Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949. BIJLAGE NO. 109.
en dergelijke, enige vrijheid van handelen wordt gegeven.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor over te
gaan tot vaststelling van de hierna in ontwerp afgedrukte
verordening.
Leeuwarden, 7 Juli 1949.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAIJ DER MEUIEN, Burgemeester.
M.D. BE JONG, 1-Secretaris
Verzonden 9 Juli 1949.
ONTWERP1'
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949- BIJLAGE NO. 109.
ONTWERP.
BE RAAB BER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
7 Juli 1949;
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot wijziging der
Verordening op de gemeente
lijke kleuterscholen (Ge
meenteblad 1947, no. 19).
Artikel 1
Aan artikel 7 wordt toegevoegd een nieuw lid, luidende
als volgt:
In zeer bijzondere gevallen kan van de eisen, vermeld
in het eerste lid, worden afgeweken.
Artikel 2
Artikel 9 wordt gelezen als volgt:
"Behoudens het bepaalde in lid 3, gaat het aan do hoofd
onderwijzeressen en de onderwijzeressen op verzoek te ver
lenen eervol ontslag niet eerder in, dan twee maanden na de
dag, waarop het verzoek om ontslag is ingekomen.
Indien een hoofdonderwijzeres of een onderwijzeres het
voornemen heeft zich in het huwelijk te begeven,, geeft de
ze daarvan zo spoedig mogelijk, in elk geval ten minste
twee maanden te voren, kennis aan het college, dat haar
heeft benoemd
Be hoofdonderwijzerae of de onderwijzeres, die in het
huwelijk treedt, worat met ingang van de dag van haar hu
welijk eervol ontslagen.
Op haar verzoek kan de in lid 3 bedoelde hoofdonderwij
zeres of onderwijzeres in haar betrekking worden gehand
haafd
Artikel 3.
Artikel 10 wordt gelezen als volgt;
"Be jaarwedden bedragen:
a. van de hoofdonderwijzeressen f2230,-, na 2, 4, 6, 8,
10 en 12 dienstjaren telkens te verhogen met f. 120,-,
tot f. 3000,-
b. van de onderwijzeressen, in het bezit van de akte B,
f. 1860,-, na 2, 4, 6, 8, 10 en 12 dienstjaren telken:,
te verhogen mot f. 120,- tot f. 2580,-;
c. van de onderwijzeressen, in hot bezit van de akte A,
f. 1630,-, na 2, 4, 6, 8, 10 en 12 dienstjaren telkens
te verhogen met f. 120,-, tot f. 2400,-;
d. van de hoofdonderwijzeressen, niet in het bezit van de
akte B, f. 1980,-;
e. van de hoofdonderwijzerossen en van de onderwijzeressen,
niet in het bezit van de akte A, f. 1440,-."
Bijlage no.109 (punt 27 der agenda).
In artikel 3 van de ontwerp-verordening wordt sub a
achter het woord ''hoofdonderwijzeressen" toegevoegd
in het bezit van de akte B,;i terwijl sub d "f.1980,-;"
wordt vervangen door de woorden: "de sub c vermelde be
dragen, met dien verstande, dat de minimum-jaarwedde
wordt bepaald op f.1980,--;".
In artikel 8 van het ontwerp wordt in plaats van
"artikel 10, dat geacht wordt" gelezen "de artikelen 3 en
4die geacht worden"