VIII, 13. 123—127. 1948. INKOMSTEN 123 Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gemeentelijke hogere burgerscholen als bedoeld in art. 36 quater, sub i, der Middelbaar-onderwijswet 13.390, Ingevolge artikel 36quater der Middelbaar-onderwijswet, zoals deze nader is gewijzigd, kunnen bijdragen van andere gemeenten worden gevorderd voor leerlingen, uit die ge meenten afkomstig, die de eerste drie klassen der Gem. H.B.S.-A en de Middelbare school en H.B.S. voor meisjes alhier bezoeken. Deze bijdrage bedraagt per leerling de helft van het verschil tussen het jaarlijkse schoolgeld, voor die leerling verschuldigd, en een door het Rijk telkens voor 5 jaar vast te stellen bedrag. Dit bedrag is voor de jaren 1947 tot en met 1951 vastgesteld op ƒ380, De opbrengst van het schoolgeld voor de Gem. H.B.S.-A is voor 1948 geraamd op f 12.000,Op 16 September 1947 was het totale aantal leerlingen van deze inrichting van onderwijs 203 en het aantal buitenleerlingen van de eerste drie klassen 33, zodat het door de buitenleerlingen van deze klassen te betalen gemiddeld schoolgeld moet worden geraamd op 33/203 X 12.000,1.950,74. De bijdragen van buitengemeenten zullen dus naar schatting voor deze school opbrengen: (33 X 380,ƒ1.950,74) :2 is rond 5.295, De opbrengst van het schoolgeld voor de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes is voor 1948 geraamd op ƒ32.000,Op 16 September 1947 was het totale aantal leer lingen van deze inrichting van onderwijs 260 en het aantal buitenleerlingen 63, zodat het door de buitenleerlingen te betalen gemiddelde schoolgeld moet worden geraamd op 63/260 X 32.000,7.753,85. De bijdragen van de buitengemeenten zullen dus naar schatting moeten opbrengen (63 X 380,7.753,85) :2 is rond ƒ8.095, In totaal zal derhalve op deze post moeten worden verantwoord 5.295,h 8.095, is ƒ13.390,—. 125 Bijdrage van het Rijk en corporaties in de kosten van de middelbare avondhandelsschool 2.397,50 Door het Rijk wordt een bijdrage verleend ten bedrage van 50 °/o der netto kosten. De netto-kosten worden geraamd op ƒ4.595,zodat over 1948 aanspraak kan worden gemaakt op 2.297,50. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt een subsidie verleend van ƒ100,per jaar. In totaal dus ƒ2.397,50. 126 Bijdragen van gemeenten en anderen in de kosten van gemeentelijke hogere burgerscholen 3.750, Ingevolge de getroffen gemeenschappelijke regeling kunnen van andere gemeenten en van particulieren bijdragen worden gevorderd voor het bezoeken van leerlingen uit die gemeenten van de beide hoogste klassen der H.B.S.-A en de middelbare avondhandels school. Voor het bezoeken van de andere inrichtingen van middelbaar onderwijs door leerlingen uit andere gemeenten worden bijdragen krachtens de wet gevorderd, welke verantwoord worden onder volgno. 123. Geraamd wordt, dat in 1948 zal worden ontvangen voor: de beide hoogste klassen der H.B.S.-A3.600, de Middelbare Avondhandelsschool - 150, Tezamen3.750, 127 Ontvangst wegens over een vorige dienst te weinig genoten subsidie van het Rijk voor het middelbaar onderwijsmemorie Het valt thans niet te zeggen of op deze post iets zal worden ontvangen. 28 1948. VIII, 13, 14. 128—132. INKOMSTEN 128 Ontvangsten inzake verkochte programma1s en lesroosters van de gemeentelijke H.B.S. A. en de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes100, Deze post wordt geraamd op 100, 129 Bijdrage van de volgende dienst in de kosten van werken 507, Zie bijlage no. III. 14. Hoger onderwijs. 130 Schoolgelden30.000,- Zie volgno. 75. 131 Subsidie van het Rijk in de kosten der gymnasia12.375,- Bij art. 8 bis der Hoger-onderwijswet is bepaald, dat het subsidie wordt vast gesteld op een bedrag per klasse, bij algemene maatregel van bestuur te regelen. Dit subsidie is bepaald op 1.125,per klasse. Uit dien hoofde wordt ge rekend op een vast subsidie van 12.375,Bij artikel 2 van het Koninklijk besluit van 8 Februari 1934 (Staatsblad no. 47) is bovendien bepaald, dat, indien het sub sidie berekend wordt naar ƒ1.125,- per klasse, en dit, vermeerderd met het bedrag, dat ingevolge artikel 8quater, le lid, der Hoger-onderwijswet van andere gemeenten wordt ontvangen, blijft beneden 90 van het bedrag, dat aan subsidie van het Rijk ten behoeve van het gymnasium over 1921 is ontvangen, het Rijkssubsidie zodanig wordt aangevuld, dat het totale bedrag van het subsidie gelijk wordt aan 90 van het Rijkssubsidie over 1921, met dien verstande, dat het totale bedrag der subsidiën evenredig wordt verminderd, indien de kosten van het gymnasium afnemen. De kosten van het gymnasium bedroegen over 1921 ƒ46.519,78, terwijl over 1921 aan Rijkssubsidie is genoten 23.259,89, waarvan 90% is 20.933,90. De voor subsidie in aanmerking komende uitgaven van het Gymnasium zullen over 1947 naar schatting 61.657,20 bedragen, zodat in totaal een bedrag van ƒ20.933,90 aan Rijksubsidie kan worden genoten. De bijdragen van buitengemeenten, vermeerderd met het Rijkssubsidie, zullen over 1947 naar schatting ƒ11.086,b 12.375,— ƒ23.461,— belopen, zodat over 1947 geen aanspraak meer op een aanvullend Rijkssubsidie kan worden gemaakt. Deze post dient dus te worden gesteld op 12.375, 132 Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia als bedoeld in art. 8 quatersub i, der Hoger-onderwijswet9.770, Ingevolge art. 8quater, le lid, H.O.-wet, zoals deze is gewijzigd bij de wet van 22 Februari 1936 (Staatsblad no. 100), kunnen bijdragen van andere gemeenten worden gevorderd voor leerlingen uit die gemeenten afkomstig, die het gymnasium alhier bezoeken. Deze bijdrage bedraagt per leerling de helft van het verschil tussen het jaarlijkse schoolgeld voor die leerling verschuldigd, en een door het Rijk telkens voor 5 jaar vast te stellen bedrag. Dit bedrag is voor de jaren 1947 tot en met 1951 vastgesteld op 540, De opbrengst van het schoolgeld voor het gymnasium is voor 1948 geraamd op 30.000,—. Het totaal aantal leerlingen was bij de aanvang van de cursus 1947/'48 191 en het aantal buitenleerlingen 51, zodat het door de buitenleerlingen te betalen schoolgeld moet worden geraamd op 51 191 x 30.000,ƒ8.010,47. De bijdragen van buitengemeenten zullen dus naar schatting opbrengen (51 X ƒ540,ƒ8.010,47) 2 is rond ƒ9.770, 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 85