XII, 2. I69B169D. 1948. INKOMSTEN 169B Uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 2, onder c, van de wet van iJuli 1929, S 388, zoals deze sedert is gewijzigd belastinguitkering127.500, De hier bedoelde uitkering (belasting-uitkering) kan worden geraamd naar de volgende gegevens Volgens raming van de belastinginspectie bedraagt de opbrengst wegens 190 opcenten op de grondbelasting voor de gebouwde eigendommen 396.000, Alsvoren wegens 110 opcenten op de ongebouwde eigendommen- 33.000, Alsvoren wegens 150 opcenten op de personele belasting, t.w. 5/i2 van de geraamde opbrengst 1947/'48142.000, 7/12 van de geraamde opbrengst 1948/'49- 157.500, 299.500,— Tezamen 728.500, d.i. per inwoner 9,43. Aangenomen mag worden dat dit bedrag voor 75.000 inwoners zal worden aangevuld tot 11,en voor 2129 inwoners tot 14,per inwoner. Geraamd wordt hier derhalve: 75.000 X (ƒ11,ƒ9,43) 117.750,— 2.129 X (ƒ14,ƒ9,43) - 9.729,53 afgerond127.500, 169C Uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel VII van de wet van garantie-uitkering Wegens garantie-uitkering mag worden geraamd het verschil tussen het voorheen ter zake van de formule uitkering en de uitkering per inwoner uit het gemeentefonds ontvangen bedrag en het totaal van de nieuwe algemene uitkering en de belasting-uitkering. Over 1947 is terzake van genoemde uitkeringen ontvangen ƒ529.514,wegens formule uitkering, 205.652,52 wegens uitkering per inwoner berekend naar ƒ2,82 en ƒ284.490, wegens uitkering per inwoner berekend naar ƒ3,75 of in totaal ƒ1.019.656,52. Wegens algemene uitkering en belasting-uitkering is op de posten 169 A en 169 B resp. geraamd 1.441.065,12 en 127.500,of in totaal 1.568.565,12. De gemeente komt derhalve voor een garantie-uitkering niet in aanmerking. 169D Uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 2, onder d, van de wet van 15 Juli 1929, A 388, zoals deze sedert is gewijzigd bijzondere uitkering467.329,78 Naast de uitkeringen geraamd onder de nos 169 A en 169 B kan, indien dit nodig mocht zijn, een z.g.n. bijzondere uitkering uit het gemeentefonds worden verleend. Deze bijzondere uitkering wordt, behoudens het geval, dat de middelen van het gemeentefonds verhoging of verlaging mogelijk dan wel noodzakelijk maken, voor eenmaal vastgesteld voor 1948, 1949 en 1950 en wel op een bedrag, dat de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën, Gedeputeerde Staten gehoord, voor de gemeente nodig oordelen om de gewone dienst der begroting sluitend te maken. Voor deze gemeente heeft vaststelling van de bijzondere uitkering nog niet plaats gehad. Het op deze post geraamde bedrag wordt voor het sluiten van de begroting nodig geacht. 36 XIII, 1, 2. 170—171. 1948. INKOMSTEN HOOFDSTUK XIII. Bedrijven. 1Electriciteitbedrijf. Uitkering van het bedrijf wegens426.367,38 a. rente17.391,71 b. aflossing- 56.361,19 c. annuïteiten- d. retributie- e. batig saldo- 333.654,79 kosten van verzekering, pensionnering, enz., van ambtenaren en beambten (zie Hoofdstuk II, volgnummer 12)- 18.959,69 g. andere grondslagenmemorie 426.367,38 Vergelijk de bedrijfsbegroting. 2. Grondbedrijf. 171 Uitkering van het bedrijf wegens: 502.395,- a. rente178.299,42 b. aflossing - 234.158,57 c. annuïteiten- 1.442,01 d. retributie- e. batig saldo- 88.495, kosten van verzekering, pensionnering, enz., van ambtenaren en beambten - g. andere grondslagen- Vergelijk de bedrijfsbegroting. 502.395, a. De renten kunnen worden gespecificeerd als volgt: rente van schuld 138.994,65 rente van meerwaarde- 39.304,77 Samen 178.299,42 e. Het batig saldo is te specificeren als volgt: winst erfpachtsgronden86.730, winst cultuurgronden - 1.765, Samen88.495, 37

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1948 | | pagina 89