te noemen- voor vis, vruchten, bloemen, ijs, petroleum, galanterieën, textiel, speelgoed, oude meubelen, enz. Artikel 2 verbiedt o.ra. het zonder vergunning venten op of aan de openbare weg. Dit impliceert, dat op particuliere terreinen en erven, langs de weg gelegen, niet zonder vergun ning van Burgemeester en Wethouders waren aan voorbijgangers mogen worden verkocht. De openbare orde eist, dat ook ten aanzien van deze terreinen en erven het gemeentebestuur rege lend kan optreden, al ware het slechts om door het stellen van voorwaarden te waken tegen verkeersopstoppingen en ver ontreiniging van de omgeving. Niet behoeven een ventvergunning de verkopers op de door het wettig gezag ingestelde markten en de pachters van gemeente lijke standplaatsen (artikel 2, lid 3, sub b en c). .Langs andere wegen kan door Burgemeester en~Wethouders op deze personen in voldoende mate controle worden uitgeoefend, zodat het ens niet nodig voorkomt om van deze verkopers nog eens te eisen, dat ze zich in het bezit stellen van een ventver gunning. Door deze oplossing wordt ten slotte nog een onnodi ge administratieve omslag voorkomen. Ten aanzien van de overige artikelen van het ontwerp kan, naar het ons voorkomt, worden volstaan met de volgende toe lichtingen. Artikel .3.Wanneer Burgemeester en Wethouders bij de uitvoe- ring van de verordening behoefte zouden ^evoelen aan buiten- ambtelijke voorlichting, zullen zij hiervoor een commissie kunnen instellen.. Mocht het college daartoe overgaan, dan komt het ons wenselijk voor daarin in elk geval één vertegenwoor diger te benoemen van de Centrale Vereniging voor de Markt-, Straat- en Rivierhandelde organisatie, welke uit hoofde van haar doel en taak zeer veel belang heeft bij een juiste en redelijke uitvoering der nieuwe regelen. Artikel 4« Ten einde een behoorlijkecontrole op de naleving van de verordening mogelijk te maken, dienen de ventvergunnin gen een streng persoonlijk karakter te dragen, terwijl het om dezelfde reden aanbeveling verdient om de geldigheidsduur van de vergunning niet te lang te stellen. Er kunnen zich echter bepaalde gevallen voordoen, waarin het wenselijk is om de vergunninghouder de bevoegdheid te geven zich te doen substitueren door ee,n ander. De mogelijkheid om in deze bijzondgre gevallen de door de practijk gewenste oplossing te volgen nu is neergelegd in het tweede lid van artikel 4. Dp grond van het vorenstaande mogen wij Uw Raad in overwe ging geven thans over te gaan tot vaststelling van de hierna afgedrukte ontwerp-verordening. Leeuwarden, 28 December 1948. De Voorzitter der Commissie voor de Strafverordeningen, A .A.M. VAN DER MEtJLEN. Verzonden 30 December 1948. ONTWERP'.' Bijla ge tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1948. BIJLAGE NO.206. ONTWERPVERORDENING op het venten in de Gemeente Leeuwarden. Artikel 1 In deze verordening worden onder openbare wegen verstaan alle voor ieder toegankelijke voet- en rijstraten, trottoirs, stoepen, kaden, wallen, stegen, gangen, sloppen, bruggen, pijpen, pleinen, wegen, lanen, paden, bermen, plantsoenen, op&n plaatsen, welke in dc regel voor de openbar^- dienst be stemd zijn of voor het openbaar verkeer openstaan, alsmede alle -openbare waterwegen. Art.2. 1Onverminderd het bepaalde in of krachtens de Winkelslui tingswet 1930, Staatsblad ro.460, is het zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders verboden.op of aan de openbare wegen, aan of in gebouwen of op de open aanhorig- heden daarvan te venten met voorwerpen of stoffen, van welke aard ook. 2. Met het in het eerste 'lid van dit artikel bedoelde venten wordt in deze verordening gelijkgesteld het opkopen.van voor werpen of stoffen, van welke aard ook. 3. Onder het venten, bedoeld in het eerste lid van dit arti kel, wordt in deze verordering niet verstaan: a. het'ter uitoefening van een gevestigd winkelbedrijf dan wel ter uitoefening van het beroep van broodverkoper of verkoper van zuivelproducten bedienen van.gerege1de klanten; b. het kopen en/of verkopen van voorwerpen of stoffen op door het wettig gezag ingestelde markten; c. het'kopen en/of verkopen van voorwerpen of stoffen op door Burgemeester en Wethouders verpachte standplaatsen; d. het verkopen of sratis verspreiden van gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen. Art.3* 1. Burgemeester en Wethouders kunnen zich omtrent het al dan niet verlenen van een ventvergunning doen voorlichten door een door hen in te stellen commissie. 2. Het aantal-leden van de in lid 1 van dit artikel bedoelde commissie, alsmede de zittingsduur dezer leden worden door Bur gemeester en Wethouders bepaald. 3. Indien Burgemeester en Wethouders overgaan tot de instel ling van een commissie, zal daarin ten minste één vertegenwoor diger van de Centrale Vereniging voor de Markt-, Straat- en Ri vierhandel worden benoemd. Art.4. 1( De ventvergunning wordt gesteld ten name van de. aanvrager. 2. In bijzondere gevallen, uitsluitend te hunner beoordeling, kunnen Burgemeester en Wethouders bepalen, dat de vergunning houder bevoegd zal zijn in zijn naam en onder zijn verantwoor delijkheid een andere persoon met- het venten te belasten. 3. Behoudens het geval, dat Burgemeester en Wethouders in de vergunning een kortere geldigheidsduur hebben bepaald, is de ventvergunning geldig tot de eerste Januari van het jaar, volgend op dat, waarin de vergunning verlenend is. Art.5- 1 Aan de ventvergunning worden in elk geval de volgende' voor waarden verbonden: a. het is verboden te venten op bruggen, op hoeken van straten, voor inritten, -alsmede binnen een afstand van 25 moter van autobushalten; »b."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 444