Bijlage tot het verslag der handelingen van van Leeuwarden, 1 949. de gemeenteraad BIJLAGE ITO.31 BIJLAGE WO.31 Aan de Gemeenteraad Ingevolge het Besluit Brandweerwezen 1943 (Verorde ning 120/1943) wordt het beroepsbrandweerpersoneel met ingang van 1 Maart 1 943 bezoldigd op de voet van de bepalingen van de Verordening Bezoldiging Politie 1 943» Ofschoon de Verorde ning 120/l943 krachtens het Besluit Bezettingsmaatregelen bui ten werking is getreden, hebben de bezoldigingen van het be roepsbrandweerpersoneel tot nu toe steeds berust op de Veror dening Bezoldiging Politie 1943 - De thans geldende,op bovengenoemde Verordening berustende regeling luidt als volgt: Brandwacht 1e en 2e klasse: 3e jaar 4e jaar 5e jaar 6e jaar 7e jaar 1900 1975 2050 - 2150 1e jaar 1700 en_ 2e jaar 1800 Hoofdbrandwacht: 2000 2075 2150 Ad junct-hoofdbrandmeester 2600 - 2800 3000 2300 Deze schaalbedragen worden vermeerderd met een woningtoela ge, variërende van 10 - 19$, al naar gelang van de gezinssterk te, en een kledingtoelage van f.198,- voor de brand- en hoofd - brandwachts en f. 252,- voor de adjunct-hoofdbrandmeester. Voorts wordt op deze jaarwedden geen pensioenpremie verhaald. Daar ook laatstgenoemde verordening reeds geruime tijd gele den buiten werking is getreden, is op het gebied van de bezol diging van het beroepsbrandweerpersoneel onzekerheid ontstaan, in verband waarmede de Minister van Binnenlandse Zaken via Ge deputeerde Staten in overweging heeft gegeven een herziening van deze bezoldigingen ter hand te nemen. Ten einde daarbij de eenheid van bezoldiging van het brandweerpersoneel niet geheel prijs te geven, heeft de" Minister richtlijnen verstrekt, welke aansluiten bij het inmiddels tot stand gekomen Bezoldigingar reglement Brandweerpersoneel 1948. Wij hebben gemeend de nieuwe regeling te moeten gieten in de vorm van een aanvulling van de Jaarwedderegeling 1947, dit ter wille van de wenselijke unificatie. Hoewel momenteel aan de rang van adspirant-brandwacht geen behoefte bestaat, lijkt het ons toch gewenst deze rang te creëren, aangezien niet-opneming er van wellicht zou kunnen leiden tot bezwaren van de zijde van de Minister van Binnenlandse Zaken. Daar deze nieuwe regeling geheel aansluit bij bovengenoemde rijksregeling en ten aanzien van deze regeling centraal over leg heeft plaats gehad, hebben wij een behandeling in de plaat selijke commissie voor Georganiseerd Overleg overbodig geacht. Ter vermijding evenwel van eventuele formele bezwaren, hebben wij de bij het Georganiseerd Overleg aangesloten organisaties in de gelegenheid gesteld schriftelijk haar oordeel kenbaar te maken over de door ons ontworpen regeling. Haar aanleiding hier van hebben deze organisaties blijkens de bij de stukken over gelegde brieven ons medegedeeld, dat zij zich met het ontwerp kunnen verenigen. Op grond van het vorenstaande stellen wij Uw Raad v^or te be sluiten overeenkomstig het hierachter afgedrukte ontwerp-besluit. Leeuwarden, 21 Maart 1949. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, bonden 23 Maart A,A.M. VAN DER HEULEN, Burgemeester. 1949. "ONTWERT" T.BAKKER, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 251