Bijlage tot hot verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949» BIJLAGE NO. 88.
3. De gemeente zal zoveel mogelijk aan concessiehoudster
haar medewerking verlenen ten behoeve van de uitvoering
van werken, nodig geacht door concossichoudsteralsmede
bij de beschikbaarstelling van terreinen, benodigd voor
het tot stand brengen van bedrijfsgebouwen en installaties.
Artikel 3»
Verplichting tot waterlevering.
1De concessiehoudster is verplicht in alle percelen binnen
het gebied, dat op de bij deze concessie behorende kaart
met een rode lijn is aangeduid, op verlangen van de eige
naren van die percelen, behoudens overmacht, zonder onder
breking water te leveren op de voor ieder geldende voor
waarden.
2. Met afwijking van het hiervoren bepaalde, bestaat er voor
de conccssiehoudster geen verplichting tot waterlevering aan
bedrijven, instellingen en ondernemingen, welke abnormaal
grote hoeveelheden water gebruiken.
Artikel 4.
Uitbreiding watcrlcidingwerken.
1De concessiehoudster is verplicht haar waterleidingwerken
uit te breiden tot delen der gemeente, buiten het in het
eerste lid van artikel 3 bedoelde gebied en aldaar water te
leveren op de voor ieder geldende voorwaarden.
Indien echter uit de exploitatie van een dergelijke uit
breiding verlies is te verwachten, zal de concessiehoudster
niet tot de uitbreiding verplicht zijn, tenzij aan alle voor
een zodanige uitbreiding door de vergadering van aandeelhou
ders vastgestelde voorwaarden is voldaan.
2. De concessiehoudster is verplicht van elke voorgenomen uit
breiding schriftelijk kennis te geven aan Burgemeester en
Wethouders
Artikel 5
Uitsluitende concessie.
1. De gemeente verbindt zich vóór 31 December 1999, tenzij.met
goedvinden van concessiehoudsteraan derden geen concessie
te verlenen, als bedoeld in één der vorenstaande artikelen
dezer concessie, noch een concessie te verlenen voor het le
veren van water, noch zelf gedurende die tijd een waterlei
ding op te richten of te exploiteren,, noch op enige wijze
deel te nemen in of te bevorderen een onderneming of een werk,
waardoor water aan de ingezetenen der gemeente of aan aldaar
verblijvende personen of bestaande inrichtingen wordt of zal
worden verschaft.
2. De in het eerste lid van dit artikel omschreven verplichtin
gen van de gemeente gelden slechts voor die delen van de ge
meente, waarin zich leidingen van concessiehoudster bevinden;
voor^de overige delen van de gemeente zal de gemeente niet
tot een der in het eerste lid omschreven handelingen over
gaan, alvorens de concessiehoudster zo tijdig met het voor
nemen daartoe in kennis te hebben gesteld, dat deze in de ge
legenheid wordt gesteld zelf het betrokken gedeelte der ge
meente van water te voorzien.
"Artikel 6"
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 949» BIJLAGE ITO. 88.
Artikel 6
Uitvoering van werken in wegen.
1 Door de concessiehoudster worden, behalve in spoedeisen
de gevallen, op, in, onder, over en boven de openbare
wegen en wateren in de gemeente, alsmede op, in, onder,
over en boven gemeentegrond en gemeentewater, geen werken
gemaakt of werkzaamheden uitgevoerd, dan nadat daarvan
aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk is kennis ge
geven en nadat Burgemeester en Wethouders hun goedkeuring
tot het maken der werken of het uitvoeren der werkzaamhe
den hebben verleend. De uitvoering der werken en werkzaam
heden moet stipt geschieden volgens de aanwijzingen en
voorschriften,door of namens Burgemeester en Wethouders
te geven, met inachtneming van de vastgestelde of nog vast
te stellen wettelijke voorschriften.
2. Burgemeester en Wethouders zullen hun, in het vorig lid
bedoelde, goedkeuring alleen weigeren in het belang der
openbare orde en der veiligheid van het verkeer.
3. Voor zoveel bij het maken van in het eerste lid bedoelde
werken of het uitvoeren van daar bedoelde werkzaamheden
wegbedekkingen moeten worden opgenomen en hcrlegd, blijft
de concessiehoudster gedurende een jaar voor de goede toe
stand der hcrlcgde wegbedekkingen aansprakelijk, tenzij
deze voor andore doeleinden weder opgebroken zijn. Burge
meester en Wethouders hebben hot recht zelf,.op kosten van
de concessiehoudster, voor de uitvoering zorg te dragen,
indien het opnemen en hcrleggen der wegbedekkingen niet te
hunner genoegen geschiedt.
4. Burgemeester en Wethouders zijn echter bevoegd te bepalen,
dat het aanvullen van door de concessiehoudster gemaakte
gaten en sleuven in aan de gemeente toebehorende straten,
wegen en pleinen, alsmede het herstellen van de wegbedek
kingen vanwege do gemeente zal geschieden. De concessie-
houdster zal de hiervoor te maken kosten aan de gemeente
vergoeden volgens een tarief, dat door Burgemeester en
Wethouders, na gehouden overlag met de concessiehoudster,
zal worden vastgesteld en zo nodig herzien.
5. Wegens het gebruik van wegen, gronden of wateren, in ei
gendom of beheer der gemeente, voor tijdelijke opslag van
het voor aanleg en onderhoud van de waterleiding en bijbe
horende werken ter plaatse of in de nabijheid benodigd ma
teriaal, wordt geen vergoeding, hoe ook genaamd, gevorderd,
behoudens de verplichting der concessiehoudster om, voor
zover het verpachte percelen betreft, zich te verstaan met
de pachter.
6. De opslag van materialen geschiedt niet dan na daartoe ver
kregen vergunning van Burgemeester en Wethouders op door hen
aan te wijzen plaatsen en slechts gedurende de door hen te
bepalen termijn.
7. De gemeente kan nimmer worden aangesproken voor schade, door
de concessiehoudster geleden door diefstal of vernieling of
op andere wijze verloren gaan of waardeloos worden van op
of aan wegen, gronden of wateren, bij de gemeente in eigen
dom of beheer, opgeslagen materialen.
Artikel 7-
Wijziging van het beloop van een hoofdleidjing.
1. Indien Burgemeester en Wethouders, hetzij, voor de uitvoering
van openbare werken -waaronder begrepen zijn de zodanige, die
"ter"