Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE ITO. 94.
BIJLAGE 10. 94. Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 9 Maart j.l. is om
prae-advies in-onze handen gesteld een adres van de Stich
ting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf, ge
domicilieerd J.P.Coenstraat 6 te 's Gravenhage, houdende ver
zoek een besluit te nemen, waarbij de oprichting en instand
houding van een bakkersdagvakschool in deze gemeente wordt
nodig geoordeeld.
Bovenbedoeld verzoek wordt gedaan ingevolge het bepaalde
bij het 2e lid van artikel 25 der Uijverheidsonderwijswet
waarbij wordt voorgeschreven, dat slechts subsidie uit de
openbare kas kan worden verleend, indien de gemeente, waar de
school is gevestigd of zal worden gevestigd, de oprichting en
instandhouding heeft nodig geoordeeld. Daarna zal dan nog de
goedkeuring van oprichting en instandhouding door de Kroon
moeten volgen.
Volgens ver lore gen inlichtingen zijn n'r de Stichting voor
Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf verschillende
werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd, zo
dat het horen van deze organisaties achterwege kon 'worden ge
laten.
Blijkens het door ons ingewonnen advies van de Inspecteur
van het Bakkers-vakonderwijsdat bij de stukken is overge
legd, moet het oprichten van een bakkersdagvakschool dringend
noodzakelijk worden geacht, daar in Leeuwarden en omgeving
een goede schoolopleiding, zoals dat bij andere ambachten het
geval is, bij het bakkersvakonderwijs ontbreekt. De hier ter
stede bestaande bakkersvakschool (eenjarige cursus, welke eens
per week gegeven wordt en slechts opleidt tot halfwas krach
ten) levert, volgens dit advies, zeker niet de gewenste resulta
ten op, zodat de totstandkoming van een bakkersdagvakschool
voor diegenen, die in hot bakkersbedrijf wensen te worden opge
leid, inderdaad van groot belang zal zijn. Wij achten dan ook,
met de voornoemde inspecteur, voldoende termen aanwezig om het
gedane verzoek in te willigen.
Ingevolge het bovenaangehaalde artikel 25 der Nijverheids -
onderwijswet komt van de kosten der school 70voor rekening
van het Rijk en 30^ voor die van de gemeente. Omtrent het be
drag van deze kosten verwijzen wij naar de bij de stukken ge
voegde begroting. Blijkens deze begroting worden dc kosten over
1950 geraamd op f. 5911,80, waarvan dus f. 1773,54 ten laste
van deze gemeente zal komen.
Het ligt in de bedoeling de school op 1 September 1950 te
openen met één klas en in September 1951 een tweede klas toe te
voegen. In verband hiermede zullen de kosten over 1951 kunnen
worden geraamd 00 f. 23.647,20 en over de volgende jaren op
f. 35.470,80, waarvan respectievelijk f. 7094,16 en f. 10.641,24
ten laste van de gemeente Leeuwarden zal komen.
Volgens verkregen inlichtingen zullen tot iedere klasse ten
hoogste 25 leerlingen worden toegelaten, waarvan vermoedelijk
ongeveer de helft afkomstig zal zijn uit andere gemeenten. Deze
gemeenten zullen, tenzij aldaar een gelijksoortige school is
gevestigd, ingevolge het 4e lid van genoemd artikel 25 der Nij
verheidsonderwijswet, verplicht zijn een bij de wet bepaalde
vergoeding aan deze gemeente uit te keren. Deze bedraagt 20^
van de netto kosten per leerling. Volgens de thans bekende ge
gevens kunnen de ten laste van deze gemeente blijvende kosten
voor 1950 worden geraamd op f. 1182,36, voor 1951 op f. 4729,44
en voor de volgende jaren op f. 7094,16.
Onder overlegging van de stukken geven wij U thans in over
weging te besluiten:
te verklaren, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid
"van"