Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949- BIJLAGE NO. 145.
ONTWERP.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
Gelet op de bepalingen der Woningwet;
BESLUIT:
het uitbreidingsplan in hoofdzaak der gemeente Leeuwardera-
deel, vastgesteld bij besluit van de Raad dier gemeente van
30 Januari 1941te herzien met betrekking tot terreinen,
gelegen aan de Oudlandsweg, in de omgeving van de Ringvaart
Hempensermeerpolder, een en ander gelijk is aangegeven op
de bij het onderhavige besluit behorende uekeningen, gemerkt
'bij Nr. 4489".
Leeuwarden,
De Raad voornoemd,
Voorzitter.
Secretaris
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1949» BIJLAGE NO.146.
BIJLAGE NO. 14 6.
Aan de Gemeenteraad.
Door Mevrouw M. Jonker-Sellmer en tien anderen is
tot Burgemeester en Wethoudersrespectievelijk de Gemeente-
raad,gericht het bij de stukken overgelegde schrijven van
25 Augustus 1949, waarin adressanten uitdrukking geven aan
hun vaste overtuiging, dat het in het belang van heel wel
denkend Leeuwarden is, dat geen uitvoering zal worden gegeven
aan het, door hen vermoede, plan om een gedeelte van het Ren-
gerspark te bestemmen tot speelweide voor kinderen.
Naar aanleiding van dit adres merken Burgemeester en Wet
houders het volgende op.
In verband met een herhaaldelijk terzake uit de boezem van
Uw Raad naar voren gekomen wens,heeft ons College onlangs de
vraag overwogen, of het niet mogelijk zou zijn om, zonder ge
vaar voor beschadiging van parken en plantsoenen en zonder
aantasting van het karakter dezer recreatiegelegenheden, toe
te staan, dat, wat Mevrouw Vondeling-Van 't Hof in de Raads
vergadering van 30 Maart j.l. noemde, het "kleine mensenslag",
gelegenheid krijgt op de gazons te spelen. Bij deze overweging
nu, waarbij uiteraard overleg werd gepleegd met de Dienst van
Gemeentewerken, is ons College tot de conclusie gekomen, dat
er, voor wat betreft de instandhouding van de gazons, niet
bij voorbaat bezwaar bestaat om in deze aan de van velerlei
zijden tot uitdrukking gebrachte wens enigermate tegemoet te
komen. De vraag verder, of het karakter van de parken en plant
soenen door de bovenbedoelde maatregel zal worden aangetast of
gewijzigd, meenden Burgemeester en Wethouders zonder aarzeling
ontkennend te mogen beantwoorden. Reeds sedert de openstel
ling toch zijn de parken en plantsoenen voor kleine kinderen
onder geleide toegankelijk geweest, waarbij deze kinderen
steeds, dikwijls tot overlast van andere bezoekers, gedwongen
waren op de wandelpaden te spelen of heen en weer te drente
len. Het toelaten op de gazons van dit "mensenslag" (waarbij
door ons is gedacht aan kinderen beneden de leeftijd van
5 jaar) zou dan ook, zelfs wanneer de maatregel het bezoek
van moeders met kleine kinderen nog zou stimuleren, naar onze
overtuiging zeker niet meer, wellicht zelfs minder,last voor
de bezoekers-wandelaars tengevolge hebben.
Bij de overweging van de vorenbedoelde maatregel dient
naar onze mening voorts nog aandacht te worden geschonken
aan de omstandigheid, dat Leeuwarden, liggend in een zuiver
agrarisch en voor de jeugd dus verboden gebied, in het alge
meen aan de kleine, nog toezichtbehoevende kinderen, waar
van zeer vele behoren tot gezinnen, welke zelf niet over een
voor speelgelegenheid geschikt erf beschikken, zeer weinig
gelegenheid biedt om veilig, onbedreigd door de gevaren van
het verkeer, in de frisse buitenlucht te spelen. Burgemeester
en Wethouders menen dan ook, dat het mede uit een oogpunt
van volksgezondheid en verkeersveiligheid van belang zou zijn
te achten om, zo dit althans in de praktijk niet zal leiden
tot ontoelaatbare beschadiging van parken en plantsoenen of
tot overmatige overlast van het overige publiek, tot uitvoe
ring van genoemde maatregel over te gaan.
"Re-"