t i
Mi
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO.39.
BIJLAGE NO.39.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals Uw Raad bekend is, ligt het in de bedoeling om
nog in dit jaar over te gaan tot het uitbaggeren van de Pot-
marge, waarvan de kosten worden geraamd op f. 61.250,-. Aan
vankelijk waren wij voornemens om de uitkomende baggerspecie
met die, afkomstig uit het Nieuwe Kanaal en de Dokkumer Ee
waarvan de baggering door de Pa.Gebr.Dikkerboom en Sijbrandij
voor rekening van de provincie zal plaats hebben, te bergen
op het gemeentelijk losterrein aan de Tijnje. Een ter zake
ingesteld onderzoek heeft eohter uitgewezen, dat dit terrein
voor deze berging (totale hoeveelheid specie 60.000 m3niet
voldoende groot isIn verband hiermede werd dan ook omgezien
naar een ander geschikt terrein, waarbij ten slotte het oog
viel op de gronden, liggende aan de Greursweg (nader in rode
arcering aangeduid op de bij de stukken overgelegde situatie
tekening), wélke, voigens het gemeentelijx uitbreidingsplan
bestemd voor woningbouw, voor dit doel toch binnen enkele ja
ren zullen moeten worden opgehoogd. De oppervlakte van dit
terrein bedraagt ongeveer 9-1 ha, terwijl de ophoging van de
grond, zal deze geschikt zijn voor woningbouw, met inbegrip
van de nodige klink, gemiddeld 1 .60 m zal moeten bedragen.
Dit betekent, dat in totaal 150.000 m3 of behalve de
60.000 m3 baggerspecie nog 9*0.000 m3 grond van elders zou
moeten worden aangevoerd. In verband nu met de omstandigheid,
dat deze 90.000 m3 grond in de nabijheid verkregen kan worden
uit het gronddepot van de Provinciale Kanalendienst aan de
Proskeoolle, verdient het naar onze mening wel zeer sterke
aanbeveling om nog in dit jaar tot de door woningbouw vereis
te ophoging over te gaan. Weliswaar zal deze ophoging, tot
stand te brengen enkele jaren voordat deze ^ronden voor wo
ningbouw in exploitatie zullen worden genomen, gedurende die
tijd een renteverlies over het daarin thans te investeren
kapitaal medebrengen (zie de hieronder afgedrukte kostprijs
berekening van de grond), doch hier staat tegenover, dat bij
een niet gebruik maken van de nu geboden gelegenheid deze op
hoging in de toekomst ongetwijfeld een veelvoud zal bedragen
van het bedrag, dat daarvoor thans zou moeten worden uitgege
ven. Door de Dienst der Gemeentewerken is namelijk becijferd,
dat, indien deze ophoging zou geschieden met van elders aan
gevoerd zand, de kosten zouden moeten worden gesteld op ca.
f. 600.000,-.
Uitgaande derhalve van het standpunt, dat de gronden nu
reeds moeten worden opgehoogd tot het in de toekomst nodige
niveau, hebben wij door de Dienst der Gemeentewerken een be
groting van kosten doen samenstellen, welke (inclusief de kos
ten van het baggeren van de Potmarge) luidt als volgt:
Kosten uitbaggeren Potmarge met opspuiten terrei
nen 35*000 m3 x f1 ,75
Kosten opspuiten specie uit Nieuwe Kanaal en Dok
kumer Ee 25.000 m3 x f0,30
Kosten aanvoer verder benodigde grond 90.000 x
f1 ,25
Kosten graven van sloten
Kosten opschonen van sloten
Kosten verleggen en herstellen toegangswegen
Honorarium
Renteverlies
Administratiekosten
Kosten van toezicht
Onvoorzien
Totaal
"Bij"
f61 .250,-
7.500,-
112.500,-
6.500,-
1 .500 -
1 .500 -
6.000 -
1.000,-
2.000,-
5.000,-
4.500,-
f.209.250, -