Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad - T.oeuwarden, 1949. BIJLAGE NO. 104» ""^.ke is Daax- van de schaarste aan «»uo„ pen, achten wij het wenselijk, ctax u.. lege machtigt, onder nader door ons vast te sxbxx-, waarden, in gevallen, als bedoeld in art. 1, sub a, van bovengenoemde Beschikking, aan belanghebbenden een vergoe ding toe te kennen van ten hoogste f. 400,- per voorzie ning Naar raming is een crediet van f. 4-000, - voor 1949 vol doende. De Rijksbijdrage hierin is te stellen op 75 van f. 4000,- f. 3000,-, zodat ten laste van de gemeente blijft f. 1000,-, welk bedrag ten laste van de gewone dienst behoort te worden genomen en waarmede de post "On voorziene uitgaven" kan worden verlaagd. Uitkering art. 3b der Motorrijtuigenbelastingwet Krachïens de verordeningregelende de verdeling van het aan de Provincie Pries land toegewezen aandeel in de- uitkering, genoemd in artikel 36 der Motorrijtuigenbelas - tingwet, vastgesteld door de Staten der Provincie bij be sluit van 3 Pebruari 1948, nr. 3 II (Prov. blad 1948, nr. 69), kan alleen op een bijdrage worden gerekend in de kosten van aanleg of verbetering van op de Provinciale wegenlijst voorkomende, niet op het Rijkswegenplan ver melde, wegen. Aangezien de raming ad f. 1754,06 van de op volgno.59 van de gemeentebegroting 1949 uitgetrokken bijdrage is gebaseerd op een aandeel in de onderho ud s ko sten dier we gen dient op een ontvangst van dit bedrag niet te wor den gerekend. Ter dekking van deze verlaagde inkomst kan het bedrag voor onvoorziene uitgaven dienovereenkomstig worden verminderd. Subsidie Nederlands Instituut voor opleiding van leer krachten bij het Nijverheidsonderwijs Bij Uw besluit van 23 April 1947, no. 1209, is een noodzakelijkheidsverklaring, als bedoeld in de Nijver heidsonderwijswet, afgegeven voor de oprichting van een te Leeuwarden te houden cursus voor opleiding van leer krachten bij het Nijverheidsonderwijs. Bij Koninklijk Besluit van 24 Mei 1948, no. 24, werd voor deze cursus Rijkssubsidie verleend. Krachtens het bepaalde in artikel 25, 3e lid, der N.O.-wet, komt 30 der nettokosten van de cursus voor rekening van de gemeen te Het begrotingstekort van deze cursus wordt voor 1949 geraamd op f. 8310,-. Het gemeentelijk aandeel hierin be draagt 30 van f. 8310,- f. 2493,-, welk bedrag gedekt kan worden door verlaging van de post Onvoorziene uitgaven. Gewetensgelden. Blijkens een ontvangen opgaaf van de Ontvanger der Di recte 3elastingen te Leeuwarden van 4 Juli 1949, no. 398, kan aan gewetensgeldingevolge uitvoering "Buitengewoon Navorderingsbesluit", gerekend worden op een ontvangst van f. 20.025,99, met welk bedrag de raming van de post voor Onvoorziene uitgaven kan worden verhoogd. Uitkeringen gemeentefonds. Het bedrag van de uitkering uit het gemeentefonds, be doeld in artikel 2, onder b, van de wet van 15 Juli 1929, S. 388, zoals deze is gewijzigd bij de wet van 15 Juli "1948" Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1840. BIJLAGE N0.104. 1948, S. I. 307 (algemene uitkering) is thans per inwoner bepaald op f. 18.672,04. Naar 78.000 inwoners is de uitkering te stellen op 78.000 x f. 18.672,04 f. 1.456.419,12 20 verhoging ingevolge het rondschrijven van het Ministerie van Pinanciën van 23 Sep tember 1948, no. 278 Generale Thesaurie, Dienst der Rijksbegroting, Bureau Gemeente- financiën 291 .283 82 f. 1.747.702,94 In de begroting 1949 was terzake gerekend op een ontvangst van 1.745.306,05 Hetgeen een verhoogde raming geeft van f. 2.396,89 Overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 21 December 1948 tot vaststelling van het Financiële Verhoudingsbesluit 1948 kan de uitkering uit het gemeente fonds, bedoeld in art. 2, onder c, van de wet van 15 Juli 1929, S. 388, zoals deze is gewijzigd bij de wet van 15 Ju li 1948, S. I. 307 (belastinguitkering) worden geraamd als volgt 190 opcenten grondbelasting gebouwde eigen dommen f. 396.000,- 110 ongebouwde ei gendommen 33.000,- 150 personele belasting t.w. 40 li geraamde opbrengst 1948/1949 60 geraamde opbrengst 1949/1950 162 000- Dit bedrag zal krachtens artikel 17 van voormeld Koninklijk Besluit worden aange vuld tot vermeerderd met 28.000 (aantal inwoners bo ven de 50.000) x f. 12,50 f. 875,000,- zodat de belastinguitkering is te stellen op f. 875.000,- - f. 699.000,- f. 176.000,-, hetgeen met de oorspronkelijke raming in de begroting 1949 een na delig verschil oplevert van f. 120,-. De uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 2, onder d, van de wet van 15 Juli 1929, S. 388, zoals de ze is gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1 948, S. I. 307, (bijzondere uitkering) is blijkens een brief van de Minis ter van Binnenlandse 2iaken van 1 Maart 1949, no. 23976, AfdB.B., Bur. Fin., bepaald op f. 332.500,-. Krachtens het hiervoor aangehaalde schrijven van de Minister van Financiën van 23 September 1948, kan dit bedrag voor 1949 met 20 worden verhoogd en mitsdien worden gesteld op f. 399.000,-. In de primitieve begroting 1949 is terzake geraamd f, 511.680,-, zodat gerekend moet worden op een verminder de uitkering van f. 112.630,-, welk bedrag gevonden kan worden door verlaging van de post voor onvoorziene uit gaven. 7Afschrijvingsstaten kapitaalsuitgaven begroting 1949 Krachtens Uw besluit tot wijziging van Te gemëerrEebegro ting 1948 van 30 Maart 1949, no. 14zijn talrijke kapi- taais of f 699.000,- f 525.000,- II 3 50.000,-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1949 | | pagina 341