Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO.78,
BIJLAGE NO, 78.
Aan de Gemeenteraad.
Door Uw Raad werd in zijn vergadering van 20 April
j.l. in onze handen om prae-advies gesteld een verzoekschrift
van de Woningstichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel van 11 April
1949 om haar voorschotten te verlenen voor de bouw van 6 du-
plexwoningen aan de Prins Bernhardstraat en voor deze bouw de
benodigde grond in erfpacht af te staan.
Burgemeester en Wethouders merken naar aanleiding van dat
verzoek op, dat deze aanvrage niet in overeenstemming is met
het resultaat van het overleg, dat indertijd met de verschil
lende woningverenigingen en -stichtingen werd gehouden en
waarbij in verband met het zeer beperkte bouwvolume een zekere
volgorde, waarin de organisaties zouden bouwen, werd aanvaard.
Op grond van deze omstandigheid menen wij, dat er--nog afge
zien van het feit, dat er, zoals Uw Raad bekend zal zijn, mo
menteel geen bouwvolume meer beschikbaar is- thans geen aan
leiding bestaat èm, bij wijze van voorrang, onze medewerking
aan de door de Stichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel voorgeno
men bouw te verlenen.
Bij de beschouwing van het bouwplan zelf zijn wij overigens
nog tot de conclusie gekomen, dat het in het algemeen geen aan
beveling verdient om het totaal aan de woningorganisaties toe
te wijzen volume in kleine gedeelten van slechts enkele wonin
gen te verbrokkelen, aangezien daardoor de bouw en exploitatie
ongetwijfeld duurder zullen worden dan bij bouw van grote com
plexen. Voorts zijn wij van oordeel, dat de duplexwoningen,
welke de stichting zou willen bouwen, minder passend zijn voor
de Prins Bernhardstraat, welke, naar Uw Raad bekend is, be
stemd is voor de bouw van middenstandswoningen.
Mocht in de loop van dit jaar aan de gemeente nog meer bouw
volume worden toegewezen en deze suppletie zodanig zal zijn,
dat daaruit nog woningbouw door een of meer woningverenigingen
zal kunnen plaats hebben (een gedeelte van dit meerdere volume
zal moeten worden bestemd voor particuliere woningbouw, waar
voor tal van aanvragen noodgedwongen moesten worden aangehou
den), dan stellen wij ons voor omtrent de verdeling daarvan
nader overleg te plegen met de genoemde verenigingen en stich
tingen op de wijze als dit reeds vroeger geschied is.
In verband met het bovenstaande stellen wij Uw Raad voor af
wijzend te beschikken op het verzoek van de Woningstichting
Leeuwarden-Leeuwarderadeel en voorts te besluiten aan de genoem
de stichting mede te delen, dat, indien in 1949 nog een bouw
volume voor woningbouw door woningorganisaties beschikbaar zal
komen, de verdeling daarvan wederom zal plaats hebben na gepleegd
overleg met de belanghebbendewoningverenigingen en -stichtingen.
Leeuwarden, 27 Mei 1949.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 28 Mei 1949.