Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO.83.
3. Uitgaven voor voeding mogen niet in rekening worden ge
bracht.
4. Indien, in plaats van een overbrenging van de inboedel
met het goedkoopste vervoermiddel, waar dit zonder be-
zrwaar mogelijk is, do voorkeur wordt gegeven aan een kost
baarder wijze van overbrenging, behoort het betaalde be
drag verminderd te worden met de hogere kosten, uit deze
wijze van verzending voortvloeiende.
5* Onder de kosten van overbrenging van de inboedel zijn
mede te verstaan, de kosten voor het in- en uitpakken.
In geen geval worden daaronder begrepen de kosten voor
het opnemen en leggen van kleden, het afnemen, veran
deren en ophangen van gordijnen, het ophangen van spie
gels en schilderijen, het plaatsen van meubelen en al
dergelijke werkzaamheden, de assurantie tijdens het
vervoer, het aanschaffen en terugzenden van emballage
en dergelijke, de reis- en verblijfkosten van emballeurs
de kosten van beschadiging of verlies van meubilair,
de kosten van staangeld, de kosten van schoonmaken der
nieuwe woning benevens fooien.
Art. 5.
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 3* sub b, wordt bepaald
op 5$ van de jaarwedde, welke belanghebbende laatste
lijk in overheidsdienst voor zijn verplaatsing genoot,
of, ingeval hij niet in overheidsdienst was, 5$ van de
door de gemeente Leeuwarden aan hem toegekende jaar
wedde
Toelagen en vergoedingen blijven hierbij buiten aanmer
king.
2. Indien belanghebbende geen eigen, huishouden heeft,
of dit niet naar de nieuwe standplaats binnen de ge
meente wordt overgebracht, wordt in den regel de in
het eerste lid van dit artikel bedoelde vergoeding
niet toegekend.
Indien bijzondere omstandigheden afwijking van deze
regel wettigen, zal die vergoeding niet meer mogen
bedragen dan een een- twee en zeventigste gedeelte
van de in het 1ste lid van dit artikel bedoelde jaar
wedde
3. In bijzondere gevallen kan, indien dit nodig mocht
blijken, het bedrag, genoemd, in het 1ste lid van dit
artikel, door Burgemeester en Wethouders verhoogd wor
den.
Art. 6.
1. Indien belanghebbende met zijn gezin er niet in kan
slagen op zijn nieuwe standplaats binnen de gemeente
een geschikte woning te vinden, kan door Burgemeester
en Wethouders, indien daartoe termen aanwezig worden
geacht, ten hoogste 90$ der pensionkosten, welke be
langhebbende, naar het oordcel van Burgemeester en
Wethouders voor zich zelf, met inachtneming van de no
dige zuinigheid, moet maken, worden vergoed. Het bedrag
dezer vergoeding wordt voor elk geval afzonderlijk
vastgesteld. Zij wordt slechts toegekend tot aan'het
tijdstip, waarop de woning kan worden betrokken en
niet langer dan gedurende drie maanden. Leze termijn
kan, telkens voor drie maanden, verlengd worden, in
dien daartoe, in verband met bijzondere omstandigheden,
naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, termen
aanwezig zijn.
«2»
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO. 83.
2. Le vergoeding, bedoeld in het vorige lid van dit artikel,
zal, indien belanghebbende naar het oordeel van Burgemeester
en Wethouders in de gelegenheid is tussen zijn woonplaats
en de standplaats binnen de gemeente heen en weer te reizen,
vervangen worden door een vergoeding van de reiskosten,-
3. Wenst belanghebbende zijn gezin tijdelijk elders dan op de
oude standplaats te doen verblijven, dan behoeft daartegen
geen bezwaar te bestaan. Evenwel mogen de kosten, voort
vloeiende uit het in het vorige lid bepaalde, daardoor niet
overschreden worden.
4. De betrokkene behoort alle pogingen in het werk te stellen
om op de nieuwe standplaats binnen de gemeente zo spoedig
mogelijk een woning te betrekken. Wordt dit voorschrift,
naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, niet nage
leefd, dan worden de in dit artikel bedoelde vergoedingen
niet verleend of tot een lager bedrag teruggebracht.
5. Ingeval belanghebbende ongehuwd is, en hij ook naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders er niet in kan sla
gen op zijn nieuwe standplaats binnen de gemeente een ge-
sohikt pension te vinden, kan hem een vergoeding van reis
kosten verleend worden. Indien op de nieuwe standplaats
echter wel een geschikt pension te vinden is, kan deze ver
goeding in zeer bijzondere gevallen, door Burgemeester en
Wethouders vervangen worden door een tegemoetkoming in de
pensionkosten op de voet van het bepaalde in het 1ste lid
van dit artikel.
Art7
1. Indien belanghebbende gehuwd is en hij verplicht is in
zijn standplaats binnen de gemeente een pension te nemen,
omdat hij er niet in kan slagen aldaar een geschikte wo
ning te vinden, en niet in de gelegenheid is tussen zijn
woonplaats en zijn nieuwe standplaats heen en weer te rei
zen, kunnen Burgemeester en Wethouders hem eenmaal in de
14 dagen de reiskosten naar en van de woonplaats van zijn
gezin vergoeden.
2. Indien het gezin van belanghebbende tijdelijk elders dan
op de oude woonplaats verblijft, wordt niet meer dan het
bedrag der reiskosten tussen de standplaats en de oude
woonplaats vergoed.
3. Indien belanghebbende ongehuwd is en hij verplicht is in
zijn standplaats binnen de gemeente een pension te nemen,
omdat hij niet in do gelegenheid is tussen zijn standplaats
en de woonplaats van het gezin, waartoe hij behoort, heen
en weer te reizen, kunnen Burgemeester en Wethouders hem,
onverminderd het bepaalde in de tweede volzin van het 50
lid van artikel 6, eenmaal in de maand de reiskosten ver
goeden naar en van de woonplaats van het gezin, waarvan
hij deel uitmaakt.
Art.8.
Om voor de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, 1ste lid,
in aanmerking te komen, behoort belanghebbende binnen zes
maanden, nadat hij zijn dienst bij de gemeente Leeuwarden
heeft aanvaard of, indien hij op het tijdstip zijner indienst
treding nog geen woning kon betrekken, binnen zes maanden,
nadat zijn inboedel is overgebracht, een verzoekschrift aan
Burgermester en Wethouders in te dienen en daarbij zoveel
mogelijk quitantiën over te leggen.
Art.9.
Aan alle belanghebbenden zal vroegtijdig een exemplaar van
deze verordening worden ter hand gesteld.
"Art.10"